K(r)oningsdag
Acht jaar vandaag. Acht jaar geleden kregen we een koning. In 2013 is hij, toen nog op Koninginnedag, tot koning gekroond. Voor speciale gelegenheden kon je bij de VOKK fimo klei vragen en daar zelf een kraal van maken. Voor deze gelegenheid had een van de moeders in het ziekenhuis een kroontje gemaakt van klei om aan de kanjerketting te doen. Ik wil deze kraal graag hebben voor aan de kanjerketting van Esmee, maar een paar dagen voor de kroningsdag mogen wij het ziekenhuis al verlaten. Toch vraag ik naar die kraal en ik krijg hem met de waarschuwing, dat ik hem echt pas op die dag aan de ketting mag doen.
Het raast en ruist
Voor ons staat deze periode in ons geheugen gegrift en is het elk jaar weer dichtbij. Herbeleef ik die week en lijk ik te verdrinken in verdriet en gemis. Al dagen voel ik mij unheimisch of er iets dreigt te gaan gebeuren, maar ik kan niet bedenken wat dat zou zijn. Hartkloppingen heb ik en ik ben al vroeg wakker. Voelen wil ik, huilen moet ik, maar de tranen komen niet. In plaatst daarvan blijft het maar suizen in mijn oren en mijn keel knijpt zich samen. Elk jaar opnieuw herbeleef ik deze dag voel ik het lichamelijk, ook als ik er niet aan denk. En nu is er voor het tweede jaar geen ruimte voor afleiding door de pandemie. Het raast en het ruist en alle emoties gieren door mijn lijf. Ik merk dat ik het opschrijven als lastig ervaar, omdat ik geen woorden heb voor deze leegte, dit verdriet en gemis. Ik probeer te voelen, maar ben bang om te stikken in alle tranen.
Dit is niet goed
In de nacht van 26 op 27 april 2013, terwijl we net een nachtje thuis zijn, blijkt Esmee zich niet goed te voelen. Ze is me aan het roepen en ik vind haar op de grond voor haar bedje. Ze heeft geprobeerd om naar ons toe te komen, maar heeft daar de kracht niet meer voor gehad. Ik til haar op en stap samen met haar in haar bedje. Ze is zo koud, dat ik haar stevig vasthoud om haar op te warmen. Ze zegt dat ze moet spugen en ik pak snel een bakje waar dit in kan. Ik zie dat ze bloed spuugt. Dit is niet goed.
Oorverdovend stil
Ik maak Chris wakker en hij brengt ons midden in de nacht naar het ziekenhuis. Daar gaat het helemaal mis. Na een reanimatie, overlijdt Esmee aan een maag bloeding, als gevolg van de chemokuur. Het wordt oorverdovend stil. De confrontatie met haar levenloze lijfje is niet te beschrijven. Het “nooit meer” is voelbaar in het diepste van mijn ziel.
De kanjerketting sluiten we af met de kroontjeskraal.
Op koningsdag een Koningskind.
Geschreven door Mariëlle de Ron. Ze is getrouwd en moeder van vier prachtige kinderen, Youri, Inge Esmee* en Lotte, waarvan één bij God mag wonen en ze nog mag zorgen voor haar andere drie kinderen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!