Schuilen bij God als je leven wankelt (n.a.v. Markus 9:14-29)

Door Janneke Bregman, geestelijk verzorger bij Cardia.

Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp’.

Bevrijdend om dat eerlijk te mogen zeggen, te mogen uitschreeuwen naar God. Het is niet nodig om ons groter of geloviger voor te doen. Alsof we het altijd wel weten en ervaren en vol moed en vertrouwen door het leven gaan. God kent ons en weet dat er in ons vertrouwen soms diepe scheuren zijn ontstaan. Dat onze roep naar Hem, net als die vader met zijn doodzieke kind, een schreeuw uit het diepst van onze ziel is. Een gebed tussen hoop en vrees. Wat bevrijdend dat we ons niet boven onszelf hoeven uit te tillen.

We mogen laten zien dat we kleine broze mensen zijn die vaak wankelend, stamelend en zoekend op weg gaan. Die soms helemaal niet meer weten wat we van God kunnen verwachten, omdat we ons zo teleurgesteld voelen door wat ons is overkomen of door wat we zien om ons heen aan verdriet en kwaad.

En dan toch te midden van dat alles biddend belijden, fluisterend of schreeuwend vanuit het diepst van onze ziel: ‘Wat verwacht ik nu o Here, mijn hoop is op U.’

Want door het gebed kon de zoon weer opstaan uit die donkere machten die hem naar het leven stonden. Niet dat Jezus een soort magische medicijnman is die met een formule duistere rituelen verbreekt. Of dat genezing wordt gezien als kenmerk van een waar geloof en als je niet genezen wordt je geloof niet goed genoeg zou zijn. Dat zou een heel pijnlijke boodschap zijn geweest, waarmee je op jezelf wordt teruggeworpen.

Nee, het is niet beslissend wat de discipelen konden en wat wij kunnen, hoe groot ons geloof is, maar dat we ons met alles wat in ons is toevertrouwen aan Hem en van Hem verwachten. Biddend geloven en gelovend bidden betekent niet dat alles goed komt hier en nu. Alsof het een middel is dat wij kunnen inzetten en waardoor we verzekerd zijn dat we ontvangen wat we vragen en als dat niet zo is, we teleurgesteld mokken en bij Hem vandaan gaan. Bidden is geen wensenlijstje inleveren, maar met God op weg gaan en vertrouwen op Gods nabijheid, op zijn opstandingskracht in je leven.

Bidden is als het ware adem halen uit God en daarin ligt de hele dag geborgen. Zo is gebed de bedding van ons leven, dat leven dat heen en weer geslingerd wordt tussen geloof en ongeloof, vertrouwen en angst, wanhoop en hoop. Maar in dat alles een adres weten, daar waar je schuilen kunt met alles wat er in je is. Aan wie je je hele leven kunt toevertrouwen. Omdat Hij zegt: ‘Mijn Naam is ‘Ik ben erbij.’ Want waar Ik kom daar raakt het licht het leven aan, omdat Ik zelf in die weg van de donkerheid en dood ben afgedaald.’

Dan kun je in die weg van het gebed soms zomaar iets ervaren van Zijn nabijheid. Dat betekent niet dat al onze vragen worden opgelost en onze ziekten worden genezen. Gebed is geen succesmethode voor een onbezorgd leven. Bidden is de ontvankelijke houding, waarin er ruimte ontstaat om God in ons leven te laten werken. Dat betekent dat midden in de gebrokenheid, daar waar we mee worstelen – en dat kan heel diepgaan – we telkens tekenen van hoop en verlossing merken. Want in het wandelen met God, in de werkelijke overgave, ligt heil verborgen.

Afbeelding: www.schildertaal.nl/projecten/gouden-waterval-van-hoop

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *