Geloven in genezing | Het spanningsveld van christenen en niet-christenen

Regelmatig heb ik me tijdens het schrijven van mijn dagboek afgevraagd hoe ik later zou terugkijken op het overlijden van Jan en hoe wij daarin onze weg probeerden te vinden. Vooral wat betreft de zoektocht hoe we met alles rondom geloof in genezing zijn omgegaan. Jan en ik waren daar ons hele leven al veel mee bezig geweest en hebben daarin bijzondere ervaringen beleefd. We hebben ons uiterste best gedaan om na het bericht van zijn ziekte een evenwicht te vinden tussen vertrouwen op het wonderlijke ingrijpen van God en ons voorbereiden op zijn dood.

Ik denk nog altijd veel na over het spanningsveld tussen hopen op genezing en het omgaan met de realiteit. Ik besef dat dit natuurlijk niet alleen bij christenen voorkomt, maar ook bij mensen die het zoeken in alternatieve geneeswijzen, in de medische wetenschap, gezonde voeding of bewegen.

Retour hemel
Ik zag de documentaire Retour hemel over journalist Mark Bos, een man die enorme lichamelijke krachtsinspanningen levert om de prostaatkanker in zijn lichaam te overwinnen. Hij wandelt tijdens extreem koude temperaturen, onder leiding van ‘Iceman’ Wim Hof. Beklimt hoge bergen in zijn blote lichaam. ‘Mij krijgen ze er niet onder,’ zegt hij vastberaden. Hij hoopt niet alleen dat hij zal genezen, hij verwacht het ook. Omstanders hebben respect voor zijn kracht en doorzettingsvermogen.

Dan vertellen artsen hem dat onderzoeken laten zien dat de ziekte verder uitgezaaid is. De harde werkelijkheid haalt hem in en er moeten ingrijpende beslissingen worden genomen. Nog houdt hij vast aan de mogelijkheid om dit door inspanning te overwinnen.

Ook zag ik een documentaire over Wubbo Ockels, de eerste Nederlander die een ruimtevlucht maakte. Nadat in 2008 een tumor in zijn nieren succesvol verwijderd wordt, komt in 2013 het bericht dat hij uitgezaaide nierkanker heeft.

Ockels wordt behandeld in het meest gerenommeerde ziekenhuis in Houston en hij stort zich op een totaal andere manier van leven. Hij leest er alles over, gaat zo gezond mogelijk eten, verdiept zich in spirituele zaken (new-age) en leert te dansen en bewegen volgens Falun Dafa – Chinese bewegingsmeditatie. Hij gaat, net als Mark Bos, ook op weg met Wim Hof om zijn afweersysteem te beïnvloeden. Hij richt zich op concentratie, meditatie en ademhaling.
Ook hij zegt: ‘Ik wil leven. Vechten. Ik heb het recht om te geloven dat ik langer blijf leven, of het nu waar is of niet. Ik geloof dat ik helemaal zal genezen. Ik ga er helemaal voor. Ik pak alles. Ik wil ervan af.’ Hij ontdekt dat het belangrijk is om in evenwicht te komen met geest, ziel en lichaam. ‘Misschien heb ik helemaal geen gelijk, maar dan heb ik wel een mooi jaar gehad. Ik voel me er goed bij.’ Hij wil met zijn geest invloed uitoefenen op zijn lichaam en het dwingen te functioneren ‘hoe het hoort’. ‘Ik heb meer wijsheid gekregen, meer inzicht, ik voel me mentaal sterk.’ Hij danst met gebaren en bewegingen die lijken op bezweringen. Hij wil zijn tumor ‘spiritueel omarmen’. Hij vindt het ook belangrijk om ‘positief door te leven in het belang van mijn omgeving.’

‘Een geloof is een prima zaak om te hebben,’ zegt Ockels, ‘en als je dat dan doet en het maakt je sterk, wat is daar dan verkeerd aan? Ik ga van wanhoop tot kracht. Het is versterkend om te geloven.’

