Column Rob Favier

Het was een kleine drie kwartier rijden om vanuit de beschaving van de Alblasserwaard af te dalen naar de oergebieden van Strijen. In een zaal die het Oudeland genoemd werd, ontmoetten wij elkaar en het werd al snel hartverwarmend. Maar of ik dat met een d moest schrijven of met een t, daar moest ik nog even over nadenken. Er werd inderdaad hard verwarmd waardoor wij ons duidelijk in zuidelijker streken waanden. Maar het bleek niet helemaal te kloppen, want de nieuwe cv was nog niet goed ingeregeld. Bovendien werd me al snel duidelijk dat hartverwarmend toch met een t moest, want er werden bijzondere ervaringen gedeeld en aandachtig naar elkaar geluisterd.

Zo leerden we van Marinus dat iedereen op zijn of haar eigen manier ziek is. Vergelijken met anderen is zinloos en soms meedogenloos. Als er bijvoorbeeld gezegd wordt dat die ánder heel dapper is. En ook de verschillende reacties van kinderen als een van de ouders ziek wordt. We hebben het vaak niet goed in de gaten. Maar het deed me denken aan mijn eigen kinderen toen ze met een jongerenkoor op tournee in het buitenland zouden gaan. Ze kregen alle drie een envelop met daarin belangrijke informatie over de tournee en zaken die geregeld moesten worden. De oudste maakte de envelop open, las alles aandachtig door en zei niets, maar regelde het in stilte perfect. Nummer twee maakte de envelop open, las alles aandachtig door en riep enigszins gestressd: ‘Tjonge wat moet ik opeens een boel regelen! Dat gaat me nooit lukken.’ En deed niets. Over nummer drie kunnen we kort zijn: hij maakte de envelop niet eens open. Wat ons als ouders heel veel extra werk bleek te kosten. Maar ieder reageert op zijn eigen manier en de vraag is wat goed is, verkeerd, sterk of zwak.

Maar op een dag waarop de neerslaggoden voor de zoveelste keer een poging waagden om in het Guiness Book of Records te komen, hadden we het goed met elkaar. Zelfs in de periode van het jaar die vaak als een van de meer neerslachtige tijden wordt beschouwd. Ik als zomermens begrijp er ook niets van dat het weer kouder moet worden en nog kouder. En het is een tijd vol tegenstrijdigheden, want terwijl ik inmiddels mijn dikke winterjack heb opgezocht, doen de bomen een voor een hun jas uit. Waarom is dat toch? Straks staan ze allemaal in hun blootje in de kou.

Ik heb me daar jaren over lopen opwinden, maar daarmee verander je het niet. Soms heb je het gevoel dat gebeurtenissen geen zin hebben en volkomen onnodig zijn. Wat is de zin van ziek zijn? Iedereen heeft misschien wel voor zichzelf een redenering waarmee hij of zij de dingen probeert te duiden, maar dat bomen hun jas uittrekken terwijl ik loop te kleumen… dan komt toch de waarom vraag bij mij op. Tot ik afgelopen week een inzicht kreeg. Ik keek zoals elke dag naar mijn vriend aan de overkant van de sloot die daar al vele jaren boom staat te wezen en ik zag hoe hij zich elke dag een beetje meer uitkleedt. Maar opeens begreep ik het. Want doordat hij zijn jas uittrok, werd het op mijn kamer lichter. Zou dat het zijn? Dat zou dus betekenen dat als iedereen zijn denkbeeldige buitenkantjas durft uit te trekken, het een stuk lichter wordt in de wereld. Wellicht omdat je dan elkaars hart kunt zien. En gedeelde smart is geen halve smart, maar het voelt wel anders.

 

Rob Favier

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *