Voor je gelezen: ‘Alles gaat weer voorbij’ door Aaltje van Eunen

Aaltje van Eunen, de auteur van het boek ‘Alles gaat weer voorbij’, heeft ruim een jaar lang een blog bijgehouden over het wel en wee van haar ziekteproces. Na borstkanker kreeg ze (primaire) eierstokkanker. Ook de redactie van ‘Olijfschrift’ van Stichting Olijf (het netwerk van vrouwen met gynaecologische kanker) werd op haar blog geattendeerd. Men besloot één van haar blogs in hun tijdschrift te publiceren. De reden voor deze keuze was vooral de toon: ‘Het was geen klaagzang en ook geen verslag van een ziekte’. Zo kwam het dat Aaltje, naast haar dierbaren en kennissen, soms wel 850 andere bezoekers per dag op haar blog mocht verwelkomen.

In het boek worden haar ervaringen regelmatig afgewisseld met die van haar man, Herman van Bemmel. Hij is voor haar een toegewijd mantelzorger geworden. Zo komt in deze boekbespreking het thema van deze nieuwsbrief ‘Alleen of samen’ op vanzelfsprekende wijze tot uitdrukking. Mensen, die met borstkanker en/of eierstokkanker geconfronteerd zijn, zullen zich gemakkelijk kunnen identificeren met Aaltje en haar man. Bijna geen enkel onderwerp schromen ze aan te snijden. Zakelijke en persoonlijke dingen worden op een betrokken manier beschreven. Het relationele aspect in de omgang met naasten, maar zeker ook in de omgang met artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeut, psycholoog en pastor krijgt een belangrijk accent.

De lange weg van ziekzijn roept bij Aaltje ook veel persoonlijke reacties op. Soms heeft ze moeite met het begrip ‘dankbaarheid’. Ze schrijft hier uitvoerig over:

‘Op een of andere manier roept het woord ‘dankbaar’ weerstand op. Dat zal komen doordat het nogal eens om opgelegde dankbaarheid gaat. Je móet dankbaar zijn. Vooral binnen relaties steekt dit nogal eens de kop op. Ik doe zoveel voor jou, je mag weleens dankbaar zijn. In mijn werk (als maatschappelijk werkster, G.K.) kwam ik regelmatig tegen dat familierelaties verstoord waren door die eis van dankbaarheid. Komt nooit meer goed. Want de eiser vindt ook nog eens dat het spontaan moet en dat kun je bij een eis helemaal wel vergeten.

Toch ga ik het woord gebruiken. Ik ben nu vaak zó dankbaar en nog spontaan ook. Het welt zomaar op. Wat dat betreft stijgt de waardering voor de zorg die ik ontvang enorm als ik af en toe alleen gelaten word. Het moet allemaal niet te vanzelfsprekend worden. Hoe zwaar het af en toe ook is, ik word verzorgd, ik ben niet alleen. Ik kan de signalen van mijn lijf volgen omdat ik niets hoef. Er zijn ook mensen die ditzelfde doormaken en alleen zijn, die hulp moeten organiseren als ze het nodig hebben. Om maar te zwijgen over de moeders met een gezin die hier doorheen moeten en er toch ook willen zijn voor hun kinderen.

Maar ook zonder die vergelijkingen ben ik dankbaar voor wat ik ontvang. Kanker is ellende. Chemokuren en een operatie zijn zwaar en belastend. Maar binnen die omstandigheden heb ik geluk en dat waardeer ik. Niks mis met het woord ‘dankbaar ‘, als het maar spontaan mag komen en gaan.’

De schrijfster, die kort voor haar ziekte met pensioen is gegaan, beseft ook terdege dat jonge vrouwen een geheel ander proces doormaken. Zij en haar man hebben in hun leven immers vier kinderen ontvangen. Ook zijn ze in het rijke bezit van kleinkinderen. Kinderloosheid vanwege een noodzakelijke ingrijpende operatie speelt voor hen geen rol.

Op de achterflap van het boek staat te lezen: ‘Doordat het blog zoveel in zich heeft – leven, angst, humor, relativering – is het een heel lezenswaardige blog. Een ontroerend blog ook.’

Het boek is uitgegeven bij Uitgeverij Astoria in Leiden (copyright 2013 Herman van Bemmel).

Gettie Kievit

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *