Meditatie: Ik val niet uit Zijn hand

(Psalm 16)

De dichter van Psalm 16 valt met de deur in huis. Hij zegt: “Ik neem de toevlucht tot U. Ik schuil bij U. Want U bent mijn Heere, mijn geluk, niemand gaat U te boven.” Dat heeft iets van omdenken. In onze samenleving zoeken mensen geluk in relaties, in werk, in gezondheid, carrière. Maar dat je zegt: “U Heere, bent mijn geluk”, dat is uitzonderlijk. Het is ook een hoge greep. Dat je zegt: “Uiteindelijk zijn al die dingen waar ik uit mezelf mijn geluk in zoek kwetsbaar en broos. Werk kan ik verliezen. Een geliefde kan wegvallen. Mijn gezondheid kan in ziekte veranderen. Mijn geld kan worden gestolen. Maar… God! Hij blijft, voor altijd dezelfde. U Heere, bent mijn geluk. Niemand gaat U te boven.”

Mijn God, ik kom naar U, dan ben ik veilig.
Ik heb het U gezegd en blijf het zeggen:
“Ik heb U nodig Heer,
de rest is overbodig.”

Het zijn woorden uit de berijming van Psalm 16 door de dichter Menno van der Beek. Hij gaf de psalm als titel mee: “Ik val niet uit Zijn hand.” En zo is het. We zijn geborgen in Gods Vaderhand, veilig bij Hem. Hoe de weg in dit leven ook gaat. Of het je voor de wind gaat, of dat juist alles tegenzit. Of je nu kerngezond bent of ziek. Jong of oud, blij of verdrietig. We vallen niet uit Zijn hand. Even zeker als God Zijn Zoon heeft vastgehouden. Psalm 16 wordt in het Nieuwe Testament vaak aangehaald rond de opstanding van Christus. God gaf Zijn Zoon het leven. En daarom ook iedereen die bij Christus hoort. Door Christus mag ik weten: ik ben veilig. Niets kan me scheiden van de liefde van Christus.

U wilt mij leren waar ik het moet zoeken.
Heel dicht bij U mijn God
zal ik gelukkig zijn.

Ds. Marco Batenburg