Mijn strijd

envelopHet was fijn om kaarten te krijgen. Van zoveel mensen, zoveel verschillende mensen. Het ontroerde me dat anderen aan je denken en de moeite nemen om naar goede woorden te zoeken die jou kunnen helpen. Kaarten die ik mocht ontvangen nu ikzelf geraakt was door kanker. Kaarten die ik mocht leren ontvangen, want liever stuur ik ze zelf.

Ik kreeg ook kaarten van mijn werk. En ik werd gebeld. Gebeld door de teamleider. Hij vroeg hoe het was gegaan, hoe het met me ging en of ik niet eens een kopje koffie kon komen drinken op het werk. Ik gaf antwoord, vertelde mijn verhaal, maar voelde intussen dat er een druk op me afkwam. Ik gaf aan dat ik er nog even mee wilde wachten, omdat ik me nog niet zo sterk voelde. Maar een volgende keer, een volgende week, belde hij weer. Misschien goed bedoeld, maar toch. Ik voelde de druk toenemen, alhoewel er werd uitgelegd waarom het goed voor me zou zijn. ‘Dan blijft de drempel niet zo hoog, dan kom je als vanzelf weer binnen’.

Het bleef me bezig houden, mijn hoofd was nog te vol. Ik had zelf het gevoel dit niet te willen en nog niet te kunnen. Het was niet mijn manier om zo weer op het werk te komen. Ik stelde me voor dat ik dan juist het middelpunt zou worden van betrokkenheid, vragen, veel vragen. Want waarover zou je het anders hebben, als je ‘zomaar eens op de koffie komt’?

Ik wilde terugkomen op mijn eigen manier en op mijn eigen tijd. Werd me die tijd en die ruimte gegeven? Ik besloot er niet op in te gaan, maar probeerde mijn eigen weg hierin te gaan. De kanker zat niet meer in mijn lijf – als het goed was – maar nog wel in mijn hoofd. De drempel om zomaar eens koffie te gaan drinken na alles wat er met en in me gebeurd was, was te hoog. En dat kwam met name doordat ik geen echt begrip ervoer van mijn teamleider. Hij zat meer op de stoel van de functionaliteit en dat het werk door moest gaan. En toen hij de druk nog meer opvoer, dat ik ‘nu toch maar met een paar uurtjes moest gaan beginnen’, toen brak er iets in mij.

Ik huilde. Ik huilde op mijn werk. De plek waar ik me altijd zo goed had gevoeld, was voor mij even niet meer betrouwbaar. Daarom zocht ik bij anderen en in mijzelf naar de weg die bij mij paste. En ik deelde dit met God. In mijn kwetsbaarheid door de kanker had ik die kracht zo nodig. Natuurlijk wilde ik wel weer graag kunnen werken en de draad van het leven weer oppakken, maar dan op mijn manier.

En zo ben ik op een gegeven moment naar een activiteit op mijn werk gegaan, waarbij ik achter in de zaal ging zitten. Zodat ik er wel bij was, maar niet opviel. En zo is het me uiteindelijk gelukt om terug te komen. Maar het koste wel strijd. En het vroeg tijd…

Dorien

1 antwoord
  1. Trynke
    Trynke zegt:

    Zo herkenbaar…….
    Eigenlijk van de kanker af, maar dat het nog wel in je hoofd zit….

    Hopelijk gaat het weer wat beter!!! 😉
    Voel jeje beterder!

    Sterkte op je verdere weg!!!

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *