Boekentip: ‘Dichtbij de horizon – De kunst van het sterven’ van Henk Veltkamp

In ‘Dichtbij de horizon – De kunst van het sterven’ schrijft Henk Veltkamp over de laatste levensfase. Henk Veltkamp heeft jarenlang als geestelijk verzorger in een ziekenhuis gewerkt en geeft aan ‘dat alle kennis en ervaring’, van waaruit hij schrijft, tweedehands is. Dat wil zeggen: meegekregen en geleerd van anderen.

Het boek besteedt aandacht aan de verschillende aspecten van het sterven, zoals: slecht nieuws, angst voor de dood, voorbereiding, keuzes maken, visies op leven en dood, loslaten en leren leven. Dit alles in het licht van de gedachte ‘Wie leert te sterven, leert te leven ‘ (Michel de Montaigne).

Het boek geeft een bredere kijk op het begrip ’rouw’, dat meestal alleen gebruikt wordt voor de periode na het overlijden van een dierbare. Ook in het laatste levenstraject is er namelijk al sprake van rouw, zowel bij de zieke als bij de naasten. Bij de eerste speelt rouw om verlies van het leven een rol. En bij de naasten gaat het om het naderend verlies van hun dierbare. Visies op leven en dood komen dan vaak spontaan omhoog en kunnen soms ook tot troost zijn. De auteur zegt zich zelf het meest thuis te voelen bij de woorden van de dichter J.P. van Renssen:

Die mij eertijds geschapen heeft
en veilig in het leven bracht,
zal mij, heb ik mijn dag doorleefd,
ook wel geleiden door de nacht. –

Het boek is volgens de schrijver niet alleen bedoeld voor degene die weet ‘ik ga sterven’, maar ook voor andere betrokkenen zoals een partner, kinderen, ouders, familie, vrienden, vrijwilligers in de palliatieve thuiszorg of het hospice en professionele zorgverleners. Op de achterflap staat geschreven dat dit boek ‘een steun in de rug wil zijn voor wie met het naderende levenseinde te maken krijgt, van zichzelf of een ander.’

Dat dit zo moge zijn!

Gettie Kievit

Mee-lijden

Het is inmiddels ruim 10 jaar geleden.

Bij mij was prostaatkanker geconstateerd. Ik moest een kleine 40 keer worden bestraald. En ben toen ook begonnen met het gebruiken van hormonen. Ruim drie jaar kreeg ik die spuiten.

Ik zal je niet vermoeien met wat er in die tien jaar is gebeurd. Neem van mij aan dat het heel veel was.

Deze zomer bleek de kanker weer actief te zijn.
Voor de derde keer. En opnieuw zijn we aan de behandelingen begonnen.

Mensen leven volop mee.
Zijn nieuwsgierig naar de prognose.
Die weten we niet. Om de drie maanden is er een uitgebreide controle.

De tijd tussen de spuiten is niet eenvoudig.
Veel heb ik aan het meeleven van mensen. Voor mij geeft er over praten lucht. Gewoon vertellen hoe het is, doet mij goed.

Er over willen praten, zal niet ieder willen.
Je zult er raar van opkijken, maar ik vind het er met God over praten nog het moeilijkst. Waarom? Omdat God mij al zoveel keren geholpen heeft. Langer dan de 15 jaar die koning Hizkia van God in zijn ziekte kreeg.

Ik bid nu gemakkelijker voor anderen dan voor mezelf. Wordt God niet moe van mij? Is nu niet een ander eerder aan de beurt om geholpen te worden?

Deze tekst uit de Bijbel helpt me gelukkig.
Je vindt het in het boek Hebreeën. Daar staat in hoofdstuk 4:15:
‘Want wij hebben geen Hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden’.

God weet van mijn bestaan. Jezus, zegt de Bijbel daar, leeft mee. Hij heeft niet alleen vóór de mensen geleden, maar ook mét de mensen.

Als ik aan dit aspect van het lijden van Christus denk, kan mij dat diep troosten. Christus komt dan heel dicht bij ons staan: Hij strijdt mee. Hij lijdt mee. Er staat niet voor zolang. Er staat: zo is Hij. Hij lijdt mee: voor altijd.

Medelijden van mensen is best fijn.
Mee-lijden van Jezus strekt nog veel verder.
ALTIJD.