Zijn interviewer zegt het heel waardevol te vinden dat Ockels dit gelooft. Dat hij een voorbeeld is voor anderen.
Wubbo Ockels overlijdt in 2014 op 68-jarige leeftijd.

Geloof en hoop
Overal zijn dus vasthoudende en hopende mensen. Geloof en hoop houdt hen lange tijd op de been. De mogelijkheden zijn onuitputtelijk.
Het trof mij dat dit dus niet alleen geldt voor christenen maar ook voor mensen die hun hoop op de wetenschap, de sport, de natuur, voeding of wat dan ook gevestigd hebben. Het valt me op dat niet-christenen die geloven, veel eerder respect en bewondering oogsten dan christenen. Iemand als Ockels wordt bewonderd om zijn geloof, zijn positieve instelling en zijn krachtsinspanningen. Mensen die geloven in God worden nogal eens meewarig aangekeken, alsof ze niet meer van deze tijd zijn. In ieder geval past dit niet als je intelligent wetenschapper bent. Verbazend dat Ockels ineens wel die waardering ontvangt en christenen zich nog altijd moeten verdedigen als zij hun geloof en hoop op God richten. Positief doorgaan en zo lang mogelijk blijven verwachten op het ingrijpen van God wordt doorgaans niet serieus genomen.

Ik hoop dat door mijn verhaal de zoektocht van mensen die geloven in God enigszins wordt genormaliseerd. Wij zijn er in ieder geval oprecht en open mee bezig geweest.

Door bovenstaande voorbeelden van andersdenkenden besef ik nog meer hoe eigen het is aan ieder weldenkend mens om hierin zoekende te zijn.

Als je het geloof, de hoop en de verwachting van mensen zo lang mogelijk respecteert, kun je op een gegeven moment wel in botsing komen met andere belangen en afwegingen. Dan kan het gebeuren dat gezinsleden niet over het komende sterven mogen praten, of dat geloofsgenoten dit als een teken van ongeloof zien, of dat men vindt dat de medische wetenschap vast nog iets in petto heeft.

Het is belangrijk om open te blijven staan voor de behoeften en de belangen van alle dierbare en betrokken anderen. Voor mij is de manier waarop Jan hiermee is omgegaan niet frustrerend geweest. Hoewel hij zijn hoop op genezing tot aan zijn sterven toe heeft vastgehouden, was hij telkens weer bereid om mee te denken aan de praktische gevolgen van zijn overlijden. Hij heeft gebruik gemaakt van medische hulpmiddelen. Hij heeft uitgebreid van veel mensen afscheid genomen.

Spanningsveld
Het blijft een spanningsveld hoe we daarmee om moeten gaan. Adviezen van diverse voorgangers uit kerkelijke gemeenten en van medechristenen maken dat de medische werkelijkheid onder ogen zien en daarover spreken voor sommigen gelijk staat aan ongeloof. Ervaringen van nabestaanden tonen aan dat dit achteraf verwarring, verdriet en boosheid kan veroorzaken. Een gevoel van een kater, teleurstelling, van beetgenomen zijn.

Achteraf heb ik er natuurlijk geen sluitend antwoord op. Er is geen route die je kunt volgen. Het is een voortdurend afstemmen op elkaar en respectvol openstaan voor elkaars geloof, behoeften en verwachtingen.

Samen met de kinderen, familie, vrienden en de gemeente hebben we oprecht geprobeerd om onze weg hierin te vinden. We hebben ons best gedaan om hier bewust een evenwicht in te vinden. Ik kan er goed op terugkijken hoe wij hier samen mee zijn omgegaan.

Geschreven door Lies Nijman. Lies (1955) is contextueel hulpverlener en relatietherapeut. Haar man Jan overleed toen zij 53 jaar was. Zij kregen 3 kinderen. In korte tijd verloor Lies meerdere dierbaren. Zij heeft zich daardoor steeds verdiept in alles rondom het omgaan met rouw en verdriet. Lies schreef het boek Kwetsbaar vertrouwen. Zij begeleidt mensen met diverse hulpvragen vanuit haar praktijk Langszij.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *