Het gevecht

Met neerhangende schouders liep de huisarts die middag onze voordeur uit. Mijn oog viel op zijn ongewone gang toen hij naar zijn auto liep. Meteen rook ik onraad. Deze bekwame dokter miste nooit een diagnose. En nu had hij zojuist voor mijn man een ziekenhuisopname geregeld. En niet voor niets, ging er door me heen!

Die nacht lag ik lang wakker. In gedachten organiseerde ik tot in de puntjes zijn hele begrafenis… Vanaf dat moment begon voor mij het gevecht. Het gevecht als naaste. In mijn gevecht betrok ik ook God. Riep Hem in mijn machteloze woede ter verantwoording. ’Waar was dit voor nodig om een jonge vader van drie kinderen nu al weg te gaan nemen?’

Achteraf vermoed ik dat zijn eigen gevecht al enkele weken eerder was begonnen. Ik had het aan zijn blik gezien. Hoge koortsen belaagden hem constant. En de oorzaak was onduidelijk. Die oktobermaand was voor ons beiden de start van een innerlijk gevecht. Het zou bijna twee jaar duren.

Een gevecht ontstaat doorgaans in ons leven wanneer er zich een gang van zaken voltrekt waar wij het totaal niet mee eens zijn. Waar wij ons met hand en tand tegen verzetten. Geen mens wil met kanker worden geconfronteerd. Laat staan met de dood te maken hebben. Een mens wil leven!

Als wij de Bijbel lezen, merken wij dat wij niet de enigen zijn die een gevecht met onszelf leveren. Een opmerkelijk voorbeeld is dat van Hizkia. Deze koning wordt ernstig ziek en moet de dood onder ogen zien. Het slechtnieuwsgesprek wordt door een profeet gevoerd. Profeet Jesaja: ‘De koning kan maar beter alles gaan regelen.’ Hizkia reageert afwijzend en keert demonstratief zijn rug naar Jesaja toe. Hij neemt de man Gods deze onheilsboodschap allesbehalve in dank af.

Hizkia was jong koning van Juda geworden. Op zijn vijfentwintigste. En nog steeds, na bijna dertig jaar regeren, heeft hij grootse plannen. Hij wil vanuit Jeruzalem zijn rijk verder uitbreiden. Bewust wil hij ook een goede koning zijn. Hij draagt iedereen op zich aan de wetten van Mozes te houden. Hij is een ambitieus man, een koning met visie. Ziekte komt hem wel heel slecht uit.

Hij laat het er dan ook niet bij zitten. Hizkia gaat met God in gesprek. Hij wijst Hem er op dat hij heeft gedaan wat goed in diens ogen was. Hij is trouw geweest en heeft steeds vanuit zijn hart gehandeld. Dan wordt hij door emoties overmand. Dikke tranen lopen langs zijn wangen. Hij huilt hartverscheurend.

De reactie van deze zieke koning roept ook nu nog, na zoveel eeuwen, herkenning bij ons op. Van meet af aan begint bij hem het gevecht. Ieder mens, direct of indirect door kanker geraakt, moet onvermijdelijk ook persoonlijk het gevecht voeren. Ieder in de eigen omstandigheden. Plotseling stilgezet in een soms drukbezet leven. Alle aanlokkelijke toekomstplannen voorlopig in de kast…

Talloze vragen maken deel uit van deze innerlijke strijd. Hoe lang zal deze onzekere periode duren? Welke weg ligt er voor mij? Vragen vooral van degene die kanker heeft. Wat betekent dit voor ons gezin? Hoe zal mijn partner met de ziekte omgaan? Vaak vragen van degene die met kanker van de ander wordt geconfronteerd. En de hamvraag bij beide partijen is of er wel genezing mogelijk zal zijn.

Tussen haakjes, het onderhandelen van Hizkia had resultaat. Maar liefst vijftien jaar werd aan zijn leven toegevoegd. Wat had mijn man dat destijds ook graag gewild! En ik niet minder!

In alles wat er dan gebeurt, ontbreken dan ook de emoties niet. Mogelijk verschijnen ook bij ons zelfs wel extra tranen. Wellicht zijn wij ook met God in gesprek gegaan om te onderhandelen. Zo gauw geven wij ons immers niet gewonnen! Ons gevecht gaat altijd ook gepaard met rouw. Vaak zijn wij ons dat niet eens bewust. Rouw omdat er op allerlei fronten verlies is opgedoken. Allereerst rouw bij de zieke zelf. Rouw om de beperkingen die het eigen ziek zijn aan verlies met zich meebrengt. In het licht van het bedreigde leven wordt het steeds meer af moeten zien soms nog intenser beleefd. Daarnaast ook rouw bij de naasten. Vooral ook om de angst voor verlies van hun dierbare.

Alleen door het gevecht onder ogen te zien, kan onze weg begaanbaar worden. Want het hoort er allemaal bij: vragen die opkomen, emoties die plotseling verschijnen en ook de gevoelens van rouw. Leven met kanker gaat niet zonder innerlijke strijd. Tot het geraakt zijn door kanker behoort όόk het gevecht. Helaas!

Gettie Kievit-Lamens

4 antwoorden
  1. Wilt
    Wilt zegt:

    Een op zich herkenbaar stuk. Ik vind het echter jammer dat het begrip ‘gevecht’ zo vaak aan de orde is. De ziekte vraagt veel (psychische) kracht om een angstig perspectief en verlies van levenskwaliteit te dragen, de ziekte vraagt veel discipline om o.a. medicatie te gebruiken en een gezonde levensstijl (bijna) rigide na te leven, de ziekte vraagt veel wijsheid om contact te houden met de levenslust, tewijl je tegelijkertijd een afscheid aan het organiseren bent en de ziekte vraagt authenticiteit om je eigen weg te vinden en om grenzen te stellen. Aan jezelf en de mensen rond je. Maar dat hoef je toch niet vechten te noemen. Dat waar je tegen vecht maak je er toch ook sterker mee?! Het leven accepteren zals het bij je komt en vanuit die acceptatie keuzes maken en de consequenties daarvan inzetten om je verlangen (bijv. langer en bij voorkeur weer gezond leven) na te streven voelt voor mij als een fijnere bron om met kanker te dealen. Ik ervaar er meer vrede, het geeft me meer rust en ik doe dat, net als degenen die over vechten spreken, in de hoop dat mij nog een lange fijne tijd in dit aardse leven gegund is.

    Beantwoorden
    • Gettie Kievit
      Gettie Kievit zegt:

      Gelukkig herken ik ook (weliswaar als naaste) de bovengenoemde elementen. Daarom geef ik graag uitleg waarom het woord ‘gevecht’ in ons gehele proces zo vaak ter sprake komt. Wij verkeerden in de uitzonderlijke situatie dat wij anderhalf jaar hebben moeten wachten op de diagnose ‘kanker’, terwijl de dreiging al die tijd voelbaar was. De signalen van de artsen spraken voor zich. Om elk misverstand te voorkomen wil ik ook graag onderstrepen dat het werkwoord ‘vechten’ nergens is bedoeld als een ‘strijden tegen de ziekte’. Het gaat hier om ieders persoonlijke innerlijke strijd om het onvermijdelijke te aanvaarden. Als van meet af aan de moeilijke realiteit helder is, verloopt een proces uiteraard anders dan nu het geval was. (Ieder ziekteproces is trouwens altijd individueel bepaald). Het eventuele groeiproces naar acceptatie kan dan ook eerder beginnen. Het doet goed te lezen dat er een manier is gevonden om met de eigen situatie om te gaan. – Al gaande wordt de weg gebaand – !
      Gettie Kievit

      Beantwoorden
  2. G. Roelfsema
    G. Roelfsema zegt:

    Het verhaal van Gettie lijkt (bijna) op mijn verhaal in 1997 tot begin 1998. Mijn man werd slechts 45 jaar oud, ik was toen net 44. Mijn moeder was net 14 maanden daarvoor overleden. Heftige periode deze jaren. Onze kinderen waren ook nog jong. Ik verdrong op deze leeftijd ook dingen en accepteerde het niet hoe alles ging. Net of je niet volwassen was op dat moment. Ik was er nog niet klaar voor met zoveel heftige dingen in een vrij korte periode. Dit verhaal komt wel weer bij je binnen. We hadden ook een bedrijf en winkel, die moest verkocht worden en ook het pand. Er kwam nog zoveel meer bij dan het ziek zijn en afscheid nemen. Nu leef ik veel meer met anderen mee, intenser. Weet dat God er voor me is. Moest ook dingen loslaten en opnieuw beginnen. Ook valt het me op dat er na een bepaalde tijd van rouwen, niet meer bij sommigen aan gedacht wordt dat de ander alleen achter blijft. Dat is wel verdrietig, maar omdat anderen ook hun leven hebben gaan ze daar (onbewust) misschien wat aan voorbij. Niet bij iedereen gelukkig. Toch kun je in zulke perioden op God vertrouwen, maar ook is dat niet altijd makkelijk denk ik voor iedereen. Heb daar zelf geen problemen mee gehad, maar merk het wel om me heen. Hoop dat ieder, die er mee te maken krijgt wel zijn troost bij God zal vinden.

    Beantwoorden
  3. Joop Kruizinga
    Joop Kruizinga zegt:

    Vier en een half jaar jaar na de diagnose: Nierkanker met uitzaaiingen naar beide longen is mijn vrouw overleden. Na de uitsla die binnen 5 dagen na het eerste doktersbezoek rond was, heb ik God gebeden en gezegd; “Lieve Heer, ik ben geen Hiskia, Mag ik nog vijf jaar van U? God hoort en verhoort. Hebben genoten van elke dag die we hebben gekregen. Nooit gedacht aan een “gevecht”. Kost energie die je beter kunt gebruiken om te genieten van de dagen die we kregen.
    Vanuit je geloof mag je erop vertrouwen dat we eens verenigd zullen worden met onze Heer en Heiland. In onze gebroken wereld is de dood een noodzakelijke voorwaarde om in te gaan in Gods heerlijkheid. Moet ik dan deze ontmoeting steeds uitstellen in een “gevecht”? Betekent dit lijdzaam afwachten? Nee zeker niet! God heeft ons mensen middelen en mogelijkheden gegeven om pijn te verlichten, om ziekten te genezen. Ook Hij wil geen ziekte en geneest.
    Terugziend op de afgelopen jaren had ik niet een dag willen missen en heeft de ziekte van mijn vrouw ons dichter bij elkaar gebracht dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Het woord “gevecht” is bij ons nooit aan de orde geweest, wel dankbaarheid. Dankbaarheid naar onze hemelse Vader voor Zijn liefde en trouw en dat hij artsen op onze weg heeft gezet die ons terzijde hebben gestaan.
    Na een huwelijk van veertien jaar is mijn vrouw gestorven. In het vertrouwen dat Hij die in de afgelopen periode bij ons is geweest. ook mij zal leiden op de weg die ik heb te gaan mag ik verdergaan. Het is en was goed zo.

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *