Kaarsjes branden

Mijn moeder brandde vroeger altijd kaarsjes. Voor haar kinderen, haar kleinkinderen. Voor iemand die het moeilijk had. “Ik zal een kaarsje voor je branden” zei ze dan. Dat was best ongebruikelijk bij ons, in die tijd. We waren niet katholiek, maar protestant, en daar was kaarsjes branden niet zo de gewoonte. Mijn oudste zus heeft de gewoonte van kaarsjes branden overgenomen. Ook zij brandde altijd kaarsjes voor van alles en iedereen. Ik ben het jongste zusje, negentien jaar leeftijdsverschil, en sinds ik ziek werd, in 2014, heeft ze heel wat kaarsjes voor mij gebrand. Dat weet ik zeker.

Nu is mijn oudste zus overleden. 84 jaar oud. Thuis in haar huis, in haar eigen bed, met haar dochter en kleindochter om haar heen. En kaarsjes. Precies een week eerder sprak ik haar nog door de telefoon, ze voelde zich niet zo lekker, en een week later is ze rustig en kalm weggegaan. Verdrietig, natuurlijk, mijn dierbare, stijlvolle zus. Maar ook dankbaar dat het zó is gegaan.

Omdat door corona en fysieke afstand niemand op bezoek kon, werd er gebeld en ge-appt en lieve berichtjes ingesproken. Liefde en genegenheid op afstand. Troost op afstand. Iemand die mijn zus zeer na staat, schrijft,componeert en zingt zelf liedjes. Ze heeft een liedje gemaakt en ingezongen en in de appgroep geplaatst. Een liedje speciaal voor mijn zus. Over het kaarsjes branden wat ze haar leven lang heeft gedaan en over een lichtje sturen ondanks fysieke afstand. Ik moest er om huilen. Ik vind het zo prachtig. Zo ontroerend en troostvol. En niet alleen omdat ik mijn zus er in herken, maar ook omdat het zo’n mooie gedachte is om een kaarsje te branden voor een ander. Denken aan, bidden, een lichtje sturen, hoe je het ook wilt noemen. Het is troostrijk voor iedereen. Wat hebben sommigen van ons het moeilijk. En je kunt zo weinig voor elkaar doen. Maar een kaarsje branden, dat kan wel. Ik wil jullie een lichtje sturen. Een lichtje voor wie het moeilijk hebben. En wij mogen ons eigen kaarsje aansteken aan Het Licht dat naar de aarde kwam voor ons mensenkinderen.

Ik heb gevraagd of het mooie liedje gedeeld mag worden. Ik wil het jullie niet onthouden. Het mag troostvol zijn voor iedereen die het wil luisteren. Oudste zoon heeft er een video van gemaakt. Op deze manier brand ik op afstand een kaarsje voor jullie allemaal.

En kaarsjes branden; ik moest die traditie nu maar overnemen.

Door Lenneke de Mooij
Lenneke de Mooij heeft uitgezaaide eierstokkanker. Daarbij is ze actief voor Olijf, het netwerk voor vrouwen met gynaecologische kanker. “Kan ik mijn ziekte en situatie misschien ombuigen zodat er iets zinvols uit voort kan komen?” vroeg ze zich af. In haar blogs voor Als kanker je raakt deelt ze daarom haar ervaringen en bevindingen over hoe ze leeft met de ziekte kanker in haar leven.

Een ‘andere’ kerst

“Kan het echt niet 2 weken later?” Het is 2 december en we zitten aan het bureau van de hematoloog in het Erasmus MC. De afgelopen maanden van immunotherapie waren een voorbereiding op de allogene stamceltransplantatie van mijn man Lennart. Het plan was dat deze in het begin van het nieuwe jaar plaats zou vinden, maar blijkbaar is er iets veranderd. 16 December opname, 23 december de transplantatie is wat we te horen krijgen. Gemiddeld duurt de opname voor een allogene stamceltransplantatie minimaal 4 weken maar dit kan gerust ook 10 weken of langer zijn. Dat is even slikken, want dat betekent hoe dan ook dat Lennart de feestdagen doorbrengt in het ziekenhuis.

De hematoloog schudt zijn hoofd. “Helaas, de immunotherapie heeft zijn werk gedaan en de donor zit al in het medische traject. Alle seinen staan op groen. We kunnen hier gezien de urgentie niet langer mee wachten”. Oké, dat is even schakelen. Er volgt nog veel uitleg over wat er komen gaat. Midden in de coronapandemie is deze kerst voor iedereen even anders, maar we beseffen steeds meer: kerst 2020 wordt er voor ons zéker één om nooit te vergeten.

In de aanloop naar de feestdagen krijgt Lennart zware chemo’s en totale lichaamsbestraling. Tegen de tijd dat de kerstdagen zijn aangebroken is zijn lichaam al erg verzwakt. Eten gaat lastig en blijft er maar met moeite in. Desondanks willen we toch stilstaan bij de geboorte van de Zaligmaker en een beetje kerst vieren. Het ziekenhuis heeft een speciaal menu samengesteld. Aangezien de chemo voor zeer specifieke voorkeuren zorgt, wordt alleen het toetje van witte chocolademousse besteld, liefst x 6. Zelf krijg ik de opdracht om wraps van thuis mee te nemen maar deze bestelling wordt later op de dag weer geannuleerd. Het lukt maar niet om het overgeven onder de knie te krijgen. Nadat ik zelf een online kerkdienst heb gekeken vertrek ik naar het ziekenhuis. In de centrale hal staat een kerstboom te pronken en onderweg naar de afdeling kom ik hier en daar nog wat versiersels tegen. Ondanks de vreemde situatie draagt dit toch bij aan het “kerstgevoel”. Eenmaal aangekomen in Lennart’s kamer zie ik dat het naar omstandigheden best goed gaat. Het ziekenhuis heeft de patiënten een lichtgevende, van kleur veranderende ster gegeven. Ik vind het eerlijk gezegd een kitscherig ding, maar het fleurt de neutrale ziekenhuiskamer wat op. Ik tover een tafelkleedje en lampjes uit mijn tas en zet droogbloemen in een glas. Droogbloemen, want levende bloemen en planten kunnen ziektes en schimmels met zich meedragen en dat is gevaarlijk. Een compleet kerstdiner zit er niet in maar er komt een feestelijk toetje op tafel. En daar zitten we dan. Onze eerste kerst als getrouwd stel. Onze tweede kerst samen. Op de 11e verdieping, aan een tafel voor twee met een waanzinnig uitzicht over Rotterdam. Zonder die kitscherige ster zou ik bijna denken dan we een chic kerstdiner op de Euromast nuttigen. Ondanks alles hebben we het goed samen. Lennart heeft de kracht om een uurtje uit bed te zijn. Om wat te eten. We zijn samen. We hebben elkaar nog en ik mag tot 9 uur ’s avonds in het ziekenhuis blijven. Zo genieten we van het toetje en van deze bijzondere kerst.

Terwijl Lennart na het uurtje uit bed in een lange diepe slaap belandt zit ik aan zijn bed te mijmeren. Deze dag was zo slecht nog niet. Morgen, op tweede kerstdag, begint er weer een ronde chemo. Geen idee wat voor bijwerkingen dat weer gaat geven, maar vandaag neemt niemand ons meer af. Het waarderen van de kleine dingen is een van de grote levenslessen die kanker met zich meebrengt. Het heeft ons veerkrachtig gemaakt, dankbaarder ook voor de kleine dingen die er juist zo toe doen. Terwijl ik Lennart’s hand vasthoud realiseer ik me dat het niet uitmaakt hoe en waar we kerst vieren. Het gaat om de boodschap, het feest dat licht en hoop in de wereld brengt. En zo krijgen de kleine dingen voor ons een grote betekenis en werd kerst 2020 er voor ons inderdaad eentje om nooit te vergeten.

Als ik een paar uur later thuiskom en de kat begroet krijg ik een appje. “Jammer van het toetje, alles is er weer uitgekomen”. Ik glimlach. Ondanks dat het toetje ons complete kerstdiner omvatte, was dat wel het minst belangrijke van deze dag.

Geschreven door Jasmijn Blokland-Kunst

Klein geluk

De tijd heelt alle wonden? 
Ze zeggen wel eens ‘de tijd heelt alle wonden’. Misschien wel wanneer je een schrammetje op je knie hebt of een brand- of snijwond aan je hand hebt. Van een valpartijtje, een  hete pan of een nét te scherp mes. De oplossing: Maak de wond goed schoon, doe er een zalfje, gaasje of pleister op, dan herstelt het lichaam zich binnen een weekje meestal vanzelf. Misschien nog wel sneller wanneer je er ook een lieve kus op krijgt. Zo mooi werkt de natuur!  

Bij kanker en andere ernstige ziektes weet ik inmiddels uit persoonlijke ervaring verloopt herstel iets ingewikkelder. Tijd is dan niet per definitie de oplossing. Want sommige klachten helen niet, in kanker-jargon noemen we dat ‘late gevolgen’. Daar kan je soms behoorlijk veel last van hebben, want sommige restklachten veroorzaken dagelijks veel ongemak. En soms word je niet meer beter. Dus de tijd heelt helaas niet alle wonden.  

Klein geluk helpt!
Wat wel helpt is klein geluk. Klein geluk helpt om moeilijke periodes beter te doorstaan en om, voor zover mogelijk verder te herstellen en te helen, lichamelijk, mentaal en emotioneel. Toevallig, of niet, heb ik daar veel ervaring mee. Die deel ik graag ter inspiratie met jullie in deze blog. 

Elke dag klein geluk
Soms komen goede mensen en positieve dingen naar je toe, zonder dat je daar iets voor hoeft te doen. Dat geldt ook voor klein geluk. Dat komt in vele gedaanten op je pad als je er maar voor open staat. Zoveel klein geluk als ik de afgelopen jaren heb ervaren, ik kan er bijna niet genoeg van krijgen om erover te schrijven.  Het lag steeds binnen handbereik, binnenshuis en buitenshuis, zelfs toen ik ernstig ziek was en mijn actieradius door kanker behoorlijk beperkt was. Ik hoefde alleen maar rond te kijken en elke keer was het er. Dan doel ik op alle kleine, waardevolle geluksmomenten in je leven in de vorm van lieve medemensen, gebeurtenissen, je geloof en vanuit jezelf. 

Lieve mensen, Engelen op mijn pad
Allereerst een paar voorbeelden van alle Engelen die sinds mijn ziekte op mijn pad zijn gekomen. Het waren (en zijn) er velen! Bijvoorbeeld: Al die lieve mensen die tijdens mijn ziekte, behandelingen en herstel voor me hebben gebeden, me positieve energie hebben gestuurd en kaarsjes voor me hebben gebrand: familie, vrienden, bekenden en onbekenden.  

Alle mensen die me lange tijd bemoedigende berichtjes en ansichtkaarten hebben gestuurd. M’n hele kamer hing er vol mee. Hartverwarmend!  

De aardige medicijn-rondbreng-man, die elke 3 weken nieuwe pillen van de apotheek bij mij thuis bezorgde toen ik niet fit genoeg was om die zelf op te halen. Hoeveel leuke gesprekjes hebben wij wel niet samen gevoerd? Steeds persoonlijker. Wat een aardig, betrokken mens!  

De zorgzame kantinejuffrouw in het revalidatieoord, waar ik na mijn operatie 2,5 week verbleef om op te knappen. Toen niks me meer smaakte als gevolg van de chemo’s en medicijnen deed zij gewelde pruimen (nee, geen krenten, haha) in mijn Brinta pap. Oh, wat heb ik daarvan gesmuld! 

Onze dominee, die mij steevast elke 3 weken belde om te vragen hoe ik de laatste chemo had doorstaan plus mooie gesprekken met hem op de veranda over zware onderwerpen. Niet omdat ik om zijn bezoek had gevraagd, maar omdat hij als een goede herder over mij, als ziek schaapje, waakte. Alleen wonen en ernstig ziek zijn is eenzaam en zwaar. Dus fijn om te weten dat hij en anderen over mij waakten.

Alle familieleden, vrienden en kennissen die regelmatig boodschappen voor mij hebben gedaan, mijn wassen hebben gedraaid, opgehangen, afgehaald en opgevouwen, soep voor me hebben gemaakt (mijn soepvriend), eten voor me hebben gekookt en gebracht (mijn kookvriendinnen) en me gezelschap hebben gehouden. Wat een rijkdom en geluk, al die kleine daden van medemenselijkheid! 

Lotgenotencontact: via mijn patiëntenvereniging, via www.kanker.nl en via onze mooie christelijke Stichting. Heel steunend om te ervaren dat ik niet de enige ben die dit mee maakt.  

Samen met mijn jongste dochter WK-voetbal kijken en tussendoor kletsen. Fijne bliksemafleider bij alle narigheid. In slaap vallen op de bank terwijl mijn oudste dochter dichtbij zittend op haar laptop typt. Rustgevend en vertrouwd. 

Andere vormen van klein geluk
Behalve al die lieve mensen waren er toen ik ernstig ziek was ook veel andere bronnen van klein geluk. Vooral heel veel zintuigelijk geluk, bijvoorbeeld: 

  • de merel die in het voorjaar van vroeg tot laat in de boom voor mijn huis zong, koolmeesjes en roodborstjes in de tuin, lekker pikkend aan zadenbollen 
  • het weiland vlak bij mijn huis met afhankelijk van de lichtval steeds andere kleuren groen
  • schaapjes en paarden in de weide, de geur van pas gemaaid gras  
  • ontluikende en bloeiende appelbloesems, klaprozen, zonnebloemen etc. 
  • het spel van wind en geluid in volle kersenbomen  
  • mijn glazen Engelenbeeld met ernaast een brandende kaars voor alle gebeden en schietgebedjes die ik tijdens mijn behandeltraject en daarna liggend op de bank heb gedaan 
  • mooie, hoopvolle, troostrijke liederen, zoals bijvoorbeeld Lied 221 (zie  onderstaand linkje) 
  • de ziekenhuiskapel waar ik na elke behandeling even ging zitten om mijn zorgen en verdriet neer te leggen bij God, te danken en te bidden

    en nog veel meer.  

Geluk vanuit jezelf 

En ‘last but not least’: geluk vanuit mezelf. Ik herinner me bijvoorbeeld:  

  • Het trotste gevoel wanneer ik weer 50 meter verder kon lopen.  Na een aantal weken trainen kon ik eindelijk de entree van het voetbalveld bereiken en mijn jongste dochter weer zien voetballen. Schijnbaar kleine afstand, groot geluk. 
  • Ondanks alle misère kunnen genieten van kleine dingen, ook al duurde het soms maar heel kort 
  • Dankbaar zijn voor al het positieve dat er elke keer weer is. 


Lied: Zo vriendelijk en veilig als het licht: https://youtu.be/8JorQXOjiR0 

Heilzaam en helend
Kortom: klein geluk is er altijd. Als je er voor open staat, zie je het opeens overal en komt het overvloedig op je pad. Het is heilzaam en helend. Wanneer je eenmaal de smaak te pakken hebt, wil je nooit meer anders. Je hoeft bovendien niet eerst ernstig ziek te worden om klein geluk te kunnen ervaren.  

Bij deze wens ik iedereen die dit leest dus veel geluk in het nieuwe jaar! 

En jij?
Ben jij net als ik al een verzamelaar van klein geluk? Heeft dat jou ook zoveel gebracht tijdens je behandelingen, verdere herstel en daarna? Of word je misschien niet meer beter en ervaar je ondanks dat nog steeds klein geluk? Of ben je inmiddels weer) een gezonde medemens en net als ik een blije levensgenieter? Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen. 

Levendige groet,
Christa 

In het voorjaar van 2019 kreeg Christa van Werkum onverwachts de diagnose kanker. Een tijd is het goed gegaan, maar in het najaar van 2022 wordt Christa opnieuw behandeld, de kanker is weer actief in haar lichaam. De ziekte geeft haar veel waardevolle levenslessen. Die levenslessen deelt ze graag met anderen via haar blog.

Wereldlichtjesdag- laat het licht stromen

Angst is een slechte raadgever. Het belemmert ons om te vertrouwen, wanneer we reageren uit angst. Door angst, stromen de dingen niet meer. De liefde en genegenheid, maar ook het verdriet en gemis. Door angst stopt dit en kunnen we alleen primair reageren. Vlucht, vecht, of bevries gedrag. Vluchten gaat niet, vechten waartegen? Dus blijft bevriezen over. Maar als mijn gevoelens niet stromen, krijg ik het gevoel erin te verdrinken. Ik kan mijzelf net overeind houden om niet kopje onder te gaan. Alles vliegt mij aan en komt massaal, tegelijkertijd op mij af en ik moet er maar mee zien de dealen. Dit wil ik niet, dit kan ik niet, dit moet anders, maar hoe?

Zodra dit besef ontstaat, weet ik dat er weer werk aan de winkel is. Dit soort situaties, brengt het gemis om Esmee weer geheel aan de oppervlakte, maakt mij tot een slachtoffer en dat wil ik niet. Ik ben geen slachtoffer maar een survivor! Stromen moet het, stromen in mijn hoofd en in mijn lijf. Loslaten is het antwoord, loslaten en overgave. Hoe precies weet ik nog niet, wat ik wel weet is dat schrijven helpt. Schrijven geeft gedachten, gedachten geven gevoelens en gevoelens geven tranen, waardoor verdriet stroomt. Bidden helpt ook, bidden en aanwezig zijn in Zijn nabijheid. Ook dat gevoel mist, geeft onrust, maar ik weet dat het helpt. Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, is wat in mijn hoofd gaat zingen….

Wereldlichtjesdag, een dag waarop licht stroomt over de gehele wereld, ter herinnering, aan de kinderen die wij moeten missen, maar ook een verwijzing naar het heerlijke Licht wat nog gaat komen. Alleen dat geeft echte troost en verbinding.

Laat het los, geef je over……veilig in Zijn armen!

Kijk je mee met Wereldlichtjesdag op 12 december om 19:00?

Toen mijn lichaam me in de steek liet

Aarzeling
Even heb ik geaarzeld om een blog te schrijven over mijn zieke lichaam. De meeste mensen zitten immers niet te wachten op verhalen over andermans kwalen. En zeker niet op verhalen over heftige behandelingen, nare bijverschijnselen en andere ellende. Dat geldt voor ziektes in het algemeen en in het bijzonder voor kanker. Daar rust nog vaak een taboe op. Misschien omdat het te pijnlijk is om ons voor te stellen hoe ziek je van kanker kan worden? Of omdat verhalen over kanker ons te veel met onze eigen sterfelijkheid confronteren?

Confronterend
Natuurlijk vind ik het zelf soms ook confronterend om over mijn ziekte te schrijven. Want ernstig ziek zijn is heftig èn pijnlijk èn verdrietig. Dus jezelf bewust herinneren wat er allemaal is gebeurd, is niet altijd gemakkelijk.

En natuurlijk wil ik, net als velen, liever als gezond en sterk gezien worden dan als ziek en zwak. Maar als fan van Brené Brown (hoogleraar Universiteit Houston, onder meer bekend van haar onderzoek, boeken en TED-talks over kwetsbaarheid, schaamte en moed) vind ik kwetsbaarheid tonen juist krachtig. Vandaar deze blogs. Het is het waard!

Wees gerust
Dus wees gerust, ik ga jullie niet vermoeien met een gedetailleerde opsomming van al mijn kwalen of medische details. Daar wordt op andere sites al ruimschoots over geschreven. Het belangrijkste dat ik met jullie wil delen is hoe ik met mijn situatie en haperende lichaam ben omgegaan èn wat het mij na een lang en diep dal uiteindelijk in positieve zin heeft gebracht.

Hoe het begon
Het begon 2,5 jaar geleden met een paar vervelende klachten. Toen die na een paar weken niet over waren, ben ik naar de huisarts gegaan. Die stuurde mij na een paar simpele onderzoekjes plus een serieus ‘vermoeden van’ door naar het ziekenhuis. Na een echo en CT-scan kreeg ik officieel de diagnose. Die hakte er als een mokerslag in. Dàt had ik niet zien aan komen. Ik weet nog goed dat ik na het gesprek met de internist op een muurtje voor het ziekenhuis zat te huilen. Zo onwerkelijk en oneerlijk allemaal!

Silent killer
Mijn variant wordt ook wel de ‘silent killer’ genoemd. Het rottige van eierstokkanker -voor de liefhebbers van medische termen ‘ovariumcarcinoom’ – is namelijk dat het meestal pas in een vergevorderd stadium wordt ontdekt. Dan is het dus al uitgezaaid in je buik. Zoals bij mij. Of nog erger: in de rest van je lichaam. Godzijdank bij mij niet. Dat maakte mijn behandelperspectief iets gunstiger. Maar ongewis was het allemaal wel. De overlevingsstatistieken over mijn type kanker zijn namelijk niet echt opbeurend om te lezen. Na aanvankelijk verdriet heb ik besloten om me daar niet door te laten leiden. Ik ga voor het overlever-scenario!

Behandeltraject
Na de diagnose zette het ziekenhuis mijn behandeltraject meteen in gang. In mijn geval: via een drain ettelijke liters vocht uit m’n buik halen plus opiaten tegen de pijn. Twee weken daarna startte mijn eerste chemo. Dat waren beslist geen kleintjes. Ze duurden telkens bijna een hele dag. Elke keer gingen lieve familieleden of vrienden mee. Heel steunend!

Met een flinke doos vol pillen anti-misselijkheid, anti-hoge hartslag, anti-pijn, vòòr een goede darmwerking en anti-nog-veel-meer ging ik dan naar huis.

Lamlendig
De eerste week na elke chemo voelde ik me lamlendig, misselijk en doodmoe. Amper in staat om voor mezelf te kunnen zorgen. Werken, voor mijn tienerdochter zorgen, huishoudelijke activiteiten, actief sociale contacten onderhouden lukten al snel niet meer. Want ik te ziek, te moe, te misselijk, te gestressed en te emotioneel labiel.

Beproeving
Met hulp van vrienden en familie, veel inspanning en wilskracht krabbelde ik in week 2 en 3 na elke chemo steeds weer een beetje op. Telkens nèt genoeg om aan de volgende chemo te mogen. Ook had ik vervelende pijn in m’n buik. Dat gaf fysiek veel beperkingen. Toen de pijn in de loop van de tijd niet afnam- de arts noemde dit een a-typisch ziektebeeld – werd de hoeveelheid opiaten langzaam opgeschroefd. Want ik moest tenslotte voldoende ‘fit’ zijn voor de daaropvolgende chemo’s, de operatie en de chemo’s daarna. Maar ja, die enorme cocktail van medicijnen had ook weer allerlei bijwerkingen. Dus al met al een flinke beproeving. Ik heb me fysiek, mentaal en emotioneel nog nooit zo beroerd gevoeld als toen. .

In de steek gelaten
Toen ik nog gezond was beschouwde ik mijn lichaam -net als veel andere mensen- eigenlijk als iets dat het overwegend als vanzelf deed. Nou ja, ik had wel wat gezonde levensmaatregelen: ik at gezond, dronk met mate, sportte regelmatig en ging overwegend op tijd naar bed. Maar kennelijk is dat niet toereikend om te voorkomen dat je het krijgt.

Door de kanker heeft mijn lichaam mij in de steek gelaten. Daardoor verloor ik een stuk van mijn identiteit èn mijn zelfvertrouwen. Hoe ik dat weer heb herwonnen lees je in mijn volgende blogs.

 

En jij?
Herken je je in het bovenstaande? Of wil je reageren? Graag! En voel je vrij om mijn blog te delen!

Levendige groet,
Christa

Leestips:

  • De kracht van kwetsbaarheid. Brené Brown. Bruna Uitgevers (2013). ISBN 978 94 005 0248 2
  • Liedboek zingen en bidden in de kerk. (2013) ISBN 979 94915 7504 4 Lied 601. Licht dat ons aanstoot in de morgen
  • Christa Blogt, Over heelheid in gebrokenheid schreef ik ook blog 13: Je bent al mooi! : https://christablogt.blogspot.com/2021/01/blog-13-je-bent-al-mooi.html

In het voorjaar van 2019 kreeg Christa van Werkum onverwachts de diagnose kanker. Een tijd is het goed gegaan, maar in het najaar van 2022 wordt Christa opnieuw behandeld, de kanker is weer actief in haar lichaam. De ziekte geeft haar veel waardevolle levenslessen. Die levenslessen deelt ze graag met anderen via haar blog.

De eerste stap

Verlies van contact
Regelmatig kom ik mensen tegen die niet alleen rouwen om het overlijden van een dierbare, maar ook om ingrijpende verliezen die daarop volgen. Zo kan het gebeuren dat een huwelijk stukloopt, dat je vrienden kwijtraakt, een broer of zus, of (schoon)kinderen. Het contact wordt helemaal verbroken, of er is jarenlang geen, of nauwelijks contact. Met het verlies van het contact met je (klein)kinderen is niet goed te leven. Daar kun je niet aan wennen. Dat blijft altijd een pijnlijke wond. Het is belangrijk om op tijd in actie te komen om het contact te herstellen, want hoe langer je wacht, hoe moeilijker het wordt.

Relaties zijn te belangrijk om in je angst of je eigen gelijk te blijven steken.

Jetty
Dat vond Jetty ook, die wist dat haar een levenslang gemis wachtte toen haar enige dochter Maartje stierf. Jarenlang leefde ze met haar mee, tussen hoop en vrees. Telkens krabbelde Maartje weer op en kreeg haar positieve, zonnige karakter weer de overhand. Ze deed dan leuke dingen met haar man Tom en haar dochtertje Rosa. Ze wist dat er een wonder nodig was om de uitgezaaide kanker te stoppen, ‘maar je weet maar nooit’, hield ze vol.
De laatste dagen van haar leven hadden Jetty en haar man een kostbaar moment met Maartje. ‘Al eerder hadden we alles wat belangrijk was, uitgesproken. Het was goed tussen ons. Het was een voorrecht dat we het geloof in God deelden’, vertelt Jetty mij. Dat ze niet langer dan 29 jaar van Maartje konden genieten, was niet te bevatten. Ze hoopten daar op een of andere manier hun weg in te vinden. Ze hadden nog geen idee hoe.

Geen recht meer
Helaas gebeurden er allerlei dingen die de herinneringen aan die laatste dagen erg moeilijk maken. ‘We mochten opeens niet meer langskomen,’ vertelt Jetty. ‘Er werd geheimzinnig gedaan over hoe het nu precies ging met Maartje, over de medicatie en de manier waarop zij zou overlijden.’ Haar schoonzoon hield steeds meer afstand. Ze werd niet meer betrokken en Jetty voelde zich een vreemde die niet zomaar op bezoek kon komen. En zo bleef het tot Maartje overleed. Dat ook de uitvaart niet met hen besproken werd, was voor Jetty onbegrijpelijk en verdrietig. ‘Het leek alsof wij als ouders geen recht meer hadden op onze dochter.’

Een steen op haar hart
En nu, na ruim twee jaar, wil Jetty iets met die steen op haar hart. Ze voelt een enorme blokkade door het gemis van Maartje en alle gevolgen daarvan. Het contact met Tom is niet meer goed gekomen. Dat betekent dat zij haar kleindochter Rosa bijna niet meer ziet. De gedachte dat dit zo moeizaam blijft gaan, is onverdraaglijk voor haar. Ze wil kijken wat zij zelf kan doen om de relatie te herstellen. Ze wil haar verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan en de eerste stap zetten. Maar hoe?

Op weg naar herstel
In onze regelmatige gesprekken vertelt Jetty verhalen over Maartje, hoe blij ze met haar was en wat ze samen hebben meegemaakt. We staan uitgebreid stil bij haar ziekbed, het overlijden en later het gemis. We verkennen de context van Jetty: Waar komt ze vandaan? Wat heeft ze meegekregen? Wat zijn mooie en moeilijke herinneringen? Hoe is/was haar band met haar ouders en broers en zussen? Wat zijn pijnpunten?

Kernwaarden
We verkennen wat haar kernwaarden zijn. Ze noemt geloof in God, familie en verbondenheid als het belangrijkste. Het geloof in God blijft een kracht waaruit Jetty put. Het verlies van verbondenheid, dat is ontstaan in de laatste periode van het leven van Maartje, is erg ingrijpend voor Jetty. De familie, nu uit elkaar gevallen, is een pijnlijke confrontatie met het gemis.

Daarna kan Jetty belangen gaan afwegen. Dan blijkt het belang van verbondenheid en familie, dus het contact met haar kleindochter Rosa, vóór alles te gaan. Ze wil iets ondernemen om de verwijdering die is ontstaan met haar schoonzoon, weg te nemen.

Iedereen is kwetsbaar
Ieder lid van een gezin wordt geraakt door het verlies van een dierbare. Iedereen heeft pijnpunten en is kwetsbaar. Dat maakt dat aannames niet meer wijzigen. Dat misverstanden niet worden opgehelderd. Het maakt dat ieder zich in zijn eigen verdriet en waarheid verstopt. Daar zit angst onder om elkaar nog verder kwijt te raken, of opnieuw te kwetsen. Er kan ook koppigheid onder zitten, omdat je vindt dat je in je recht staat.

Het is onvoorstelbaar dat mensen elkaar door angst, koppigheid of een misverstand, jarenlang kwijtraken.

Welke stappen helpen om de relatie te herstellen?

  1. Zoek iemand die naar je verhaal luistert en je erkenning geeft voor je pijn en verdriet, waardoor je eerst een stuk verzachting ervaart.
  2. Denk goed na, breng onder woorden en beschrijf waarom je het belangrijk vindt om de relatie te herstellen. Gebruik daarvoor de richtlijnen voor herstel (zie verder).
  3. Zet moedig de eerste stap.

Richtlijnen voor herstel
Beschrijf voor jezelf:
1. wat er precies is gebeurd;
2. wat je aanneemt maar niet hebt nagevraagd;
3. welke emoties dit bij jou heeft opgeroepen en hoe dit voor jou was;
4. wat je belangrijk vindt in relaties;
5. waar je zelf behoefte aan hebt;
6. wat je concrete wens is voor de toekomst.

En dan?
Schrijf een brief (geen whatsapp, of e-mail) waarin je begint om te vertellen dat je erg graag wilt dat het weer goedkomt en waarom. Benoem dan kort de punten van hierboven die je hebt beschreven. Doe dat in de ik-vorm, zonder beschuldiging of oordeel. Eindig met te vertellen dat je bereid bent om te luisteren naar het verhaal van de ander, dat je bereid bent je aannames eventueel te wijzigen. Dat je bereid bent om begrip op te brengen en het goed te maken. Bezorg de brief zelf, of post hem (vraag dan om een reactie, zodat je zeker weet dat de brief is aangekomen).

Herstel
Jetty kreeg een brief terug van haar schoonzoon waarin ze ook zijn pijn en verlangen kon lezen. Dit maakte de weg vrij voor een persoonlijk gesprek waarin alles werd uitgesproken, en verhelderd. Zo werd verder herstel mogelijk.

Bewondering en dankbaarheid
Ik heb grote bewondering voor Jetty. Zij nam de beslissing om het contact met haar schoonzoon te herstellen. De grote motivatie was het contact met haar kleindochter. Door de inzet van Jetty kan Rosa nu op een normale, ontspannen manier genieten van haar opa en oma. De dankbaarheid is groot.

En als het niet lukt?
Helaas heb je nooit de garantie dat de ander ingaat op je verzoek om in gesprek te gaan. In dat geval heb je wel de uitnodiging gedaan. Als het je lukt om zelf open te blijven staan, hoelang het ook duurt, kun je – met verdriet in je hart – hoop houden.

Zet in ieder geval de eerste stap!

Overgenomen van: https://www.langszijhulpverlening.nl/blog/zet-de-eerste-stap/ 

Strijd

Als het over kanker gaat wordt vaak het beeld van een gevecht gebruikt en komen er allerlei oorlogstermen voorbij. Een mooi beeld vind ik het wel, een leger wat de strijd aangaat met kankercellen. De kankercellen zijn de vijand, de rebellen, en het leger doet er alles aan om met alle mogelijke wapens, zoals chemo, bestraling, doelgerichte therapie, de vijand te verslaan of op zijn minst terug te dringen. Of de kankercellen met tactiek te misleiden. Bij dit beeld kan ik mij iets voorstellen. Dat zie ik voor mij. En het spreekt mij aan. Attack and kill! Aanvallen! Ik heb het ook echt als een strijd ervaren als ik met een zware behandeling bezig was en mijn lichaam het zwaar had om te herstellen.

Waar ik echter wel moeite mee heb, is het beeld dat je lichaam zélf de strijd zou voeren, en dat als je de strijd niet wint, je ook nog een soort van loser bent als je doodgaat. Niet hard genoeg gevochten of zoiets. Beetje dubbel en beetje lastig te begrijpen wat ik precies bedoel misschien. Maar als ik in overlijdensberichten lees waarin staat dat de overleden persoon de strijd verloren heeft, of tot het laatst gestreden heeft, maar niet kon winnen, dan krijg ik altijd een naar gevoel. Hoezo verloren? Je hebt gewoon pech dat je kanker hebt gekregen. En natuurlijk ben jíj en je lichaam één persoon. Maar het gevecht ín je lichaam heb je verder geen invloed op, al denk je alle positiviteit van de wereld bij elkaar.

Wat ik wel weer een gevecht in mijn leven vind betreft de kanker, is dat ik niet wil dat de kanker mijn leven zo gaat beheersen dat het de boventoon gaat voeren. Dat gun ik de kanker niet. Daar strijd ik tegen. En ja, met positiviteit probeer ik dat. En met gebed. Met door te gaan met léven zolang dat kan. Dat is ook een heel gevecht soms. Natuurlijk ben ik niet altijd positief en zie ik het somber in. Maar toch is dat een ander gevoel van strijden dan het strijden wat bedoeld wordt in zinnen als ‘de strijd verloren’. Wat ingewikkeld allemaal. Wie is een winnaar? Wie is een verliezer? Niemand is een verliezer. Ben je alleen een held als je tot het allerlaatste moment blijft ‘strijden’ door toch weer voor een behandeling te gaan? Ik ben van mening dat het ook van moed getuigd als je andere keuzes maakt en niet nog die zware behandeling wil ondergaan tegen beter weten in.

In de bijbel wordt ook het beeld van strijden gebruikt als het gaat om ons geloof. Geloven is ook niet altijd even gemakkelijk, als de pijlen van angst, zorgen en twijfel om je oren vliegen. In Efeziers 6 gaat het over de geestelijke wapenrusting die je aantrekt om deze pijlen af te weren.  En in Timotheus 6:2 staat “ Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven.” Wat hoopvol is dat. Want als je die strijd voert, ben je dus nooit een loser, ook niet als je sterft. We mogen dan de belofte en dankzegging uit1Korintieers 15:57 belijden.: Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus. En wat betreft onze aardse strijd, we hoeven het niet alleen te doen met Hem aan onze zijde.

– Lenneke de Mooij 

Landelijke Ontmoetingsdag ‘Geraakt door verlies’

Op 30 oktober was er de Landelijke Ontmoetingsdag ‘Geraakt door verlies’ met het thema ‘Als de liefde maar blijft winnen’. Wat waren er prachtige ontmoetingen deze dag. Wat kunnen gesprekken met andere nabestaanden van grote betekenis zijn. Goed om stil te staan bij je verdriet en gemis.

Een stukje uit de inleiding van Laurina de Visser:
Tot de dood ons scheidt.
Tot de tijd ons zal scheiden.
En dan nog steeds zal ik je liefhebben.
Want liefde gaat verder, daar waar dood of tijd een grens trekt.

Terwijl ik op de fiets tegen de wind in trap moet ik zomaar ineens glimlachen. Zomaar is mijn hart vervuld met dankbaarheid. Want ik denk aan hem, terwijl ik de meest prachtige wolken boven me voorbij zie trekken. Wolken die ik op mijn beste dag nog niet zou kunnen schilderen, omdat ik de kleur niet kan mengen. Ik kan de vorm niet vangen op het doek, zoals de wind dat doet in deze hemelse lucht.

In dankbaar glimlachen koester ik de herinnering aan hem, omdat ik weet dat die vreugde zomaar voorbij kan waaien. De verheugdheid van herinneren kan zomaar plaatsmaken voor een zinderende, stekende pijn van het missen. Een pijn die met niets te vergelijken valt. Het is het steken van een hart dat uitgewrongen wordt door verdriet. Een hart dat nauwelijks nog in staat is om te blijven ademen, om haar eigen hartenklop te laten horen.

Waarom zou ze ook?
Waarom zou ze blijven kloppen, terwijl ze zo incompleet is?
Waarom moet ze bij elke ademtocht voelen dat het weer een seconde verder in de tijd is?
De tijd die doorgaat zonder hem?
Waarom zouden we nog naar bed gaan, terwijl de plek naast ons leeg is?
Wat geeft ons dat zetje, waarom we de volgende ochtend toch weer opstaan, terwijl we weten dat de leegte ons zal inhalen?

O natuurlijk, er is genoeg te doen op een dag. Er valt veel te ontdekken, iedere dag opnieuw.
Er kunnen zelfs nieuwe liefdes gevonden worden, zo wordt er beloofd. Maar het is alsof je zout in een wond wrijft. Zout in dat open hart dat mist en missen zal. Hoe heeft ze ooit kunnen beloven dat ze trouw blijft, tot de dood scheidt? Hoe heeft ze ooit kunnen weten wat ze daarmee beloofde? Dat ze daarmee indirect heeft gezegd dat ze akkoord gaat met alle pijn die dat teweeg zal brengen?

Maar vandaag is er de herinnering. Het weten van alles wat goed was. Meer dan goed. Het glimlachen om al wat goed is. Gewoon, op deze onverwachte dag onder de wolkenhemel.
En vanavond val ik in slaap, wetend dat de hemel onze harten verbindt. Voor nu en altijd.

Je hebt geluk als je het niet krijgt

Eerst kreeg mijn moeder het
Mijn verhaal over kanker begint eigenlijk niet bij mij, maar bij mijn moeder. Zij stierf op 52-jarige leeftijd aan uitgezaaide darmkanker. Ik was toen 21, mijn broers 19 en 17 jaar. Dat was voor ons gezin een traumatische gebeurtenis. We waren er allemaal kapot van. Het voelde alsof mijn verdriet en gemis nooit over zouden gaan. En heel lang heb ik gedacht ‘ik word niet ouder dan 52’.

Van verdriet naar vertrouwen
Natuurlijk sleet mijn verdriet in de loop van de jaren en kon ik op een gegeven moment weer genieten van alle fijne nieuwe dingen in mijn leven: lieve partners, kinderen, interessant werk, goede vrienden, nieuwe hobby’s enzovoorts. Naarmate ik ouder werd kreeg ik langzamerhand meer vertrouwen in mijn levensverwachting. 70 of 75 worden leek me wel een haalbare kaart. Mijn opa en oma van moederszijde zijn immers 84 en 87 jaar geworden en mijn vader 85!

Hier en nu
Is er iets veranderd in mijn situatie waardoor ik in de loop van de tijd positiever over mijn levensverwachting ben gaan denken?  Nee, feitelijk niet. Ik ben er alleen anders in gaan staan. Door mijn leven met volle teugen te leven, ben ik vooral met het ‘hier en nu’ bezig geweest in plaats van met allerlei niet te verifiëren aannames over de toekomst. De magische leeftijd van 52 ben ik ondertussen ook gepasseerd.  Vroeger dacht ik ‘ouder dan 52 worden is leven in reserve-tijd’. Nu denk ik dat niet meer. Ik leef gewoon mijn leven. En soms heb je geluk en soms heb je pech.

En toen kreeg ik het ook
Sinds ik het voorjaar van 2019 op 57-jarige leeftijd de diagnose uitgezaaide eierstokkanker kreeg staat mijn leven op zijn kop. Alles wat daarvoor vanzelfsprekend was, is dat nu niet meer. Ook mijn ideeën over mijn eigen levensverwachting staan dus opnieuw op losse schroeven. Ik heb weliswaar geluk gehad dat mijn intensieve behandeltraject goed is aangeslagen en dat het met mijn herstel weer de goede kant op gaat. Maar ja, je weet maar nooit of en wanneer ‘the silent killer strikes again’. Schertsenderwijs zeg ik nu  ‘garantie tot de voordeur’. Maar ja, hebben we dat eigenlijk niet allemaal?

Je hebt geluk als je beter wordt
Gek genoeg heeft juist kanker mij geleerd om vanuit een ander paradigma te gaan leven. Niet meer vanuit naïef kinderlijk vertrouwen en magisch bezwerende gedachten als ‘ik krijg het zeker weten niet’ en  ‘ik ga niet jong dood’ of fatalistische gedachten als  ‘ik krijg vast net als mijn moeder kanker’ of  ‘binnen 5 jaar ben ik waarschijnlijk dood’. Maar vanuit de gedachte: ‘het is pech als je het krijgt, je hebt geluk als je beter wordt en het is een wonder als het nooit meer terug komt’.

Hoop doet leven!
Die nieuwe gedachte geeft gek genoeg meer ruimte voor hoop dan alle gedachten die ik ooit daarvoor had. Het betekent namelijk jezelf overgeven aan het feit dat we heel veel dingen in het leven eigenlijk niet in de hand hebben. En het geeft ruimte om je open te durven stellen voor geluk én wonderen.  Die hoop probeer ik daarom voor mezelf goed levend te houden. Dat helpt me om elke dag opnieuw op te staan met goede moed en vertrouwen in de toekomst. Dat wens ik iedereen die nu met kanker wordt geconfronteerd ook van harte toe! Want het oude gezegde is toch immers ‘hoop doet leven’!

Een jaar verder
Inmiddels ben ik ruim 2 jaar verder en het gaat een stuk beter met mij. Met veel zin en levenslust ben ik bezig de draad van mijn leven weer op te pakken. Op termijn hoop ik ook weer ‘normaal’ te kunnen werken als (loopbaan)coach van leidinggevenden, medewerkers en werkzoekenden en als facilitator van groepen. Nou ja, wat is eigenlijk normaal? Of misschien ga ik wel iets heel anders doen? In ieder geval met heel wat nieuwe levenservaring erbij. Die zet ik graag in mijn toekomstige werk in!

Wat heb ik ervan geleerd?
Maar eerst neem ik jullie mee in mijn verhaal. Hoe het allemaal begon en wat ik ervan heb geleerd. Het eerste was dat mijn lichaam mij in de steek liet. Daarover gaat mijn volgende blog. Wil je weten wat ik heb gedaan om ondanks alles hoop te houden? Lees dan ook de blogs daarna.

En jij?
Herken je je in het bovenstaande? Of wil je reageren? Graag! En voel je vrij om mijn blog te delen!

Gedicht

Leestip: 365 meditaties van Henri Nouwen. Voor elke dag van het jaar. Uitgeverij Lannoo (2019). ISBN 978 94 014 6009 5- NUR 705

Levendige groet,
Christa van Werkum / christa@christaversterkt.nl

In het voorjaar van 2019 kreeg Christa van Werkum onverwachts de diagnose kanker. Een tijd is het goed gegaan, maar in het najaar van 2022 wordt Christa opnieuw behandeld, de kanker is weer actief in haar lichaam. De ziekte geeft haar veel waardevolle levenslessen. Die levenslessen deelt ze graag met anderen via haar blog.

Vanuit de WIA op zoek naar nieuw perspectief


WIA-prognose: Verder herstel is mogelijk

Een half jaar geleden heeft het UWV mij 100% arbeidsongeschikt verklaard met als prognose ‘verder herstel is mogelijk’. Voor kenners de WGA-variant. Want door late gevolgen van kanker ben ik helaas niet (meer) in staat om complexe, verantwoordelijke functies als Hoofd Opleidingen of senior opleidingsadviseur te vervullen. Functies die ik, voordat ik ziek werd, jarenlang met plezier en goed resultaat heb vervuld. Dat is spijtig.

Het afgelopen half jaar is er veel positiefs gebeurd, zowel op het vlak van re-integratie naar werk als emotioneel. Ik voel me nu een stuk energieker, sterker, competenter én blijer. In deze blogpost vertel ik graag wat mij heeft geholpen om vanuit de WIA nieuw perspectief te vinden en wat ik tot nu toe heb bereikt. Maar wat is re-integratie eigenlijk en waarom is dat zo belangrijk?

Re-integratie: wat is het en naar wat?
In werkgeversland staat duurzame inzetbaarheid hoog in het vaandel. Om te voorkomen dat zieke werknemers langdurig uitvallen en na 2 jaar ziekte onverhoopt in de WIA terecht komen wordt er veel aandacht besteed aan re-integratiebegeleiding van zieke werknemers. Want hoe langer  iemand uit het arbeidsproces is, des te lastiger wordt het om naar werk te re-integreren.  Met re-integratie wordt in dit verband bedoeld: alle activiteiten die bevorderen dat iemand die door ziekte is uitgevallen weer kan terug keren in het arbeidsproces. Allerlei partijen hebben daarbij, zoals in de Wet Verbetering Poortwachter beschreven, een belangrijke rol: leidinggevenden, bedrijfsartsen, het UWV, re-integratiebureaus en natuurlijk ook zieke werknemers zelf!  Ook wanneer je in de WIA-WGA  zit, zoals ik,  blijft werkhervatting een belangrijk doel, tenminste wanneer je belastbaarheid dat toelaat. Maar hoe doe je dat dan? En wie kan je daarbij begeleiden?

Eerst re-integreren in je leven, daarna in werk
Als voormalige workaholic weet ik hoe fijn het is om lekker hard te werken, mooie resultaten te boeken en daarvoor ook waardering en financiële beloning te ontvangen. Sinds ik ernstig ziek ben geweest, is betaald werk echter niet meer mijn hoogste prioriteit. Want vóór re-integreren naar werk komt immers eerst re-integreren in het leven van alledag. En soms zijn die gewone dagelijkse dingen – zoals opstaan, jezelf wassen, aankleden, huishouden en boodschappen doen, quality-time doorbrengen met je kinderen,  eventuele partner en vrienden, de krant of een boek lezen, wandelen, fietsen,  je privé-administratie doen etc.- al een hele klus en is (on)betaald werk écht (nog) een brug te ver. Voor beide vormen van re-integratie, in het ‘gewone’ leven als bij  re-integreren naar werk, is het belangrijk dat je alles wat in je vermogen ligt doet dat daaraan bijdraagt. Als  ex-kankerpatiënt ben ik daar het afgelopen half jaar, of eigenlijk de laatste 2 jaar, sinds de afronding van mijn behandeltraject, druk mee geweest.

Re-integreren: een dagtaak
Natuurlijk had ik, net als veel lotgenoten,  gehoopt helemaal niet in de WIA terecht te komen. Maar ik ben gedreven om opnieuw een zinvolle invulling aan mijn leven te geven, zowel privé als qua werk.  Niet alleen voor mezelf, maar ook voor anderen. Want ik leef niet voor mezelf alleen. Daar heb ik nu een dagtaak aan want eigenlijk staat bijna alles wat ik doe in het teken van verder herstel en verdere re-integratie. Op basis van mijn persoonlijke ervaringen deel ik graag wat mij daarbij heeft geholpen.

Laurel en Hardy. 

Re-integreren vanuit de WIA: hoe doe je dat?

Onderstaand mijn persoonlijke tips over hoe te re-integreren in het leven van alledag en richting werk: 
  1. Kom uit je comfortzone, experimenteer, probeer en leer!
    Dat geldt eigenlijk voor alles: voor hervinden en versterken van je fysieke en mentale vermogens, je vaktechnische kennis en vaardigheden en  je emotionele stabiliteit. Alleen door steeds (nieuwe) dingen uit te proberen ontdek je wat je wel/nog niet/niet meer kan.
  1. Oefen, oefen, oefen
    Met als doel je  belastbaarheid op alle fronten (fysiek, mentaal, emotioneel) voor zover mogelijk verder te vergroten. Bijvoorbeeld door sporten en door je cognitieve en sociale vaardigheden te oefenen. Ook vakgerichte competenties kan je in sommige beroepen zoals het mijne (coachen, adviseren, overleggen, schrijven) prima oefenen in je privéleven.  Een vorm van droogzwemmen dus.
  1. Zoek hulp bij re-integratie
    Bij hulpverleners en instanties
    Vanuit de WIA kan je het UWV vragen of je een Werk-Fit- of Re-integratie-traject mag doen bij een re-integratiebureau dat gespecialiseerd is in kanker. Of schakel een  revalidatiebureau of oncologiefysiotherapeut in wanneer je fysieke herstel stagneert of wanneer je na te snelle werkhervatting alsnog terugvalt.Bij vrienden en bekenden
    Praat met mensen die jou goed kennen en die weten hoe het nu met je gaat. Vraag hen wat zij qua fysieke, mentale en emotionele belastbaarheid voor jou haalbaar vinden en welke suggesties zij hebben over passende vervolgstappen qua re-integratie in je leven en richting werk. Je hoeft het niet alleen te doen.
  1. Ga opnieuw opzoek naar je drijfveren, interesses, kwaliteiten en vaardigheden
    Waar was je voordat je ziek werd qua werk enthousiast over? Wat kon je voorheen goed? Waar kreeg je energie van? Via wat voor soort activiteiten kan je daarmee een nieuwe start maken, hoe klein dan ook?

Maak bij heroriëntatie op (betaald) werk eventueel gebruik van bestaande, gratis loopbaanportals, zoals bijvoorbeeld https://www.loopbaancentraal.nl/. Op deze site vind je allerlei nuttige interesse-, motivatie- en competentietests en veel  tips over het zoeken en vinden van werk.  Doe dit vooral niet wanneer het je te veel energie kost, want dan is werk zoeken (nog) een brug te ver.

  1. Zoek vrijwilligerswerk
    Iets dat je leuk en zinvol vindt om te doen, bij een organisatie waar je je mee verbonden voelt qua activiteiten of qua waarden.  Want vrijwilligerswerk, hoe klein dan ook, draagt enorm bij aan je kwaliteit van leven.
  2. Geef duidelijk je grenzen aan
    zonder je daar schuldig over te voelen of je voor te schamen. Die duidelijkheid is ook prettig voor werkgevers, opdrachtgevers, collega’s en anderen. Dan kunnen zij daar rekening mee houden.
  1. Doe het stap voor stap, ga niet te snel, leg de lat niet te hoog
    Denk vooraf goed na over wat qua belastbaarheid voor jou haalbaar is. Dat geldt zowel voor re-integratie in je gewone leven als qua werk. Schat in wat voor soort activiteiten, aantal uren én reistijd daarbij haalbaar zijn. Schroom niet om een stapje terug te doen wanneer blijkt dat e.e.a. meer van je vergt dan goed voor je is. Niemand heeft er immers belang bij wanneer jij opnieuw langdurig terugvalt.
  2. Zoek contact met WIA-lotgenoten om ervaringen uit te wisselen
    Wat doen zij om hun belastbaarheid verder te vergroten en al dan niet verder in werk te re-integreren? Wat werkt wel en wat werkt niet? Dat kan bijvoorbeeld via https://www.kanker.nl/kanker en werk, patiëntenverenigingen of via de Besloten Facebookgroep Kanker en Werk.
  3. Ontspan
    Gun jezelf naast alle re-integratie inspanningen ook voldoende tijd om te ontspannen en ‘niks’ te hoeven. Dat is ook een belangrijk onderdeel van herstel. De boog hoeft niet  altijd gespannen te staan.
  4. Blijf positief en hoopvol in het leven staan
    Niet alleen wanneer je weer (voorzichtig) begonnen bent met onbetaald of betaald werk. Maar ook wanneer het niet mogelijk blijkt om je belastbaarheid verder te vergroten. Vertrouw dat er, ongeacht hoe het met je gaat, altijd positieve nieuwe dingen kunnen gebeuren en goede mensen op je pad komen, als je er maar voor open staat.

Supertrots
Eigenlijk ben ik supertrots op alle stappen die ik  heb gezet om verder te re-integreren in mijn leven en richting werk. Ik heb op alle fronten super hard en gemotiveerd gewerkt én met mooie resultaten.

Ik blog nu een jaar over kanker. Mijn blogposts worden goed gelezen en leiden op social media tot mooie, waardevolle interactie. Diverse externe partners publiceren mijn blogposts op hun eigen sites. Ik coach af en toe mensen met werk-gerelateerde vragen.  Mijn coachees zijn positief over wat het hen heeft gebracht. De redactie van mijn patiëntenvereniging is blij met de artikelen die ik vanaf dit voorjaar als vrijwillig redacteur voor het patiënten blad heb geschreven. Maar nog veel belangrijker: ik ben weer een levenslustige, enthousiaste vrouw, mijn professionele bloed ruist weer en ik voel me weer betekenisvol als mens en professional. Dat had ik één jaar geleden niet durven dromen.  En ik sta positief in het leven: dus ik ben hoopvol over alle nieuwe kansen die privé en qua werk die nog verder op mijn pad komen.

Niet alleen rozengeur en maneschijn
Natuurlijk is mijn WIA-leven niet alleen rozengeur en maneschijn. Ik heb nog steeds late klachten en kom nog elke dag mijn grenzen tegen qua concentratie, geheugen, prikkelgevoeligheid en uithoudingsvermogen. Ik moet mijn energie dagelijks goed doseren en elke middag minimaal een half uur rusten anders houd ik de dag niet vol. En wanneer ik weer eens te veel heb gedaan, krijg ik opnieuw hoofdpijn en buikpijn. Soms heb ik een hele dag nodig om daarvan bij te komen en moet ik al mijn afspraken afzeggen. Dat is en blijft confronterend. Maar wie weet, gaat dat op termijn ook beter? Want ik merk nog elke maand vooruitgang!

Grote martelende vragen
Naast alle ups & downs komen af en toe de grote martelende vragen en onzekerheden terug:

Gaat mijn aanpak van ‘steeds nieuwe dingen uitproberen, oefenen en volharden’ helpen om op termijn weer op mijn oude functieniveau te functioneren? Ben ik als coach met mijn kanker- en WIA-label wel aantrekkelijk genoeg voor potentiële nieuwe werkgevers en opdrachtgevers? Komt de kanker misschien terug en blijf ik dan de rest van mijn leven arbeidsongeschikt? Allemaal vragen waar ik geen antwoord op  weet, dus daarom ga ik maar zo optimistisch en dapper mogelijk door. Wie weet wat de toekomst nog voor moois voor mij in petto heeft? 

Mijn wens:
Ik wens iedereen die net als ik in de WIA zit heel veel succes bij de verdere re-integratie in je leven en qua werk. Dat hoeft niet per se betaald werk te zijn, maar kan ook prima via vrijwilligerswerk. Al is het maar een uurtje per week. Dat is niet alleen zinvol om te doen maar draagt ook bij aan jouw levensgeluk. Dus: zet ‘m op boys en girls!

En jij?
Hoe doe jij dat: re-integreren naar werk vanuit de WIA?  Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen en tips!

Levendige groet,

Christa

Meer lezen?

In het voorjaar van 2019 kreeg Christa van Werkum onverwachts de diagnose kanker. Een tijd is het goed gegaan, maar in het najaar van 2022 wordt Christa opnieuw behandeld, de kanker is weer actief in haar lichaam. De ziekte geeft haar veel waardevolle levenslessen. Die levenslessen deelt ze graag met anderen via haar blog.