De pijn voorbij

Mijn verhaal over kanker is een verhaal over pijn. Pijn, omdat ik door de medische ingreep van een gedeeltelijke tongamputatie tot de schokkende ontdekking kwam dat een lichaam maar in staat is een zekere mate pijn te hanteren. Kanker, daar kon ik mee leven. Maar de pijn, daar was ik niet op voorbereid. Zo hevig, zo aanwezig, zo alomvattend en zo verterend dat er slechts een dof ritme overblijft: pijn, pijn, pijn. Een verhaal over pijn dus. Pure ontwrichting, dwars door kanker heen.

Pijn
Als ik wakker word uit narcose ben ik duizelig. Ik moet plassen, maar kan niet goed duidelijk maken dat ik overeind wil komen. Ik schrik van het bloed op mijn kussen, het plakt in de stroken haar langs mijn gezicht. Ik wil morfine. Dat betekent alleen dat ik opblaas en dood kan gaan. Ik ben allergisch voor bijna elke vorm van pijnbestrijding. Ik had voor de operatie het idee dat als ik wakker werd, het een einde van mijn kankerleed zou zijn. Ik weet, als ik eindelijk opzit, dat het het begin is. Want het enige dat niet had mogen gebeuren, gebeurt. Ik moet vreselijk spugen. Het braaksel stoot met zoveel stuiptrekkende kracht langs de ongehechte halve tong dat ik buiten te horen moet zijn geweest. Dan wordt het stil. Als ik weer wakker word heb ik een katheter in. Ik ben te zwak om er iets van te denken. Pijn, zoveel pijn dat ik dubbel zie. Zoveel pijn dat ik geen geluid meer heb bij het huilen.

10 vingers
Het ziekenhuis houdt mij zes dagen langer dan gepland. Vijf keer per dag stellen ze de vraag: op de schaal van 1 tot 10, hoeveel pijn heb je? Bijna elke keer steek ik 10 vingers op. Ze weten dat ik ten tijde van visite op een 12 zit, maar mij als een 5 gedraag. Ze geven simpelweg een extra kalmeringstablet, wetende dat dit misschien niet helpt tegen de pijn, maar mij in staat stelt een uurtje door te brengen met droge ogen.

Bezorgd
Ik heb een week een bed bezet en moet naar huis. Ik vind het logisch. Mijn huisarts schrikt zich bij haar onverwachtse huisbezoek het apezuur. Bezorgd overtuigd ze mij dat dit echt niet langer kan, dat ze mij alle mogelijke anti-allergie middelen zal geven die er voor handen zijn en dezelfde dag nog morfinepleisters laat komen. Het is een risico, we weten het allebei. Het is het proberen waard. Ik ben namelijk op een punt dat ik slechts een keuze maak tussen doodgaan van de pijn of sterven aan de bestrijding daarvan.

Pijn en rust
Pijn is iets universeels en toch ook enkel individueel. Niemand voelt wat jij voelt. En zelfs al doen ze dat wel, dan voelen ze op een andere manier. Mede daarom laat pijn laat zich niet beschrijven. Zelfs niet nu ik het al een paar alinea’s probeer. Rust echter wel. De pleister werkt. Dat mijn ademhaling langzamer werd en ik de wereld voel ontglippen negeer ik. Even denk ik dat ik in de hemel ben. Ik voel letterlijk niets. Niet veel later kan ik niet meer lopen, begint mijn lichaam te stuipen, vervaagt mijn zicht, verstomt geluid, zweet ik terwijl ik het ijskoud heb, krijg het benauwd en voel een enorme hoofdpijn opkomen. Een uur later lig ik in de ambulance.

Hier was gek genoeg de ommekeer. Want als ik een dag later naar huis mag en besef dat ik door een Godswonder nog in leven ben, wordt de pijn minder. Of misschien mijn focus op de pijn. Ik begin mij te richten op de uitslag van de ingreep. Je zou denken: het probleem werd uit mijn mond gehaald en daarmee klaar. Voor mij begon het probleem hier. De kanker deed geen zeer. Het weghalen echter legde het vuur aan mijn schenen.

Verlies identiteit
Misschien was de omslag wel dat ik dacht dat nu ik dit had meegemaakt, ik alles aan zou kunnen. Ik had mijn man een blauwe borst geslagen in mijn wanhoop, ik kon mijzelf uitschakelen door 20 uur per dag te slapen om maar niet te hoeven voelen, ik was doodsbang voor iets wat 24/7 aanwezig was en werd het zat. Ik wist toen echter nog niet dat de stress en letterlijk tientallen probeersels aan pijn en verdovende medicatie mij biologisch volledig ontregeld hadden en ik tegen nieuwe pijn aanliep. Namelijk het totale verlies van mijn identiteit, omdat het trauma ‘pijn’ dieper ging dan wat ik ooit had meegemaakt. Dat… is alleen een ander verhaal.

Ik ben de pijn voorbij
Pijn. Het is zo’n simpel woordje. En alhoewel ik het hier geprobeerd heb, kan ik het niet verwoorden zoals het was. Ik weet wel dat ik voor altijd anders tegen pijn aankijk. De betekenis is dieper. Het voelen nu altijd ‘op een schaal van 1 tot 10’. Ik ben de pijn voorbij. Goddank. Als ik van te voren had geweten dat die tumor verwijderen mij zoveel had aangedaan had ik hem zeer waarschijnlijk laten zitten. Maar ook dat punt ben ik voorbij.
Maar het uitleggen, besef ik nu: dat is toch echt voorbij de grenzen van mijn mogelijkheden…

De blog is geschreven door Natasja Vermoten. Natasja is 34 jaar, woont in Velsen en werd op haar 30e gediagnosticeerd met tongkanker. Ze schrijft over de dingen die de flexibiliteit van het leven ons soms (tegen wil en dank) aanbiedt. Kanker was voor haar daar een onderdeel van. Op haar site www.mensenverhaal.com kun je meer lezen over haar proces onder categorie ‘kanker’. Ook kun je hier het dichtbundeltje ‘dichter tegen kanker aan’ gratis downloaden. 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *