Bewerking van ‘Mag ik dan bij jou’ van Claudia de Breij, geschreven door ds. Marien Kollenstaart

Als die ziekte komt
en als ik dan moet schuilen,
mag ik dan bij jou?

Als er ‘n uitslag komt,
die ik niet aan wil horen,
mag ik dan bij jou?

Als de behandeling komt
die ik niet kan volbrengen,
mag ik dan bij jou?

Als ik daar ziek van word,
wat ik nooit geweest ben,
mag ik dan bij jou?

Mag ik dan bij jou schuilen,
als het nergens anders kan?
En als ik dan moet huilen,
droog jij m’n tranen dan?
Want als ik bij jou mag,
mag jij altijd bij mij.
Kom wanneer je wilt,
ik hou een kamer voor je vrij.

Als er slecht nieuws komt,
en als ik dan bang ben,
mag ik dan bij jou?

Als de avond valt,
en ’t is mij te donker,
mag ik dan bij jou?

Mag ik dan bij jou schuilen,
als het nergens anders kan?
En als ik moet huilen,
droog jij m’n tranen dan?
Want als ik bij jou mag,
mag jij altijd bij mij.
Kom wanneer je wilt,
ik hou een kamer voor je vrij.

Mag ik dan bij U schuilen,
als het nergens anders kan?
En als ik moet huilen,
droogt U m’n tranen dan?
Want als ik bij U mag,
mag U altijd bij mij.
Kom wanneer U wilt,
‘k hou een kamer voor U vrij.

Als het einde komt,
en als ik dan bang ben,
mag ik dan bij jou?
Als het einde komt,
en als ik dan alleen ben,
mag ik dan bij U?

Ik ben erbij!

‘Kan het u niet schelen dat wij vergaan?’ riepen de leerlingen van Jezus in de storm. Het verhaal staat in Markus 4. De wind stuwde de golven hoog op en de boot dreigde te kapseizen. En wat doet Jezus? Die slaapt gewoon! Ik begrijp wel dat de leerlingen zo reageerden.

Toen ik chemo’s kreeg, lag ik samen met anderen op een ziekenhuiskamer. We hadden allemaal kanker. In mijn gedachten gonsde het ook weleens: ‘Zou het God ook kunnen schelen dat wij hier liggen?’ Ik worstelde er mee. In het Bijbelverhaal is het allemaal duidelijk. Jezus bestraft de storm en deze gaat liggen. Prachtig! Maar in de krant lees ik over boten met vluchtelingen die wel vergaan. En ik spreek mensen die lijden vanwege kanker. Als dominee heb ik vaak geen antwoorden op de moeilijke vragen waar mensen mee leven. En toch helpt dit Bijbelverhaal mij verder. Wat mij aanspreekt, is dat Jezus erbij is op de boot. Je hoort Hem niet, maar Hij is er wel. En Hij vertrouwt op Zijn Vader.

Ook de Godsnaam, JHWH, wordt vaak vertaald als: Ik ben erbij. We weten niet hoe deze naam uitgesproken moet worden. Volgens een Joodse traditie is de naam het geluid van ons in- en uitademen. We zeggen Jah als we inademen en Weh bij het uitademen. Luister maar eens naar je eigen ademhaling, dan kun je het horen. Volgens deze traditie is de geboorte van een kind niet het begin van de ademhaling, maar het voor de eerste keer uitspreken van de Godsnaam. En het sterven van een mens is niet het stoppen van de ademhaling, maar het voor de laatste keer uitspreken van Zijn naam. Ik vind het een hoopvolle gedachte. Als ik stil ben en luister naar mijn ademhaling dan herinnert het mij aan die naam. En wanneer ik geen antwoorden heb op de grote waarom-vragen en niets meer weet te zeggen, dan hoor ik het fluisterend: ‘Ik ben erbij!’

Sijbrand Alblas

Hartelijk dank voor je donatie!

dankRegelmatig worden er op de bankrekening van Als kanker je raakt giften overgemaakt. Uiteraard zijn wij hier heel blij mee en graag zouden wij de betreffende personen of instanties hiervoor persoonlijk bedanken. Helaas kunnen wij niet in alle gevallen achterhalen hoe wij deze personen of instanties kunnen bereiken. Daarom maken wij graag van deze gelegenheid gebruik om iedereen die ons in de afgelopen tijd financieel heeft ondersteund, heel hartelijk te bedanken.

Mede door deze donaties worden wij in staat gesteld om mensen, die direct of indirect door kanker worden geraakt, te ondersteunen. De afgelopen jaren is gebleken dat er grote behoefte is aan een dergelijke ondersteuning. Onze doelstelling is dan ook o.a. om de activiteiten van de stichting op landelijk niveau verder uit te breiden. Mede door jouw gift wordt dit mogelijk gemaakt, waarvoor nogmaals onze hartelijke dank.

Bestuur stichting Als kanker je raakt