De missie van de stichting raakt me diep

Paul Lieverse komt spreken op het benefietconcert in Amersfoort 21 september en hij is ook 5 oktober bij de ontmoetingsdag in Berkel en Rodenrijs. We interviewden hem om meer te horen over zijn betrokkenheid bij Als kanker je raakt.

Kunt u kort iets over uzelf vertellen?

Mijn naam is Paul Lieverse. Ik ben geboren in 1954, het jaar waarin de eerste kleuren-tv op de markt kwam en de wereld voor het eerst kennismaakte met ‘Lord of the Rings’. Ik ben opgeleid als anesthesist en pijnarts, en heb gedurende de laatste 30 jaar van mijn medische carrière gewerkt in de Daniel den Hoed Kliniek in Rotterdam, een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in de behandeling van kankerpatiënten. Inmiddels ben ik met pensioen, maar nog steeds actief als lid van de gemeenteraad voor de ChristenUnie, als kerkenraadslid in mijn woonplaats, en als docent aan het Evangelisch College.

Hoe bent u betrokken geraakt bij de Stichting Als kanker je raakt?

Voor de eerste uitgave van het boek ‘Als kanker je raakt’ werd ik door de redactie gevraagd om een hoofdstuk te schrijven. In dit hoofdstuk bespreek ik de impact van het horen van een kankerdiagnose en het ‘gevecht’ dat daarop kan volgen. Deze ervaring heeft mijn betrokkenheid bij de stichting verdiept.

Wat inspireert u om deel te nemen aan het comité van aanbeveling van de stichting? Wat spreekt u aan in hun benadering?

De missie van de Stichting raakt me diep, en ik wil deze boodschap graag verder uitdragen. Kanker, of de impact daarvan in je gezin of vriendenkring, kan je leven totaal overhoop halen, inclusief je geloofsleven. De Stichting biedt steun in beide aspecten: zowel bij de medische en emotionele uitdagingen van kanker als bij de rol van het christelijk geloof daarin. Die wisselwerking tussen geloof en genezing fascineert me. Als arts en nu ook in mijn pastorale werk zie ik hoe beide elkaar kunnen versterken, hoewel dat vaak een moeizaam proces is.

Heeft kanker ook in uw persoonlijke leven een rol gespeeld?

Ja, kanker heeft mijn familie persoonlijk geraakt. Mijn zus is op jonge leeftijd overleden aan borstkanker en mijn zwager aan darmkanker. Maar wat mij misschien nog wel het meest heeft geraakt, zijn de vele patiënten die ik op de pijnpoli heb begeleid. Hun verhalen en de moed die ze toonden, blijven me bij.

Welke hoopvolle dingen ziet u gebeuren, ook wanneer mensen ernstig ziek worden?

Vaak zie ik dat mensen hun prioriteiten verschuiven na een diagnose. Ze gaan minder focussen op geld en carrière en richten zich meer op wat werkelijk van waarde is, zoals het herstellen van verwaarloosde relaties. Dat is natuurlijk iets positiefs, al blijft het niet altijd zonder verdriet en pijn.

Waarom is het belangrijk, denkt u, om contact te zoeken met lotgenoten die een vergelijkbare ervaring doormaken?

Hoewel ieder mens uniek is en niet iedereen dezelfde vragen of behoeften heeft, kan het contact met lotgenoten bijzonder waardevol zijn. Wie iets soortgelijks heeft meegemaakt, kan vaak beter luisteren en begrijpen. Zo’n hartelijk en diepgaand contact biedt veel troost.

Wat ziet u als sterke punten van de Stichting Als kanker je raakt?

De Stichting heeft meerdere sterke punten, maar wat er voor mij uitspringt, is de aandacht voor rouw en de ontmoetingsdagen. Daarnaast zijn de weekenden voor tieners bijzonder waardevol. Het is geweldig om te zien hoeveel vrijwilligers zich keer op keer inzetten om dit in verschillende regio’s mogelijk te maken.

U komt spreken op een ontmoetingsdag of benefietconcert. Waarom zou u mensen aanraden om te komen, en wat kunnen ze verwachten van uw verhaal?

Ik hoop uiteraard dat de aanwezigen genieten van de muziek en de liederen, en dat ze meezingen. Mijn verhaal is slechts een bijrol, waarin ik vooral mijn bewondering wil uitspreken voor de mensen die alles op alles zetten om tegen deze ziekte te strijden. Ik zal daarbij enkele inspirerende voorbeelden delen. Op een ontmoetingsdag, zoals op 5 oktober in Berkel en Rodenrijs, zal ik dat diepgaander en uitgebreider doen.

Wat waardeert u het meest aan de Stichting Als kanker je raakt?

Wat ik nog wil benadrukken, is de grote rol die vrijwilligers spelen in deze stichting, van bestuursleden tot degenen die activiteiten organiseren. Met wat extra financiële steun zou de stichting wellicht een extra betaalde kracht kunnen aannemen, wat het werk enorm zou vooruithelpen. Dat is mijn hoop voor de toekomst van de Stichting.

Komt u naar het benefietconcert 21 september? aanmelden kan hier. 

Kostbare tijd

Eindigheid van het leven 

De eindigheid van mijn leven houdt me momenteel nogal bezig. Het tempo waarin de kanker steeds opnieuw terrein wint in mijn lichaam beangstigt me. Mijn houdbaarheidsdatum ligt daarom misschien dichterbij dan we vermoeden. Vandaar deze blog over schaarse, kostbare tijd.

Gelukkig zijn er ook nog steeds behandelmogelijkheden. Die grijp ik dus graag aan. Binnenkort start mijn volgende chemotraject. Hopelijk blijf ik daardoor voorlopig nog even palliatief en word ik nog niet terminaal.

De deskundigen 

Over tijd in relatie tot ziekte en sterfelijkheid zijn de afgelopen jaren mooie, wijze dingen geschreven. Om mezelf en jullie te inspireren en bemoedigen deel ik mijn vondsten graag met jullie.

Zijnsvergetelheid  

Fokke Obbema, journalist, redacteur en schrijver,  interviewde voor zijn nieuwste boek ‘Stervelingen’ (1) een aantal mensen over hun ervaringen met sterfelijkheid. Hij sprak o.a. met journalist, schrijver en redacteur Koen Haegens. Sinds een ingrijpende persoonlijke ervaring met zijn eigen sterfelijkheid verwondert Haegens zich dat de meeste mensen leven alsof ze het eeuwige leven hebben. Door die zijnsvergetelheid, dat wil zeggen je eigen eindigheid niet onder ogen (willen) zien, denken we zeeën van tijd te hebben. Onze tijd jagen we er vaak gedachteloos doorheen. Bijvoorbeeld door urenlang op social media, apps en games te zitten. De tijd glipt dan als het ware, zonder hoogtepunten of dieptepunten door je vingers. ‘Verstrooide tijd’ noemt Haegens dat. Hij schreef er ook een boek over (2). Hoe meer uren we op die manier doorbrengen, des te minder ze eigenlijk waard worden, tijdinflatie dus.

Sterfelijkheidsbewustzijn 

Ingrijpende levensgebeurtenissen zoals kanker kunnen ons echter snel op het andere been zetten, namelijk dat van sterfelijkheidsbewustzijn. Dat bewustzijn kan somber en angstig maken. En niet onterecht. want de overlevingsstatistieken van diverse kankersoorten zijn niet positief. De kunst is echter, zegt Haegens, om een goede balans te vinden tussen beide. Dus je naderende einde niet systematisch ontkennen, maar er ook niet de hele dag mee bezig zijn. Zijnsvergetelheid hebben we immers ook nodig om positief en krachtig in het leven te blijven staan. Die balans vinden is in de praktijk best een opgave, ook voor een levenskunstenaar zoals ik.

Toegewijde tijd 

Als tegenhanger van verstrooide tijd pleit Haegens voor ‘toegewijde tijd’. Ofwel je tijd zinvol besteden op basis van bewuste keuzes, gericht op specifieke doelen. Plus de discipline om je daaraan te houden. Daarmee vergroot je niet alleen de kwaliteit van je leven maar ervaar je ook meer geluk en zinvolheid. Een wijze les, niet alleen voor ernstig zieke mensen, maar eigenlijk voor iedereen.

Onvermijdelijke vraag: Hoe lang heb ik nog? 

Wanneer je, zoals ik, een levensbedreigende, progressieve ziekte hebt, is het onvermijdelijk dat de vraag ‘Hoe lang heb ik nog?’ af en toe opwelt. Een concreet antwoord daarop is echter lastig want de overlevingsstatistieken bij kanker zijn gebaseerd op gemiddelden. De meeste artsen zijn bovendien niet zo dol op deze vraag. Alhoewel ik hun antwoorden inmiddels uit mijn hoofd ken, vraag ik het ze af en toe toch. Wie weet levert het me nieuwe informatie op.

Triomfantelijk 

Bijna triomfantelijk kom ik uit het gesprek met de gynaecoloog die ik recent vanwege nieuwe klachten bezocht. De eerste arts die ik, na 5 jaar leven met kanker, een concreet antwoord heb weten te ontfutselen. Ik vertelde haar dat ik vermoed nog maar max 2 jaar te hebben. Ze keek me indringend aan en antwoordde: ‘Ja, als je héél veel geluk hebt’. Even voelde ik me triomfantelijk. Hoera, eindelijk een concreet antwoord!

Korreltje zout 

Naderhand besef ik natuurlijk dat ik deze uitspraak met een korreltje zout moet nemen. De oncoloog, waar ik al 5 jaar onder behandeling ben, bevestigde dat. ‘Want, er is immers zoveel onzeker. Verdraag je de volgende chemokuren? Slaan ze voldoende aan? Ontstaat er tijdens de behandelingen niet op andere plekken nieuw tumorweefsel? Of komen er andere complicaties bij? We weten het allemaal niet. Maar wel goed dat je een realistisch beeld hebt’. Jaja, mijn verstandelijke Ik snapt de boodschap, maar tegelijkertijd blijft het ook mega frustrerend. Want hoeveel tijd hebben mijn liefsten en ik nog echt? 

Betere vraag: Hoe goed heb ik nog? 

De bekende longarts en schrijver Sander de Hosson, gespecialiseerd in palliatieve zorg, bekijkt het vanuit een andere invalshoek. Je moet jezelf eigenlijk niet de vraag stellen ‘Hoe lang heb ik nog? ‘maar ‘Hoe goed heb ik nog?’. Daarom pleit hij tijdens bijeenkomsten, op social media en in zijn boek (3) voor ‘leven toevoegen aan de dagen’ in plaats van ‘dagen toevoegen aan het leven’. Bij de keuzes die behandelend artsen en patiënten samen maken zou dus het doel niet moeten zijn om ons leven zo lang mogelijk te verlengen, maar om kwaliteit van leven te vergroten. Niet langer maar kwalitatief goed leven dus!

Kloktijd en belevingstijd 

Voormalig geestelijk verzorger, schrijver en veelgevraagd spreker Marinus van de Berg schreef veel waardevolle boeken, o.a. het boek Rouwen in de tijd (4). Daarin schrijft hij o.a. over kloktijd en belevingstijd. Het dagelijks leven van veel mensen wordt geregeerd door de kloktijd (chronos), de tijd waarin met een oog op de klok volgens planning allerlei activiteiten verrichten. De beleving van tijd (kairos) verloopt echter anders. Wanneer je bijvoorbeeld wacht op een belangrijke medische uitslag, duurt de tijd in je beleving soms heel lang. Wanneer je gezellige tijd met anderen doorbrengt of wanneer je een goed boek leest, gaat de tijd soms sneller voorbij dan je dacht.

Haasttijd en vertraagde tijd 

Leven in kloktijd gaat vaak gepaard met haast. Want de klok dicteert hoe laat je de deur uit moet, bijvoorbeeld om op tijd op je werk te komen, de kinderen op tijd op school te krijgen, op tijd van het ene bij het andere overleg te komen, op tijd bij je sportles te zijn etc. Bij serieus verlies van gezondheid kom je veelal in vertraagde tijd terecht. Gewone dagelijkse dingen kosten dan meer tijd en energie, en je kan minder dingen op een dag doen. Daardoor kan je een kloof ervaren tussen jouw wereld en die van de mensen om je heen, waarin alles gewoon door lijkt te gaan alsof er niets is veranderd.

Langzaam leven in de tussentijd 

Mensen die rouwen, bijvoorbeeld over verlies van gezondheid, verkeren volgens Van den Berg in een tussentijd,  tussen kloktijd (haasttijd) en vertraagde tijd in. Een tijd waarin je opnieuw zin- en betekenisgeving moet zoeken nadat  belangrijke vanzelfsprekendheden zijn weggevallen. Rouwen vereist dus de tijd nemen, vertragen en stilstaan. Van den Berg pleit daarom voor langzaam leven, dat wil zeggen jezelf de tijd gunnen die je nodig hebt om ‘te dealen’ met je verlies en weer om op verhaal te komen. Dat kan ook eenzaam zijn. Want, hoe graag mensen je in tijden van tegenslag ook nabij willen zijn, de echte verwerking moet je toch zelf doen. In eenzame tijd dus.

Zoeken naar houvast

‘Waarom deze rondleiding langs diverse interessante deskundigen?‘ vraag je je misschien af? Wat voegt dit eigenlijk toe?’ Voor mij best veel. Want het grotere besef van mijn eindigheid maakt alles anders. Naast ervaringsverhalen van lotgenoten heb ik daarom behoefte aan goede, inspirerende gidsen (zoals boven) die helpen te duiden waar ik nu sta en die handreikingen bieden op mijn pad.

Mijn leven in de tussentijd 

Mijn huidige leven speelt zich af in de tussentijd. De ongewisse tijd van houdbaarheidsdatum onbekend. In die tussentijd gelden andere regels en heb ik andere behoeften dan voorheen. Samengevat is dit nu mijn belangrijkste koers:

  •   Kostbare tijd 

    Onze grootste valkuil in deze fase is schaarste-denken. Met als bijbehorende, belangrijkste valkuil-vragen: Hoeveel tijd heb ik nog? En: Wat wil je nu nog doen, voordat het straks niet meer kan? Met soms goedbedoelde adviezen om nu, nu het nog kan, mijn bucketlist, die ik overigens niet heb, af te werken. Het liefst voor de start van het volgende chemo-traject en sowieso voordat ik doodga. Denken en praten in termen van schaarste is echter beslist niet helpend. Ik word er verdrietig en gefrustreerd van.

Daarom probeer ik vanaf nu niet meer te spreken van schaarse tijd maar van kostbare tijd. Dat voelt positiever en geeft meer ruimte om mijn tijd te besteden aan wat er écht toe doet.

  • Kwali-tijd (Quality of life) 

    Waar wil ik mijn kostbare tijd het liefst aan besteden? Best een ingewikkelde vraag, want kwaliteit van leven heeft, net als een diamant, veel verschillende facetten en is bovendien veranderlijk. Misschien wel het allerbelangrijkste: Spend time with people you love. Dus tijd met mijn dochters, met lieve vriend(inn)en en familie. Daar word ik heel gelukkig van. Zowel in goede als in mindere tijden. Tot de dood ons scheidt.

Nu maar hopen dat mijn liefsten, die veelal een vol kloktijd-leven hebben, ook voldoende tijd in hun eigen leven inplannen voor mijn QOL-behoefte. 

  • Stille tijd, me-time 

    In deze fase heb ik meer dan voorheen behoefte aan stille tijd. Tijd voor bezinning, meditatie, contact met mijn ziel en God/ het grotere geheel. Tijd om terug te blikken, om dankbaar te zijn voor alles wat het leven mij heeft gebracht en tijd om verdrietig te zijn. Verdriet over dat mij geen lang leven meer is gegund en dat ik- net als mijn moeder- een groot deel van het leven van mijn dochters niet meer zal meemaken. Hopelijk helpt deze invulling van mijn stille tijd om mijn aardse leven vredig te kunnen loslaten wanneer het mijn tijd is.

  • Trage tijd 

    Door late gevolgen van chemo ben ik al een paar jaar aan het vertragen, want door al die behandelingen lukt het me al langere tijd niet meer om up-tempo, zoals tijdens mijn oude, werkzame leven, te functioneren. De nieuwe chemokuren zullen opnieuw een aanslag op mijn conditie zijn. Dus het is belangrijk om goed te luisteren naar mijn lichaam en mijn dagelijks inspanningen daarop aan te passen. Of soms helemaal niets te doen. Vertragen en stilstaan dus. Tijd verstrooien en lummelen horen daar ook bij, zeker wanneer dat bijdraagt aan mijn kwaliteit van leven.

  •    Alles heeft zijn tijd 

    Wij mensen denken dat we alles in de hand hebben. Dus ook dat we ons leven en onze tijd kunnen managen. Maar dat is een illusie. Want het leven is verwarrend en vol onverwachtse gebeurtenissen. In het boek Prediker (5) vers 3:1-4 staat hierover geschreven: ‘God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven’.

‘Voor alles wat er gebeurt is er een uur,

een tijd voor alles wat er is onder de hemel.

Er is een tijd om te baren

en een tijd om te sterven,

een tijd om te planten

en een tijd om te rooien.

Er is een tijd om te doden

en een tijd om te helen,

een tijd om af te breken

en een tijd om op te bouwen.

Er is een tijd om te huilen

en een tijd om te lachen,

een tijd om te rouwen

en een tijd om te dansen’

‘Toch kan de mens het werk van God niet doorgronden. Voor de mens is niets goeds weggelegd behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten’ (Prediker 3:11-15). Dat hoop ik dus nog geruime tijd van dit kostbare Godsgeschenk te mogen doen.

  • Geluksmomenten 

    Maar wat is tijd eigenlijk meer dan een aaneenschakeling van momenten? Betekenisvolle geluksmomenten kan je op elk moment ervaren, als je je er maar voor open stelt. Ik hoop dat het me tijdens het komende behandeltraject, ook op mindere dagen, blijft lukken om steeds opnieuw geluksmomenten te ervaren. Dan blijft het leven voorlopig ruimschoots de moeite waard! De tijd zal het ons leren.

En jij? 

Ben jij net als ik palliatief? En bevind jij je net als ik in trage, tussentijd? Wat is in deze fase voor jou kwaliteit van leven? Welke invulling geef jij daaraan?

Of voel je je als relatief gezond mens, ook geïnspireerd door deze blog? Wat spreekt jou daarin met name aan?

Ik ben benieuwd naar je reactie!

Christa van Werkum

Hoe doe je dat? Vakantievieren nadat je lief is overleden? 

De belangrijkste reden voor mij om mee te gaan was: vakantie vieren en even in een andere omgeving zijn. En als dat ook nog kan met lotgenoten, hoe mooi is dat? Want: hoe doe je dat? Vakantievieren nadat je lief is overleden?
Ik had geen idee en vond het mooi dat de Stichting deze reis aanbood. Fijn om een week samen te lopen in de zoektocht die rouwen is. Want ook daar was ik naar op zoek: verhalen en ervaringen van lotgenoten. Om er van te leren. Het is namelijk moeilijk als de liefde niet dood is, maar je geliefde wel. En je jezelf opnieuw moet uitvinden.

Die andere omgeving, dat lukte. Prachtig om in een schitterend landhuis in Lavercantière te verblijven. En dat praten met lotgenoten ging vanzelf. Ongelofelijk hoe leeftijdsverschillen, of wat er tussen mensen ook maar aan ongemak kan zijn, wegvallen als je dat ene deelt wat wij allemaal hebben meegemaakt, namelijk het verlies van onze partner.

Er was een mooie gedachtenisplek met foto’s van onze geliefden waar we elke dag een kaarsje bij aanstaken. Er waren meditaties. Er was lekker eten, er was muziek en er was een hele special huishond: Beau.

We hebben gelachen en gehuild, gewandeld, bij het zwembad gezeten of gezwommen, film gekeken, samen gekookt en afgewassen, we zijn naar Rocamadour geweest en we hebben gepraat, gepraat en nog eens gepraat.

Een enorm waardevolle reis waar ik met warme gevoelens op terugkijk. En die mij echt een stap verder in mijn rouwreis heeft gebracht.

Marjo (nabestaandenreis 13 – 18 mei)

Terugblik op de Ontmoetingsdag ‘Als kanker je raakt’ in Nieuwerkerk aan den IJssel 

Het begon met een ‘goedemorgen’ van Rob Favier dat ons moest wakker schudden. Een praatje en mooie liedjes om over na te denken. En ook met een humoristische inslag. Rob was daarin geïnspireerd door Toon Hermans. ‘De ene mens is de andere niet, maar de mens heeft wel veel veerkracht. Leef intens, met een lach en een traan. De tijd leert hoe het verder gaat. Wij van Als kanker je raakt zullen er voor je zijn. Weet ook dat er altijd Eén bij je is!’ 

Marinus van den Berg sprak samen met ons over rouw en gemis. Hoe ga je hiermee om? Ben je open of gesloten naar jezelf of naar diegenen die heel dicht bij je staan? Soms voelt het gemakkelijker om met een buitenstaander te praten. Een luisterend oor en steun in heel belangrijk. Steun, ook in de vorm van een moment stil zijn, een oogcontact. Iemand die naast je komt zitten. Die kleine dingen zijn o zo belangrijk. Omkijken naar elkaar. Niet van: ‘Hoe gaat het?’, maar ‘Hoe gaat het vandaag met jou?’. 

De workshop ‘Rouw in mijn hart’ was open en oprecht. Iedereen kon zijn/haar verhaal doen. Soms ook met een kwinkslag en met een lach en een traan. 

Bij de workshop ‘Voor jou met kanker’ werd gewerkt met zinnen en trefwoorden die jou hebben geraakt of hebben aangesproken in je leven. Het was vooral je leven voor en na kanker. Je vertrouwt je lichaam niet meer. De tijd leert hoe het gaat. Belangrijk is: praat met iemand, zoek steun! 

Er heerste deze dag een ongedwongen sfeer en vertrouwen. In alles was er herkenning en erkenning. Het was een goed verzorgde dag, ook voor de inwendige mens. 

De dag werd afgesloten met een column over deze dag, gemaakt door Rob Favier. En we kregen een aardigheidje mee van Als kanker je raakt. Hartelijk dank voor alles en voor al de ontmoetingen. Goed dat ik er was! 

Maria 

Terugblik op de ontmoetingsdag ‘Gebroken hart’

Ik had mij opgegeven voor de ontmoetingsdag ‘Gebroken Hart’ op 13 april jl. als ouder van wie een kind is overleden aan de gevolgen van kanker. Een aantal jaren geleden heb ik ook deelgenomen aan een ontmoetingsdag van Als kanker je raakt en dat vond ik toen heel bijzonder.

Onze dochter is in 2011, op 17-jarige leeftijd, overleden aan de gevolgen van een hersentumor. Zij is zeven maanden ziek geweest.

Zaterdag 13 april ben ik dan ook naar Doornspijk gereden waar de bijeenkomst plaatsvond. Het was een mooie zonnige dag en de locatie was perfect: Landgoed Klaarenbeek. We werden ontvangen met koffie en gebak en konden nog lekker buiten zitten. Mathilde de Wit en Leo Vroegindeweij ontvingen namens de stichting de gasten. Na een overdenking van Leo gingen we ‘aan de slag’.

We waren met 9 ouders. Na een voorstelronde gingen we binnen de sessie voortzetten. We plaatsten een foto van onze kinderen en staken een lichtje aan. We konden op een mooie steen de naam van ons kind schrijven. Er ontstond zo een mooie gedenktafel.

Marjan van’t Spjjker, een ervaren rouwtherapeute, hield een interessant presentatie over ‘wat is rouwen’ en de ‘cirkel van verlies’, waarbij er genoeg ruimte was voor vragen en emoties.

Na de goed verzorgde lunch hebben we een bordspel gespeeld. Een therapeutisch spel waar je aan de hand van vragen je ervaringen kon delen. Rond 16.00 uur rondden we de bijeenkomst af met een uitgebreide kop koffie en drankje en namen afscheid van elkaar.

Het was een fijne bijeenkomst. Vermoeiend omdat er vele emoties loskomen, maar je kon tenminste weer voluit over je kind spreken met lotgenoten.

 

Met vriendelijke groeten,

Eric Roodenburg

Terugblik Dirksland ontmoetingsdag ‘Als kanker je raakt’

Op 23 maart was er in zalencentrum Onder de Wiek in Dirksland de ontmoetingsdag ‘Als kanker je raakt’. Hieronder een terugblik van één van onze gasten.

Zaterdag 23 maart was het zover en ging ik met twee andere lotgenoten op weg naar Dirksland, benieuwd wat de dag ons brengen zou. Alle drie waren we al meerdere keren bij een ontmoetingsdag of themadag geweest, maar toch is het iedere keer weer spannend en roept het ook weer emoties op.

We werden hartelijk ontvangen in verenigingsgebouw Onder de Wiek. Heerlijke koffie met een echte Zeeuwse bolus. We waren met een groep van ongeveer 16 personen, waaronder ook twee fysiotherapeuten die uit professionaliteit aanwezig waren. Mooi om te zien dat ook professionals zich interesseren in deze dagen.

Rob Favier leidde de dag en opende met een van zijn mooie, maar ook ontroerende liedjes. Het lied ging over de woorden die op het dak van een boerderij staan: ‘Jezus redt’.  Hoe bureaucratie ervoor kan zorgen dat de naam Jezus zelf het NOS-nieuws haalt. Geweldig.

Daarna een voorstelrondje, waarin we kennis maakten met elkaar en benoemden welk verlies we geleden hebben en de pijn die dit nog steeds met zich meebrengt. Dit maakt altijd indruk en is ook zo divers. De verhalen gingen over het verlies van een partner, kind, broer en gezondheid. Heel verschillend en toch samenbindend in erkenning en herkenning.

Hierna kwam Ineke Vliem aan het woord. Zij nam ons mee aan de hand van een kaart naar ‘Het Land van Ooit’ met hierop de levensrivier afgebeeld met alle thema’s van rouw die we tegenkomen. Heel erg interessant hoeveel plekken op de kaart zijn uitgezet die linken aan ons rouwpad. Hoe kom je dan aan in Nieuw Land? Dit is een hele weg met vallen en opstaan. Voor iedereen heel herkenbaar. Het was heel leerzaam en ook door de interacties verdiepten we ons in het rouwpad dat we te lopen hebben. Zoveel verschillende gedachten, emoties en vragen.

Daarna zong Rob voor ons nog een lied en werden we verwend met een heerlijke broodmaaltijd. Hierna waren er twee workshops: een spel ‘Ons bestaan op ons bordje’ en de creatieve workshop. Ik had de creatieve workshop gekozen en we gingen aan de slag met tijdschriften, verf, lijm en allerlei leuke frutseldingen om hiervan een mooie collage te maken die linkte aan ons verlies of kleur van hoop. Al knippend en scheurend komen er emoties los en kijk je het verdriet weer in de ogen. Creativiteit geeft me altijd een bijzonder gevoel en kan soms meer dan woorden.

Na afloop was er een evaluatie over de workshops en de dag die door iedereen positief werd ervaren. Met een hoofd vol herinneringen reed ik weer huiswaarts, ook deze ontmoetingsdag gaf weer hoop. Hoop op een Toekomst vol van Hoop.

Tannie Blankenstijn

 

Terugblik ontmoetingsdag Nieuwerkerk a/d IJssel

Vandaag zit ik in de Camino. Camino betekent weg en meestal zít je niet op een weg, maar lóóp je er op. Behalve natuurlijk als je de A12 wilt blokkeren. En de Camino de Santiago is een bedevaartsroute waarbij je loopt naar Santiago de Compostella. Die route wordt vaak in delen gelopen die dan toch weer één geheel vormen. Net zoals het leven. Je hebt allerlei verschillende fases die toch weer alles met elkaar te maken hebben. Dat geldt ook voor verdriet, rouw en gemis. En hoe lang je over zo’n fase doet, kan en mag niemand jou vertellen en voorschrijven.

Van sommige fasen weten we het bij benadering. Zo denkt men wel dat de puberteit ongeveer klaar is als je zestien wordt. Maar dat is onzin, want ik denk zelf dat ik eigenlijk helemaal nooit uit de puberteit ben gekomen. Sommige mensen vragen tenminste al jaren wanneer ik nu eens volwassen word. Maar als volwassen worden betekent dat je de dingen maar moet leren accepteren zoals ze zijn, blijf ik liever een puber. Het is maar vanuit welk perspectief je kijkt. Als je ziek bent, wordt het perspectief vaak heel anders. En dat begrijpt niet iedereen, dus het is belangrijk om elke keer te vragen of je elkaar wel goed verstaat.. Maar hoe moeilijk kan het zijn elkaar te verstaan als er soms niet eens woorden zijn om uit te drukken wat je voelt?

Nee, de bedevaartsroute die we moeten lopen, is geen vanzelfsprekende. Nu ben ik zelf niet zo’n loper eerlijk gezegd. Ik doe het liever op de racefiets. Of dat iets zegt over mijn levenstempo laat ik maar in het midden. Maar wie goed om zich heen kijkt bij de reis naar het bedevaartsdoel, mag soms hulp ervaren van wie je het totaal niet verwacht. Een tijdje geleden had ik met de fiets een lekke band in de regen en de kou. Er stopte een middelbare scholier die spontaan aanbood om mij te helpen. Terwijl we bezig waren, kwam er aan de overkant iemand voorbij. De jongen zwaaide en zei: “Dat is mijn moeder”. Vijf minuten later kwam er weer iemand aan de overkant voorbij. De jongen zwaaide weer en sprak: “Dat is mijn zus”. Ze stopte even en vroeg of alles goed was. “Ja hoor” riepen we samen en ze vervolgde haar weg.

Maar toen opeens kregen we stapelellende: de reserveband bleek ook lek te zijn. Mijn vrouw was niet thuis en ook de buurvrouw en een goede vriend bleken niet in staat om mij op te halen. Waarop de jongen wederom sprak: “ik bel mijn zus wel even”. En zo gebeurde het dat ik een moderne versie van de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan mocht meemaken Zuslief kwam en bracht mij spontaan naar huis, 15 kilometer verderop. Ze vertelde me onderweg dat ze die ochtend gebeden had om een bijzondere ontmoeting en dat ík dat dan wel moest zijn.

Tja, dat zei mijn vrouw ook 46 jaar min één dag geleden. Tussen haakjes: Bloemen en cadeaus kunt u laten bezorgen op het bekende adres in Groot-Ammers. Maar als ík dan die bijzondere ontmoeting was, terwijl ik niet door rovers in elkaar geslagen was en ze me ook niet halfdood langs de weg hadden laten liggen, hoe troostrijk kan het dan zijn als je wél gewond bent? Ze hebben mij niet naar een herberg gebracht, maar soms kan iemand een herberg voor je zíjn. Ook als je de weg even kwijt bent. En of dat dan moet worden uitgedrukt in kalendertijd of belevingstijd zal me worst wezen. Iemand heeft je gezien en dáár ben ik helemaal weg van  

Rob Favier

Lotgenotencontact: We zijn niet alleen

Naarmate ik langer met kanker leef, groeit mijn verlangen om ervaringen uit te wisselen met lotgenoten. Soms doe ik dat met vrouwen die dezelfde soort kanker hebben als ik. Maar er is ook nog iets anders dat mij met andere kankerpatiënten verbindt, namelijk mijn geloof. Het geloof dat we nooit alleen zijn en dat er altijd iemand is die over ons waakt. En het geloof dat we God ook kunnen ontmoeten in onze medemens. In het dagelijkse leven praat ik echter weinig met anderen over mijn ziekte en hoe ik daarbij steun probeer te putten uit mijn geloof. Enerzijds omdat ik anderen niet steeds tot last wil zijn met mijn verhaal, anderzijds omdat niet iedereen in mijn omgeving ‘iets met God heeft’. Het bezinningsweekend in Otterlo leek me daarom een mooie mogelijkheid om gelijkgestemden te ontmoeten en ervaringen te delen. En ook om daar bemoediging te vinden voor de weg die nog komt.

Spannend

Twee-en-een-halve dag met onbekenden doorbrengen leek me trouwens ook best spannend. Want behalve dat wij, en onze naasten, allemaal door kanker geraakt zijn, zijn we ook allemaal individuen, met ieder zijn/haar eigen verhaal, eigen geloofsbelevenis en eigenaardigheden. Dus ook spannend. Maar mijn verlangen naar lotgenotencontact won het van de angst. Dus ik heb me aangemeld.

Ook bleef het tot op het laatste spannend of ik fit genoeg was om ook echt te kunnen deelnemen, want met de grilligheid van kanker en behandelingen is het lastig ver vooruit te plannen. Maar het is gelukt! Twee-en een halve dag heb ik in april samen met 5 andere deelnemers en 2 begeleiders deelgenomen aan het bezinningsweekend van onze mooie Stichting. Vrouwen en mannen die net als ik al langere, of kortere tijd kanker hebben of die hun dierbaren aan kanker zijn verloren. Het weekend was in alle opzichten top! In deze blog deel ik graag iets meer over dit mooie weekend en wat het mij (en hopelijk anderen ook) heeft gebracht.

Warme start

Het weekend begon in ieder geval goed. In een gezellig ingericht ruim groepshuis, op een rustige plek met weids uitzicht, aan de rand van het bos van Otterlo kregen we een hartelijke ontvangst van onze begeleiders, Pauline en Rinze. Daarna was er ruim de tijd om te landen en bij te komen van de reis. Met koffie en thee en heerlijke zelfgebakken taart, de eerste kennismakingsgesprekjes, een verkennend wandelingetje in de omgeving of, zoals in mijn geval, met even rusten. Heel fijn dat daar ook in het verdere programma steeds voldoende ruimte voor was.

Mooi programma

Het strekt te ver om hier gedetailleerd te vertellen over alle programma-onderdelen. Maar één ding is  zeker: Rinze en Pauline hadden een mooi programma  voor ons samengesteld! Met elke ochtend, voor het ontbijt, een fijne gezamenlijk dagstart in de vorm van een meditatie, een mooie lezing en gebed. Met tijdens elk dagdeel betekenisvolle thema’s over waar wij als kankerpatiënten en naasten van mee te maken hebben (daarover onder meer). En steeds ruimte voor individuele bezinning en uitwisseling van ervaringen. Tussendoor was er ook steeds tijd voor gezellig, informeel samenzijn en muziek. Niet alleen tijdens de goed verzorgde maaltijden, maar ook tussendoor. Of, voor wie wilde, gelegenheid voor stilte, rust, alleen zijn of even lekker naar buiten. Een mooie balans, zeker ook voor mensen zoals ik die beperkingen qua belastbaarheid ervaren.

Betekenisvolle thema’s

Wanneer je, zelf of als naast van, door kanker geraakt wordt, krijg je in sneltreinvaart veel voor je kiezen. Aan de hand van een aantal thema’s hebben we daar individueel en gezamenlijk bij stil gestaan. Veel ‘grote’ thema’s zijn daarbij langs gekomen, zoals: Wie ben je en waar kom je vandaan? Wat zijn hoogtepunten en dieptepunten in je leven? Van wie krijg je energie en wie kosten je energie? Hoop en verlangen. Angst en verdriet. Bezig zijn en betekenisgeving. En over leven met onzekerheid en loslaten.

Heel bijzonder om in zo’n kort tijdsbestek met behulp van goede leiding en mooie, afwisselende werkvormen en inspirerende teksten zo vertrouwelijk uit te wisselen over belangrijke thema’s die ons allen raken én om een band op te bouwen met mensen die je helemaal niet kent. De uitdrukking ‘Waar 2 of meer in Mijn naam aanwezig zijn, ben Ik in uw midden’  was ook dit weekend goed voelbaar.

Dankbaar

Hier zit ik dus als dankbaar mens. Dank aan onze mooie Stichting die dit weekend mogelijk heeft gemaakt. Dank aan onze fijne begeleiders Pauline en Rinze, die vanaf het begin een sfeer van vertrouwen en veiligheid hebben gezet. Dank aan alle deelnemers die allen openhartig hun persoonlijke ervaringen en emoties hebben gedeeld en ook warmte en gezelligheid hebben gebracht. En dank ook voor het fijne huisje met uitzicht op heide en bos, de heerlijke maaltijden en goede verzorging. Plus nog 3 onverwachtse extra bonussen: de uitgebreide boekenkast met geestelijke voeding, de fraaie professionele fotoreportage van Henk-Jan en de Tai-Chi-les van Christel op zondagmorgen buiten tussen de bomen.   ‘En God keek naar alles dat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was (Genesis 1:31, NBG51)’.

(© Fotografen: Henk-Jan, Wim en Christa)

Tot slot

Beste mensen, deze mooie vorm van bezinning en lotgenotencontact wens ik iedereen die geraakt is door kanker toe! Dus houd de berichtgeving van AKJR in de gaten als je zelf ook eens wilt deelnemen. Tot slot nog een mooi gebed voor ons allen. Tijdens het weekend door Pauline voorgelezen.

 

Waak lieve heer over wie werken, waken of wenen vannacht en laat uw

engelen hen behoeden die slapen. Zorg voor de zieken, Heer Christus:

geef rust aan vermoeiden, zegen de stervenden, troost wie lijden,

heb medelijden met wie beproefd worden, bescherm wie blij zijn,

en dat alles omwille van uw liefde.
Amen

(Book of Common prayers)

 

Meer lezen?

