Terugblik column Ontmoetingsdag Alblasserdam – Rob Favier
Tegenstrijdigheden
Toen ik vanmorgen opstond, merkte ik dat ik er weer veel zin in had. Waarin? Ja natuurlijk in mijn havermout en de sinaasappel, maar vooral ook in de ontmoetingsdag van St Als kanker je raakt. Wat is het mooi om mensen op die manier te ontmoeten. Het voelt zo echt en zonder al die beleefdheidsmaskertjes die we in het dagelijks leven graag dragen om onze eigen kwetsbaarheid te verbergen. Maar het is ook een dag vol tegenstrijdigheden. Dat merkte ik al toen ik vanuit het idyllische Groot-Ammers als wijze uit het oosten naar het minder bedeelde westen reed. Ik werd op de dijk vergezeld door lammetjes en grote hoeveelheden narcissen. Maar er was ook een meneer in een auto die mij graag wilde laten zien hoe groot zijn middelvinger was. Ook wel weer fijn dat Nederlanders zo met elkaar begaan zijn dat ze graag hun vinger gebruiken om te vertellen wat je moet doen. Bij veel mensen zit het verstand ook niet in het hoofd, maar in de vinger. De ene keer in de wijs, de andere keer in de middel. Toch is de wijsvinger misschien wel het meest schadelijk. Want als je ziek bent en ze komen met allerlei ongevraagde adviezen om de weg te wijzen, kan dat knap vervelend zijn. Hoe goed bedoeld ook. Want iedereen bedoelt natuurlijk altijd alles goed. Maar als er tegen je gezegd wordt: “Kees jij wordt honderd” kan dat respectloos voelen. Echt luisteren is best lastig. Het gebeurt nog weleens dat mensen vragen: “Hoe is het” om dat als kapstok te gebruiken voor hun eigen verhaal. Ik herinner me nog die vriend die langs kwam toen ik ooit overspannen was. Hij vroeg hoe het ging en voordat mijn antwoord klaar was, begon hij zijn verhaal over hoe hij een geslaagde zakenman aan het worden was.
Wij weten vaak ook het antwoord al voordat de vraag gesteld is. Dat noem je nog eens een vooruitziende blik. Om nog maar te zwijgen van onze vrome broeders en zusters die ons vertellen dat het je aan niets ontbreekt zoals Psalm 23 zegt, terwijl je juist aan alles gebrek hebt. Tegenstrijdigheden. Wij zitten binnen met ons verdriet en de bomen buiten zijn een en al vreugde met hun bloesems.
Maar ís het eigenlijk allemaal wel tegenstrijdig? Of is het zo dat onze emoties vaak van het een naar het ander gaan? Dat is toch het gevecht van de hoop en de vrees? En soms het gevecht tegen windmolens? Die staan hier om de hoek in een groot aantal. Maar ze staan er wel al driehonderd jaar.
Het is maar waar je je steun vindt. En dat kan voor iedereen verschillend zijn. Maar je kunt elkaar er wel in herkénnen. Als de een zijn verhaal vertelt, kan de ander zomaar de behoefte voelen dat ook te doen. Ga je dan samen even van de kalendertijd naar de belevingstijd? Wie zal het zeggen?
Soms hebben mensen nog het meeste troost van hun huisdier. Van Fikkie of van Minoes. Dat schijnt te begrijpen of je verdriet hebt. Zij of hij stelt geen vragen, maar komt tegen je aan zitten of liggen. Een stukje warmte dat je tot je mag nemen. En dat moet je niet onderschatten. Want dat is niet voor de poes.