Column van Rob Favier
Column van Rob Favier, gemaakt naar aanleiding van de Ontmoetingsdag ‘Als kanker je raakt’ in Waddinxveen op 1 oktober 2022.
Toch altijd weer spannend die dagen van Als kanker je raakt. Ga ik geen verkeerde of domme dingen zeggen? Want het ligt natuurlijk altijd supergevoelig. Ik stap in de auto en rijd richting Waddinxveen. Opeens verschijnt er een gedeeltelijke regenboog. Ik, als enthousiast wielrenner, denk meteen aan de regenboogtrui, die de wereldkampioen om zijn schouders mag hangen. Zie je wel: ik kan de hele wereld aan!
Maar het is wel een gedeeltelijke regenboog. Voordat ik het weet, is hij opeens verdwenen en begint het te stortregenen. O ja, dat hoort er ook nog bij. Geen regenboog zonder regen, maar ook geen regenboog zonder zon. Als gevoelsmannetje vind ik dat wel lastig, maar van Marinus mag elke emotie er zijn. Dus ook die van mij blijkbaar. Ik hoef dus ook niet alles naar de positieve kant uit te leggen, maar mag gewoon eerlijk zijn. Tegenover mezelf en tegenover anderen.
Even kijken op welk gekleurd lapje van Marnella (Vlasblom – red.) ik vandaag zou gaan staan. Alleen vandaag, want morgen kan het weer anders zijn. Maar de mensen die ik hier vandaag heb ontmoet, zorgden er samen voor dat er een goede, open sfeer was waarin we met elkaar konden lachen en ook dodelijk serieus konden luisteren. Het leven is maar ingewikkeld. Zeker als er iets in je lijf gebeurt waarvan het lijkt of we er geen grip op kunnen krijgen. Kun je dan niet beter tegen iemand zeggen dat het wel meevalt of dat het wel goed komt? Zoals Johan Cruijff destijds stoer voor de camera zei dat hij de longkanker ging overwinnen? Zijn dat dan soms de dooddoeners en het doodzwijgen waar iedereen eigenlijk ongelukkig van wordt?
Ik heb vandaag veel meegekregen. Gereedschap om te leven. Gereedschap om om te gaan met verdriet en rouw, voor als het leven of de dood je rauw op je dak vallen. Maar misschien was er één ding dat er voor mij uitsprong. Een detail eigenlijk. Ik denk veel in beelden en kan die ook heel diep in mij opnemen. En toen ik nog bezig was met allerlei technische en praktische zaken, zoals de afstelling van het geluid en uittesten, kwam er een heel klein kindje binnen. Het zat onbevangen op de arm van oma en wat leken wij even allemaal groot.
Ik had helemaal geen baby’s hier verwacht. Maar het deed me denken aan ons eigen begin. En aan hoe het kind in ons langzaam verdween door wat wij volwassen noemen. Een rol spelen, ook in tijden van ziekte. Gewenst gedrag vertonen om de omgeving niet te veel met jezelf op te schepen. Hoe mooi zou het kunnen zijn als we dat kind weer leren koesteren. Even weg durven kruipen bij elkaar. Uithuilen tot iemand er een kusje op geeft. Dat is de regenboog met de zon in plaats van met de regen. Toen ik van de week weer eens een gekke bui had, schudde mijn vrouw glimlachend haar hoofd en zei liefdevol: ‘Wat ben je toch nog een kind af en toe!’ Dat was het mooiste compliment dat ik kon krijgen.
Marnella Vlasblom was op de Ontmoetingsdag in Waddinxveen één van de sprekers.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!