Warren, Tisch Harrisson. Boek Bidden in de nacht. Voor wie werken, waken en wenen. (2021). Uitgeverij van Wijnen, Amersfoort.

Oorspronkelijke title: Prayer in the night. For those who work or watch or weep. InterVarsity Press (2021).

 

Christa van Werkum

Alles komt goed!

 

 

De afgelopen maanden heb ik regelmatig gesproken met mensen die ziek zijn, mensen die in angst hebben gezeten of een kleinkind het wel zou redden, met nabestaanden en met mensen die bij iemand die horen die kanker heeft of heeft gehad. En kijken we dan naar de zin: ‘Alles komt goed!’ dan klinkt dat vaak erg makkelijk, want dat wordt nog weleens gezegd, soms tegen beter weten in. Begrijpelijk, want we hopen en bidden voor de zieken en hun naasten dat het goed komt.

En dan mogen we het Paasfeest vieren, het feest van de Opstanding, de Verrijzenis van Jezus, een lentefeest wordt het ook wel genoemd. Een feest om vooruit te kijken naar de toekomst die er voor ons is bij God. En hoe een mens er ook naar uit kan zien, als je hier op aarde leeft, wil je blijven en er nog niet aan denken dat je leven snel voorbij zal zijn.

En toch komt dit veel voor binnen onze stichting, er wordt veel geleden, maar er is ook hoop, er wordt veel gebeden, alleen die gebeden worden niet altijd verhoord.

Hoe ingewikkeld is ziek zijn, rouwen en hopen in een wereld waar het ook nog eens erg onrustig is. Hoe ga je daar als mens mee om? Kunnen wij leren van het verhaal van Pasen? Kunnen wij kracht en troost halen uit de weg die Jezus voor ons is gegaan?

Want de woorden ‘Alles komt goed!’ zeggen we nog weleens te makkelijk tegen elkaar. Want we weten dat de realiteit van het leven soms heel anders is. Het is niet makkelijk om te geloven in een hoopvolle toekomst. Maar het zijn wel woorden van hoop: God belooft ons een nieuwe wereld zonder pijn en verdriet, een toekomst die van Hem is.

Kunnen wij daar iets van laten zien door er voor elkaar te zijn, vooral in tijden van ziekte en zorg? Want als we deze hoop doorgeven en naast onze zieken en nabestaanden staan, geven we de hoop van Pasen door in het geloof dat alles goed komt.

Dat vind ik zo ontroerend in het Paas Evangelie van Johannes 20: 1-18, waarin Maria uit Magdala huilend op zoek gaat naar Jezus. Jezus zei tegen haar: ‘Maria’. Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’

In dit gedeelte van Johannes 20 zien we mensen die in de war zijn, twijfelen en verdriet hebben op de morgen van de Opstanding, letterlijk de weg kwijt zijn.

En dan roept Jezus in het grootste verdriet wat je als mens kunt hebben ‘Maria’ op een manier die je alleen kunt zeggen tegen iemand waar je heel veel van houdt.

Zo doet God dat ook voor u, jou en mij. Op de diepste momenten van verdriet, angst en twijfel in ons leven roept God ook ons, wil Hij er voor je zijn, hoe moeilijk het soms ook is.

Kunnen we dan zeggen door alles heen, hoe zwaar kuren en behandelingen ook zijn, op momenten waarop je denkt: ‘dit grote verdriet kan ik gewoon niet dragen’, kun je je dan gedragen voelen door

God en kracht putten uit het Paas Evangelie? Dat is wel wat ik u allen toewens, dat de Liefde van Jezus en de Kracht van God helpt om het leven te leven en we kunnen zeggen: ‘Alles komt goed!’

 

Joke Pennewaard

 

 

Opruimen alsof de dood me op de hielen zit

De laatste tijd ben ik als een dolle aan het opruimen. Alsof de dood me op de hielen zit. Misschien is dat ook wel zo, maar dat weet ik gelukkig nu nog niet. Waarom dan toch die haast en hoe pakt dat uit?

Don’t kill your darlings
Ze zeggen wel eens ‘don’t kill your darlings’. Maar één voor één ben ik dat nu toch aan het doen. Met pijn in mijn hart heb ik begin dit jaar het lidmaatschap van mijn prachtige beroepsvereniging opgezegd. Vervolgens heb ik met spijtige gevoelens het bijbehorende officiële predicaat ‘Noloc erkend loopbaanprofessional’ van mijn social media verwijderd. Want wanneer je geen lid meer bent van de club, mag je die ‘titel’ niet meer dragen. Extra spijtig omdat ik vorig voorjaar hard heb gewerkt aan mijn hercertificering. Beretrots was ik om dit officiële kwaliteitskeurmerk, na een geslaagde comeback van mijn 1e ronde kanker, opnieuw te verwerven. Door terugkerende ziekte en opnieuw 2 chemo-trajecten heb ik de afgelopen 1,5 jaar echter helaas weinig op mijn vakgebied kunnen doen. Echt heel jammer.

Ook heb ik me recent afgemeld bij mijn regionale Noloc-intervisiegroep. Door behandelingen en fysieke beperkingen nam ik weliswaar al 1,5 jaar niet meer deel aan bijeenkomsten maar voor mijn gevoel hoorde ik er toch nog een beetje bij. Nu niet meer. Einde van een tijdperk. Definitief professioneel niet meer mee kunnen doen is verdrietig en pijnlijk.

Dieper, droever, definitiever
Vorig jaar heb ik al een begin gemaakt met het grote opschonen: mijn beroeps-en bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering opgezegd, mijn zakelijke bankrekening opgeheven en diverse werkgerelateerde abonnementen stopgezet. Toen was mijn praktische redenatie: ‘Waarom zou ik allerlei verzekeringen, lidmaatschappen en abonnementen aanhouden waar ik geen gebruik meer van maak?’. Nu voelt het anders. Dieper, droever en definitiever. Want na 2 recidieven heb ik nu echt de hoop opgegeven op een succesvolle, volwaardige, professionele rentree op de arbeidsmarkt. That sucks!

Weemoed
Nu is mijn zakelijke account aan de beurt. Mijn zakelijke mailadres houdt binnenkort op te bestaan. Inwendig stilletjes huilend loop ik één voor één alle digitale mapjes in mijn werkmailbox na. Ik bewaar wat fiscaal nog van belang is en delete daarna de rest. Ook mijn prachtige, professionele website ChristaVersterkt gaat binnenkort uit de lucht. Met weemoed denk ik terug aan alle uurtjes die ik daar destijds samen met mijn broer als websitebouwer in heb gestoken. Dat het opheffen van mijn bedrijf er zo in hakt, overvalt me toch. Opheffen doet pijn.

Uitputtend
Al dat opschonen en opheffen is behalve verdrietig ook uitputtend. Al deze shitty administratieve klusjes vereisen namelijk elke keer energie en geconcentreerde aandacht. Voor een ‘normaal gezond’ persoon misschien een klusje wat je ‘even’ tussendoor doet, maar voor mij een flinke klus. Sinds mijn chemo’s is mijn dagelijkse portie energie en concentratie beperkt. Of komt die uitputting ook door alle emoties die hiermee gepaard gaan? Mijn hele werkzame leven, met alle ups en downs, komt nu immers voorbij. Ik dacht dat ik door eerdere werkverlies ervaringen inmiddels voldoende gehard was, maar niet dus. Noodgedwongen, onvrijwillig afscheid nemen van 35 jaar actief werkend leven is zwaarder dan ik dacht. Hoe graag had ik mijzelf als 62-jarige immers een latere, andere, meer succesvolle afronding van mijn werkende bestaan gegund!

Waarom dan toch?
‘Waarom doe ik al dit opruimen mezelf nu toch aan?’ vraag ik me af. Waarom stel ik dit niet uit tot na mijn dood? Dan bespaar ik mezelf immers een hoop verdrietige, vermoeiende taakjes. Waarom dan toch deze vreemde vorm van zelfkwelling, al die ophef-arbeid? Ik kan mijn tijd toch immers beter besteden aan vrolijkere dingen?

Wanneer ik nu niks opruim komen alle administratieve taakjes t.z.t. , na mijn overlijden, vanzelf op de actielijst van mijn dochters. Wie dan leeft, die dan zorgt. Eigenlijk wil ik ze dat niet aandoen. Een overleden moeder (houdbaarheidsdatum onbekend) zonder al die shitty administratieve klusjes is immers voor hen al verdrietig genoeg. Dus doe ik het nu toch maar zelf. Proactieve types zoals ik vinden het namelijk ook heel fijn om alles zo lang mogelijk zelf te regelen. En er is nog een andere reden.

Opschonen = onder ogen zien
Mijn opschoondrift, ik noem het gekscherend ‘mijn professionele suïcide’ komt wellicht wat masochistisch over, maar het helpt ook bij mijn verwerking. De feiten ogen zien, je verlies nemen en bewust rouwen hoort immers bij afscheid nemen. Al opschonend kies ik er nu dus bewust voor om ook deze draak vol in de bek te kijken. Net zoals ik dat eerder ook met andere ingrijpende gebeurtenissen heb gedaan. Partir c’est mourir un peu. Dat ontkennen, ontvluchten of wachten tot het overgaat past niet zo goed bij mij. Misschien schrijf ik er nog eens een vervolgblog over.

Troostende bijvangst
Opschonen van mijn professionele leven brengt me behalve weemoed en verdriet ook trots en dankbaarheid. Wauw, wat heb ik in mijn professionele leven ontzettend veel gedaan en mogen bijdragen! (zie mijn LI-profiel). Beste werkgevers, aardige collega’s, zeer gewaardeerde opdrachtgevers, lieve coachees, trainings-, workshop- en assessmentdeelnemers: Dank voor jullie vertrouwen. Dank dat ik op deze manier heb mogen bijdragen. Dat ik dat allemaal heb mogen en kunnen doen! Wat een rijke, troostende bijvangst! Goede herinneringen sterven nooit!

Achterdeurtje
En…. ik houd natuurlijk nog een klein achterdeurtje open. Wie weet ga ik als vrijwilliger redacteur bij mijn patiëntenvereniging binnenkort weer eens iemand interviewen en een artikel schrijven? Of komen er af en toe weer mensen met werk gerelateerde vragen zomaar mijn huiskamer binnenwandelen? Ik sta ik popelen om je te helpen! Een oude vos verleert immers nooit haar kunstjes! Opruimen betekent dus niet ‘opgeven’. Ik ben er nog!

Praktische tip: orde op zaken
Tot slot nog één praktische tip aan iedereen die net als ik te maken heeft met een chronische, voortschrijdende ziekte. Of eigenlijk ook aan gezonde, ouder wordende medemensen: Begin tijdig met administratief orde op zaken te stellen. Dat brengt niet alleen rust in je hoofd, maar is ook prettig voor je nabestaanden wanneer ze ooit, na jouw overlijden, al jouw financieel/administratieve zaken moeten afhandelen. Hiervoor zijn ook diverse goede, praktische hulpmiddelen beschikbaar, zoals bijvoorbeeld de digitale wegwijzer (via de site https://www.mijnzakenoporde.nl/) en de praktische gids voor mensen met kanker, geschreven door kankerlotgenoot Carolien Hovenier. Voor meer informatie zie onder.

En jij?
Zit jij in een vergelijkbaar schuitje als ik? Moe(s)t jij ook om gezondheidsredenen officieel afscheid nemen van je werkzame leven? Hoe is dat voor jou? En wat helpt jou hierbij? Fijn als je je ervaringen wilt delen! Als je hierover eens wil praten, stuur me ajb via het contactformulier een berichtje. Liefst inclusief telefoonnummer of email.

Hartegroet
Christa

Meer informatie?
• Hovenier, C. Dubbel verdriet is niet nodig. Praktische gids voor mensen met kanker. Uitgeverij Lucht (2020)
• Vollenhoven, mr. C van en Smit, mr. C. Mijn zaken op orde. Digitale wegwijzer voor het leven (2018). www.mijnzakenoporde.nl/
• ChristaBlogt: Ben je benieuwd naar mijn eerdere blogs over kanker en werk? (bv blog 8,10,11,16,25,30 en 31). Zie christablogt.blogspot.com/
• ChristaVersterkt (mijn professionele website, nog tot medio maart 2024 in de lucht): www.christaversterkt.nl
• Werkum, drs. E.C. Mijn LinkedIn profiel: nl.linkedin.com/in/christavanwerkum