Waarom?!

Mijn fictieve buurman heeft een vrouw, drie lieve kindertjes, twee auto’s, een boot en allemaal zijn ze kerngezond. En o ja! Ze hebben ook beiden een baan. Waarom?

Mijn andere fictieve overbuurman heeft ook een vrouw, geen kinderen, één auto, geen boot en hij is wel gezond, maar zijn vrouw niet. Zij heeft namelijk voor de tweede keer kanker. Waarom niet?

De waarom-vraag. Waarom stellen we de waarom-vraag alleen bij ellende en niet bij voorspoed? En waarom gaat die waarom-vraag altijd richting God, ook als Zijn bestaan in het dagelijks leven wordt ontkend? Waarom vragen we Hem (meestal) niet waarom we het goed hebben?
We kennen het allemaal: de waarom-fase van kleine kinderen. De hele dag door klinkt er het ‘waarom?’ van de kleine spruit. Het kind kan daarbij niet wachten op antwoord, want de waarom-vraag is waar het om gaat. Sterker nog: kindlief hóórt vaak het antwoord niet eens, maar wil meestal wel een reactie. Het vele vragen is aanvankelijk nog grappig, maar wie kent niet het beroemde ‘Waarom? Drom!’

Zou dat het zijn rondom lijden? We moeten iets zeggen, we willen onze wanhoop uiten. We wéten ergens wel dat er geen antwoord í­s, maar er is onmacht. En onmacht heeft een adres nodig, een woord. Zelfs Jezus riep het in het diepst van Zijn verlatenheid: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?!’

Is onze vraag naar het waarom ten diepste d­e vraag: voelen we ons als het lijden ons boven de pet gaat ten diepste verlaten door God? Kreeg Jezus antwoord toen Hij het uitriep naar God? Misschien niet zoals wij het ons voorstellen. Jezus zelf werd het antwoord. In de donkere nachten na diagnose en tussen operaties in was er voor mij niet de vraag naar het waarom, maar er was één woord dat werkte: Jezus. Het meest korte gebed en het grootste antwoord.

Julia Molenaar
www.juliamolenaar.nl

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *