Met Jezus in de put

Ik zit naar een leeg vel te kijken terwijl Matthijn Buwalda ‘niemand is langer houdbaar dan vandaag’ door mijn speakers zingt. De radio staat aan om als achtergrond te dienen en mijn overvolle hoofd te dempen. In plaats daarvan voel ik mijn hart overslaan en weet ik waarover ik schrijven wil. Alweer over kanker. Misschien poog ik daarom wel te schrijven over dat wat mij zo bezighoudt: om simpelweg houdbaar te blijven.

Elke dag die ik begin, begint blanco. Er is geen zekerheid meer in iets wat deze wereld mij biedt. Alleen God weet wat de morgen brengt. Dát is mijn zekerheid. Ook gepikt van Buwalda. Een andere zekerheid die Matthijn stellig brengt is dat we allen als gras zijn. Vergankelijk en kwetsbaar. Ik ben cynisch op dit moment. Wat een kankerlied.
Kwetsbaar ben ik niet op mijn best. Als ik voorgaande regel lees ben ik blijkbaar dus ook geneigd om mensen in deze staat te kwetsen. Het maakt dan ook dat ik mijzelf vragen stel waar ik bijna depressief van wordt. Want is dit wat het leven mij beloofd heeft? Ik ben bang. Ik ben boos. Ik wil niet dood maar weet ook niet meer hoe het leven werkt. Wist je al dat kanker je hele bestaan omver kon gooien? Zelfs als je het overleeft…
Aan de andere kant weet ik dat Jezus het Leven is.
En als ik van tevoren had geweten waar ik met het Leven aan begon, dan had ik kunnen zeggen in het diepe te zijn gestapt. Maar ik ben in de diepte gevallen. Er is geen weg meer terug. Ik ben geketend in boeien van licht, het duister door…

***
Deze tekst schreef ik vier jaar geleden. Niet lang nadat ik geopereerd was aan mijn tongkanker. Binnen twee maanden was ik ‘kanker op’ en ‘kanker af’. Het kanker krijgen was voor mij geen probleem. Van de kanker af komen, zelfs nadat ik schoon was verklaard, dat was een groter ding. Ik voelde mij niet volwaardig genoeg om mijzelf kankerpatiënt te noemen omdat ik ‘slechts’ een gruwelijke operatie had doorstaan, maar kon er ook niet omheen dat kanker, zelfs nadat ik schoon was verklaard, mijn leven was gaan beheersen. Het was een confrontatie met de angst dat de controle en hiermee de regie over mijn leven mij opnieuw ontnomen kon worden… Maar ook de angst om het leven weer aan te gaan.
Ik weet nog dat ik het destijds aan een vriendin omschreef als ‘een slagveld in mijn denken’, dat zo groot was dat ik niet om de brokstukken heen kon. En op elk brokstuk stond met hoofdletters ‘kanker’ geschreven.

Diep in de put
Het was in diezelfde periode dat ik verfrist werd in het feit dat er geen betere en volwaardigere gesprekspartner is dan God. Ik durfde soms niet tot Hem te naderen, ik voelde mij gevangen in het proces van een twijfelend verlangen naar Hem, met een terughoudendheid omdat Hij toevallig wel de persoon was die mijn leven in handen had en ik nou juist net deze wetenschap in twijfel trok doordat kanker mij bedreigd had.
Het was een put periode. Kanker slaat een kraker in iemands bestaan. En als slachtoffer val je er bijna onvermijdelijk in. Hoe sterk je ook bent. Hoe gelovig je ook bent. Want in de put waar ik in terecht was gekomen ontdekte ik dat God een trouwe God is. Dat, zoals Corrie ten Boom zegt, er geen put te diep is óf Gods liefde is dieper.

Al gaat mijn weg door een donker dal
Ik heb geschreeuwd naar de hemel. Ik heb een tijdje mijn hart gesloten voor de God om wie mijn leven draaide. Het leven dat als een kaartenhuis in elkaar was geklapt doordat ik in korte tijd zó ziek en kwetsbaar werd. En toch kwam steeds Psalm 23 terug in gedachten, met haar hoogtepunt ‘het diepe dal der duisternis.’ Terugkijkend zie ik dat elke vers staat als een huis. Een kaartenhuis dat weer is opgebouwd. Maar vooral dat vers dat we dóór een dal van duisternis gaan, Hij is bij mij. Ik zag het niet altijd, maar ik ben er inderdaad doorheen gegaan. Een vooruitgaand proces, waarbij soms maar hele kleine stapjes mogelijk zijn. God snapt ons mens zijn. Hij komt er simpelweg bij zitten. Wetende dat wij wel weer op dat punt komen dat we Zijn schouders gebruiken om weer uit die put te klimmen.

Ik eindig hier zoals ik begin. Met een zin uit een lied.
Josh Groban verwoordt het prachtig in ‘You raise me up’: You raise me up, so I can stand on mountains. You raise me up to walk on stormy seas. I am strong when I am on your shoulders…He raises you up, then more then you can be.’

De blog is geschreven door Natasja Vermoten. Natasja is 34 jaar, woont in Velsen en werd op haar 30e gediagnosticeerd met tongkanker. Ze schrijft over de dingen die de flexibiliteit van het leven ons soms (tegen wil en dank) aanbiedt. Kanker was voor haar daar een onderdeel van. Op haar site www.mensenverhaal.com kun je meer lezen over haar proces onder categorie ‘kanker’. Ook kun je hier het dichtbundeltje ‘dichter tegen kanker aan’ gratis downloaden. 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *