Tegen wie praat jij?

Ik ben in de keuken met het eten bezig en ondertussen vertel ik iets aan Lief. Ik zit op mijn hurken voor de oven om de juiste stand in te stellen voor de broccoli ovenschotel die ik heb gemaakt. Lief loopt gewoon weg tijdens mijn verhaal, ik heb het niet door en praat rustig verder. Kleindochter van acht, die bij ons logeert, komt de keuken binnen en vraagt:” tegen wie praat jij, oma?”………..Tegen de broccoli, dat zie toch. 😄

Een hilarische anekdote Praten tegen de broccoli. Een vriendin zei: “een voordeel: broccoli spreekt je niet tegen.” Een geduldige luisteraar. Dat is zeker waar. Je wordt niet in de rede gevallen. Geen goede raad of oordeel. Geen weerwoord of oplossingen en geen ja-maar. Als je het zo bekijkt kan het misschien best helend werken om je hart uit te storten bij de broccoli of een struik andijvie. Maar of het echt werkt? Ik denk toch dat het fijner is als een echt mens naar je wil luisteren.

Je merkt het vaak als mensen iets ergs is overkomen. Keer op keer wordt het verteld en herhaald. Kennelijk is dat nodig om te verwerken. Ik weet nog dat ik in het begin van mijn ziekte de behoefte had, mijn verhaal steeds maar weer, tot in de details,te vertellen aan iedereen. Van het hoesten en benauwdheid, even een longfoto maken, via drie liter vocht in de long, naar de diagnose uitgezaaide eierstokkanker. En dat binnen twee dagen tijd. Dit schrijf ik hier nu op in één zin, maar voor mijn verhaal kon je wel even gaan zitten. Vertellen, vertellen, vertellen. En toen dit, en toen dat. Ik moest dat gewoon doen. Op een bepaald moment merkte ik dat ik niet verder kwam. Mijn gedachten bleven in kringetjes draaien. De onzekerheid, de angst. Woorden die bleven echoën in mijn hoofd: “je wordt niet meer beter”. “Palliatief”. Ik liep vast. Hoe moest ik nu verder leven? Hoeveel tijd had ik nog? Ik had niet alleen behoefte aan vertellen, maar ook aan práten. Praten met iemand die me hierbij kon helpen.

In overleg met mijn arts ben ik bij ‘De Vruchtenburg’ terechtgekomen. Net zoals bijvoorbeeld bij het Helen Dowling instituut kun je hier terecht voor psychologische hulp bij kanker. Hier heb ik een aantal gesprekken gehad. Die paar gesprekken waren genoeg, maar ze hebben mij zeker geholpen. Het is goed geweest om dit gedaan te hebben. Ik zou het iedereen aanraden. (Je kunt ook een gesprek aanvragen met een geestelijk verzorger bij een centrum voor levensvragen. Het kost tegenwoordig niets en ze komen bij je thuis.)

Ook heb ik veel gesproken met Lief en met de kinderen en schoonkinderen. Over mijn eigen gevoelens en wensen, maar ook die van hen. Want wat is het ook moeilijk voor je naasten. Gelukkig stonden ze open voor dit soort gesprekken. Ik weet van lotgenoten dat naasten het soms zo moeilijk vinden om er over te praten dat er overheen wordt gepraat en weggewuifd: “Kom op hoor, je gaat nog niet dood. Positief blijven “. Wat lijkt me dat erg als je er met je liefsten niet over kunt praten. Verstikkend. Dan is er geen ruimte om zorgen en angsten te bespreken. Ook niet voor de ander.

En in nachtelijke uren, als ik de slaap niet kon vatten, ging ik bidden. Mijn nood klagen bij God. ““Bidden is praten met God”, leer ik de kleinkinderen. Ook als het soms lijkt of de hemel gesloten blijft, we mogen er op vertrouwen dat Hij je hoort. Hij weet ervan.

Naarmate de tijd verstreek, en de kanker stabiel bleef, werd de behoefte om er steeds met anderen over te praten minder. Wat mij wel heeft geholpen, en helpt, is het schrijven van blogs over mijn leven met kanker, op kanker.nl en voor de stichting Als kanker je raakt. Met lotgenoten kun je je kankerzorgen delen. Het bekende ene woord waar je genoeg aan hebt. Op kanker.nl is ook genoeg informatie te vinden over dit onderwerp. Hieronder heb ik een stukje gekopieerd wat goed aansluit bij deze blog.

“Een goede manier om emoties toe te laten is door ze te delen. Je kunt erover praten met vrienden, familie of met lotgenoten.

Praten over gevoelens kan moeilijk zijn, ook voor je omgeving. Maar het kan je toch helpen. Door je gevoelens en zorgen te bespreken, kun je je opgelucht voelen. Je omgeving kan je helpen de dingen van een andere kant te bekijken.

In de meeste ziekenhuizen zijn zorgverleners waarmee je over je gevoelens kunt praten. Bijvoorbeeld een medisch maatschappelijk werker, geestelijk verzorger of een psycholoog. Het kan soms makkelijker zijn je gevoelens tegen zo iemand uit te spreken. Zeker als je je omgeving er niet mee wilt belasten.

Soms helpt het om gevoelens op te schrijven. In een (digitaal) dagboek voor jezelf, of in een blog dat je met anderen deelt. “

Ik wens iedereen een luisterend oor toe. Van de mensen om je heen of van lotgenoten. Op kanker.nl of bij de stichting Als kanker je raakt.

Lenneke de Mooij

1 antwoord
  1. Christa van Werkum
    Christa van Werkum zegt:

    Lieve Lenneke, ik heb vanavond een heerlijke zelfgemaakte brocollischotel gegeten
    en lees nu net jouw blog. Toeval bestaat niet. we zijn niet alleen in de kanker maar ook via brocolliquiche met elkaar verbonden. Met één verschil: jij praat tegen jouw brocolli en ik eet de mijne op, haha.
    En net als jij ben ik elke keer dankbaar voor al die fijne luisterende oren, van onze naasten en professionals. Niet iedereen is daar een kei in, maar dat hoeft ook niet. Gelukkig er is Een die altijd luistert. Godzijdank!
    Hartelijk groet, Christa

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *