Gelezen: Leven met de dood van Leo Fijen

Een boek vol met verdriet, veel verdriet, dat is ‘Leven met de dood’. Verdriet om een lieve partner, om een jonge vader of moeder, maar ook om ouders op leeftijd. En vooral ook verdriet om (soms nog heel jonge) kinderen, pubers en jongvolwassenen. Sommigen zelfs door een gewelddadige dood, een brand of een ramp om het leven gekomen.

Maar ‘Leven met de dood’ is, naast een boek met verdriet, ook een boek vol van leven. De auteur brengt bij rouwenden de vraag ter sprake welke woorden kracht hebben gegeven rond de dood van een dierbare. Ze vertellen welke woorden hen in hun verdriet hebben aangesproken. Rouwdeskundigen delen in dit boek ook gedichten over de dood en verbinden deze aan een persoonlijk verhaal. Ze geven zo gedachten mee over wat wel of niet werkt in het contact met rouwenden.

Rouwdeskundige Marinus van den Berg twijfelt hardop aan wat hij kan zeggen in situaties van grote rouw. Zijn er dan wel woorden die kracht geven en troost bieden, vraagt hij zich af en verwoordt dit onder meer als volgt:

‘Is er dan wel een woord dat licht en je op adem laat komen, als het meest verschrikkelijke je meedogenloos raakt, zijn ze niet, hoe goed ook bedoeld, als een tentje dat even wordt neergezet om even later alweer te worden meegenomen in de koude storm die maar niet tot bedaren komt, het gemis dat niet minder wordt, maar meer.’

‘Of werken woorden soms niet meer en niet minder dan het blazen tegen bevroren ramen om te zien of er toch ergens ’n dageraad daagt.’

Rouwdeskundige Manu Keirse ageert tegen allerlei goedbedoelde adviezen, die mensen zo doodmoe kunnen maken. Hij ziet troosten als een bedding voor verdriet:

‘Troosten is kunnen zwijgen en in een blik, in een aanraking signalen van hoop, veiligheid en vertrouwen laten voelen. Het is samen worstelen, zoeken en hopen. Het is participeren in het verdriet, veeleer dan wegnemen van verdriet. Het is verdriet durven noemen. Troosten is mensen helpen te leven met vragen waarop geen antwoorden zijn. Troosten is geen dam tegen, maar juist een bedding voor verdriet.’ 

Toch blijft het wagen van een poging woorden neer te leggen, die kracht en troost geven, te midden van het verdriet, de moeite waard. Hoe onbeholpen ook, er wordt in woorden verbinding gezocht met de ander. Ook een gedicht aanreiken of achterlaten kan helpend zijn.

En misschien is de mooiste dichtvorm dan wel een gebed. Het gaat in een gebed om verbondenheid met elkaar, met de ander en ook met de Ander. Waar verbondenheid aanwezig is, wordt ‘leven met de dood, ondanks alle verdriet, tot een onmogelijk lijkende mogelijkheid!

Gettie Kievit

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *