Boekentip: ‘U bent altijd bij mij’ door Aukje en Wilkin van de Kamp

“Veel mensen met kanker worstelen na de behandeling met levensvragen. Na de behandeling begint misschien wel de grootste strijd: hoe moet ik ook alweer mijn leven leiden?”, las ik in de Trouw van woensdag 11 april. De dienst geestelijke verzorging van het VUmc in Amsterdam ontwikkelde hiervoor een schrijftraining, waarbij deelnemers een spirituele autobiografie schrijven. “Door het beschrijven van belangrijke momenten uit hun verleden, ontdekken ze weer wie ze zijn en hoe ze de toekomst willen aangaan. Waar gaat het nu ten diepste om?” Na twee jaar van ziekenhuisbezoeken, vertelt een patient, was de behandeling afgerond. “‘Tot volgend jaar’, zeggen ze dan. Ik schrok – ineens stond ik er alleen voor. worstelde met vragen over zingeving en ging het gesprek met God aan. Ik vroeg me steeds vaker af: Als ik doodga, waar ga ik dan heen? De hemel? Ik weet het niet meer, ik heb er helemaal geen beeld meer bij.”

Ook Aukje van de Kamp die een knobbeltje in haar borst ontdekte en zo een langdurig ziektetraject in ging, worstelde met zingevingsvragen. Zij beschrijft al tijdens het ziekteproces hoe ze daar mee omgaat en maakt ons zo ook deelgenoot van (een gedeelte van) haar spirituele autobiografie. Hier volgen enkele treffende citaten over wat ze allemaal ondergaat:

“Onderweg naar het ziekenhuis doemen allerlei scenario’s voor mijn ogen op. Ik wil me maar aan één ding vasthouden en dat is dat God voor me zorgt. Het eerstvolgende uur in het ziekenhuis krijg ik allerlei medische termen te horen. Het enige dat me echt bijblijft, terwijl ik in een waas van tranen voor me uitkijk is, dat ik morgen vόόr twaalf uur moet vertellen of ik een borstbesparende operatie of een amputatie wil.” 

“Vrijwel direct nadat ik mijn plekje in de wachtruimte heb ingenomen, kijk ik om me heen en vraag Gods zegen voor al mijn lotgenoten. Ik neem geen deel aan negatieve gesprekken die ik om me heen hoor, maar verdiep me in een boek of tijdschrift dat ik heb meegenomen. Op deze manier kom ik de tijd goed door. De bestraling zelf duurt maar heel even en is niet pijnlijk, maar het hele proces maakt me erg moe.”

“Aan het eind van de serie bestralingen merk ik wel dat mijn huid begint te branden. De plek op mijn borst is erg gevoelig en ik ben blij dat ik de laatste dagen bij thuiskomst kan koelen met een coldpack. Als de laatste drie bestralingen voor me liggen, maak ik een grapje dat ik voor goud ga. Een dagje brons, een dagje zilver en dan is het zover: Ik ga voor goud!”

Het bijzondere van dit boek is dat Aukje het samen met haar man Wilkin heeft geschreven vanuit een bepaald thema: en wel vanuit Psalm 23, de herderspsalm. Elk een eigen onderdeel per hoofdstuk. Wilkin leidt het hoofdstuk in met een overdenking van een versregel uit de psalm en Aukje vult aan met wat ze gedurende de gehele periode meemaakt. De titel van het eerste hoofdstuk is veelzeggend: De Heer is mijn herder, mij ontbreekt niets (Wilkin); Een knobbeltje in mijn borst (Aukje).

Met recht zou je dit boek een geloofsboek kunnen noemen. De auteurs geven weer dat Psalm 23 voor hen een houvast in de storm is geweest: ‘De woorden U bent altijd bij mij hebben ons door deze zware tijd heen gedragen. Een tijd waarin alles onzeker leek te zijn. Maar juist in deze tijd mochten we God van een heel andere kant leren kennen. We ontdekten dat Hij in elk seizoen van ons leven te vertrouwen is. God komt nooit te vroeg en al helemaal niet te laat, want Hij is er altijd!’

Geschreven door Gettie Kievit

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *