Terugblik Landelijke Ontmoetingsdag door een vrijwilligster

‘s Morgens al vroeg op pad richting Amersfoort. Het is een prachtige lentedag. De mist hangt over de velden en geeft een mooie serene sfeer. Onderweg nadenkend over wat deze dag zal brengen. Aan het programma zal het niet liggen. Het is weer een mooi programma met veel afwisseling. Met wat voor verwachtingen zullen de deelnemers komen? Kunnen ze het lichamelijk aan? Wat voor verhalen zullen ze weer willen delen?

Om 8.15 uur kom ik aan bij het mooie Leerhotel Het Klooster. Ook hier weer die mooie sfeer van een oud klooster wat herinnert aan de serene sfeer over de velden. Alles wordt klaargezet en in gereedheid gebracht om de gasten te ontvangen. Iedereen is druk. De mensen van het geluid. De catering. De kaartjes van de deelnemers liggen klaar. De bloemen zijn geschikt. De dag kan beginnen.

Om 9 uur is er voor de mensen van de organisatie een gebedsmoment. Deze dag kan alleen maar slagen met hulp van de Heer. Langzaam druppelen de mensen binnen, afwachtend wat deze dag zal brengen. Iedereen krijgt een kopje koffie met een stukje krentenbrood, waarna men zich naar de grote zaal begeeft.

Het programma wordt aangekondigd door Rob Favier. Hij zal deze dag leiden. Als eerste is ds. Arie van der Veer aan het woord. Het thema van deze dag is: Kracht in Kanker. Hij houdt een meditatie over psalm 84. ‘Zij gaan van kracht tot kracht steeds voort’. Steeds weer is het zoeken naar nieuwe kracht. Deze kracht is alleen te vinden bij Hem.

Elise Mannah laat ons genieten van haar mooie liedjes en van haar prachtige stem. Zij wordt begeleid door een geweldige pianist.

Dr. Croon, internist-hematoloog in het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam, houdt een lezing over waar zij haar kracht vandaan haalt. Zij geeft ook voorbeelden van patiënten en waar zij hun kracht vandaan halen.

Dan volgt er de mogelijkheid om vragen te stellen. Deze tijd is eigenlijk altijd te kort, want er zijn veel vragen, met name over vermoeidheid.

Het is tijd voor de lunch en voor ontmoeting. Iedereen geniet van de heerlijke lunch en er wordt veel met elkaar gedeeld. De middag wordt ingevuld met diverse workshops. Iedereen gaat naar de workshop die van te voren is aangegeven. Alle workshops worden zeer gewaardeerd. Om 15.30 uur komt iedereen weer terug naar de grote zaal, waar de deelnemers aan de workshop Kracht in Kanker & Muziek een uitvoering geven.

Iedereen krijgt nog het boek ‘Als kanker je raakt’ mee en gaat met een goed gevoel huiswaarts. Ik denk dat we terug kunnen kijken op een mooie dag.

Anneke van Etten

Terugblik Landelijke Ontmoetingsdag d.d. 9 april 2016

Een bezoekster van onze Landelijke Ontmoetingsdag wil haar ervaringen met ons delen.

‘Vorig jaar was de eerste keer dat ik op de Landelijke Ontmoetingsdag was. Het was een mooie, bemoedigende dag en ik zag er naar uit dit jaar weer te gaan. Ondanks de reden om naar deze dag te gaan, geraakt door kanker, ervaar ik het als een blijde dag. Als mensen vragen of ik nog iets leuks ga doen in het weekend en ik antwoord dat ik naar deze dag ga, is de reactie meestal: ‘Nou, dan wens ik je sterkte, hoor. Want het zal wel een verdrietige dag zijn.’ Het kan natuurlijk gebeuren dat er emotionele momenten zijn. Die mogen worden gedeeld in een veilige omgeving. Maar toch staat genieten centraal.

Ten eerste is het een prachtige locatie. De lunch is meer dan perfect en de hele dag straalt iets uit van een verwenuitje.

Het thema van deze dag was: Kracht in Kanker. Rob Favier praatte op een ontspannen manier de dag aan elkaar. Ds. Arie van der Veer sprak in zijn overdenking over de kracht die ons beloofd wordt in Gods woord. In 2 Koningen 6, waarin het gaat over de belegering van Dotan, zegt Elisa: ‘Vrees niet’. De Heer laat hen zien hoe groot ons leger is. Men zegt dat ‘vrees niet’ 365 keer in de Bijbel zou voorkomen. Voor iedere dag ‘vrees niet’. Iedere dag mogen we bidden om kracht en sterkte. Bemoedigende woorden kregen wij mee.

Elise Mannah en haar pianist namen ons mee in een muzikaal intermezzo. Het leek of Elise tegen de zaal sprak en dat de woorden schijnbaar moeiteloos overgingen in een prachtig lied.

De toespraak van Dr. Francien Croon ging over waar artsen de kracht vandaan halen om veel moeilijke en slechtnieuws gesprekken te moeten voeren.

Na de lunch waren er een drietal workshops. Zelf heb ik meegedaan aan de workshop Kracht in kanker & bezinning o.l.v. Dorien Koetsier. De groep werd in vieren verdeeld. Mensen die kanker hebben, mensen die kanker hadden, mensen die de partner of vriend(in) zijn van iemand met kanker en mensen die iemand hebben verloren aan kanker. Ik vond het prettig om even ‘onder elkaar’ ervaringen, moeiten en gedachten uit te spreken. Twee uitspraken zijn mij in het bijzonder bijgebleven: ‘Je kunt je om te worstelen (met ziekte en moeite) geen betere partner wensen dan God’ en wat mij ook raakte, was dat een mevrouw zei: ‘Hij weet ervan’. Troostend.

Na de prachtige zegenbede ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’, die we met elkaar zongen, speelden Trudi Bos en de andere muzikanten nog even door. Ook het voor mij persoonlijk bemoedigende Duitse lied ‘Meine zeit steht in Deine Handen’.

Wat een mooie dag!

Lenneke de Mooij

Jongeren uit Bergschenhoek halen mooi bedrag op

jongerenEen groep tieners van de Hervormde Gemeente Bergschenhoek heeft tijdens het catechisatieprogramma Follow Me aandacht besteed aan onze stichting. Vervolgens hebben zij zich vol enthousiasme ingezet en hebben ze het prachtige bedrag van € 1.100,- bij elkaar gebracht.

De initiatiefnemer is Onno Zeelenberg en hij vertelt hoe deze actie tot stand is gekomen.

‘We zijn een Hervormde gemeente (PKN), waar we voor de tieners jaarlijks het Follow Me Programma van de HGJB aanbieden. Na een centrale bijeenkomst, waarin de betreffende les (in dit geval het werk van de stichting Als kanker je raakt) wordt doorgenomen, gaan we uiteen en gaan we met vaste mentoren met eigen groepjes aan de slag. Ook in deze groepjes wordt Als kanker je raakt nog even toegelicht en hebben we verder gesproken over wat er in de gezinnen of families rondom deze ziekte allemaal speelt.

Elk seizoen zijn we gewend te collecteren voor een goed doel en dat is heel wisselend. Rob Harteveld en ik hebben een keer meegelopen met een sponsorloop voor de stichting Als kanker je raakt, rond het Eemmeer, en hadden toen zoiets van ‘best een aardig doel om ook eens bij de jongeren onder de aandacht te brengen.’ In dat jaar was er al een keuze gemaakt voor een ander doel, maar dit seizoen was het besluit snel genomen.

We hebben Rita Renema bereid gevonden om aan het begin van het seizoen het doel bij de jongeren onder de aandacht te brengen op een Follow Me avond. Dit heeft indruk gemaakt bij die tieners en o.a. via whats app-berichtjes en andere social media hebben ze een aardig bedrag bij elkaar gespaard. Ik moet zeggen: dit bedrag is in onze geschiedenis van Follow Me nog niet eerder gehaald!! En dus werd onlangs de cheque met enige trots aan Rita en Rob Favier (ook betrokken bij de stichting) overhandigd en hebben we met een goed gevoel het seizoen afgesloten.

Al met al een doel dat de jongeren en ons aangesproken heeft!’

Onno Zeelenberg
Hervormde Gemeente Bergschenhoek

Voor je gelezen: ‘Emotioneel gezond bij ziekte’

emotioneelgezondbijziekte

‘Emotioneel gezond bij ziekte’. Een praktisch houvast voor zieken en hun naasten. Door Dr. Frances Goodhart & Lucy Atkins, Manteau, 2013.

Het gebeurt me regelmatig: zomaar een artikel in een tijdschrift, nieuws over kankeronderzoek op tv, een berichtje over een lotgenoot dat er uitzaaingen zijn… en als ex-kankerpatiënt word ik daardoor zomaar weer bepaald bij mijn eigen ziekteperiode en de gevolgen daarvan. Allerlei emoties komen naar boven. Kankerspoken doemen op. Soms is er niet eens een directe aanleiding voor nodig. Mijn gedachten en emoties kunnen ook zomaar aan de haal gaan en al wil ik dat niet, het gebeurt toch. Lotgenoten herkennen dit. Je wilt blij zijn en genieten dat je leeft en toch…

Een goed boek om te lezen is: ‘Emotioneel gezond bij ziekte’. Je belandt door je ziekte in een achtbaan van emoties; dit boek helpt je echt. Praktisch, duidelijk, tips voor patiënt en omgeving op allerlei gebieden: stress, zorgen, depressie, seksualiteit, onzekerheid, slapeloosheid, vermoeidheid, ontspanning e.d.

Het is goed om te lezen tijdens en na de behandelingen. Geschreven door Dr. Frances Goodhart & Lucy Atkins. Zij zijn respectievelijk klinisch psycholoog en gezondheidsjournalist en hebben veel ervaring met mensen met kanker en hun naasten. Juist ook over de tijd na de behandelingen geven ze veel informatie en tips. Leven na de storm die kanker heet, kan moeilijk zijn. Hoe kun je de draad van je leven weer oppakken, leven met de gevolgen van de behandelingen? Hoe kan je omgaan met allerlei emoties en gedachten?

Frances Goodhart schrijft op pag. 13: ‘Ik kon geen enkel boek bedenken waarin werd uitgelegd waarom het succesvol beëindigen van een kankerbehandeling tot allerlei ingewikkelde en moeilijke emoties kon leiden. Er was geen enkel professioneel, praktisch en probleemoplossend handboek dat ik kon aanraden. Op een dag sprak ik Lucy Atkins (…) Het begon ons te dagen: als er geen goed boek voor ex-kankerpatiënten bestaat, moeten we het zelf maar schrijven.’

Dit boek is het resultaat! Ze willen je helpen bij de emoties die je doormaakt na het overleven van kanker. Ze laten eenvoudige, praktische manieren zien om om te gaan met zorgen, vermoeidheid, boosheid, depressie, angst e.d. Door deze emoties kom je soms niet vooruit en kost het moeite te wennen aan het leven na ziekte. Leren omgaan betekent niet dat ze zullen verdwijnen, maar wel dat je jezelf beter begrijpt. Er worden concrete strategieën gegeven (gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek), tips en ideeën om met de situatie om te gaan. Het is geen christelijk boek, maar de informatie is bijzonder nuttig.

Ik gebruik hun tips zelf als counselor, maar vooral ook voor mezelf. Gelukkig kan ik zeggen dat ik vaak weer van het leven kan genieten, maar soms gaat het toch even niet. Dan is dit boek fijn om even weer te pakken. Vooral de ontspanningsmanieren, adviezen voor het omgaan met de vermoeidheid, de onvermijdelijke angsten en andere diverse emoties in mijn leven na kanker, helpen mij echt. Ook voor de familie, vrienden en verzorgers is het zinvol; elk hoofdstuk sluit af met speciale tips voor hen.

Wijnanda Heslinga – beeldend counselor en kunstenaar – www.schildertaal.nl

Chemo

Gespannen lopen we door de gangen. Luisterend naar het ritme van onze voeten.
Het is zover. Het gaat gebeuren. We moeten.

Ineens staan we stil. Hoe ben ik gelopen, geen idee.
Gelukkig ga jij, mijn lieve man, altijd met me mee.

Goedemorgen, is het jullie eerste keer?
Kom maar. Leg je tas hier maar neer.

Een lieve zorgzame stem spreekt ons rustig aan.
Ik zie ineens vier grote rode stoelen staan.

Zonder voorkeur weet ik mijn plekje te bepalen.
Inmiddels ben jij je collega gaan halen.

Controle van de zakken. Zelfs meer dan één keer.
Geen fouten maken. Je legt ze bij mij neer.

Het infuus, nog even en het gaat gebeuren.
Nog even en de slang zal rood gaan kleuren.

Instructies over mogelijke bijwerkingen worden mij toegesproken.
Ze doen de spanning wat verder opstoken.

Langzaam druppelend, af en toe durf ik te kijken.
Nog even en het rood gaat mijn arm bereiken.

Ik geef me over. Laat maar stromen.
Nog dik twee uur wachtend tot het einde zal komen.

Het zit erin en stilzwijgend rijden we weer weg van een wereld voor ons zo onbekend.
Eindelijk weer in ons eigen huis waar jij mij weer verwent!

Uit de gedichtenbundel ‘Ander Leven’ van Angeliena Huis

In de wachtkamer

wachtkamer‘Nee schat, ik vind het niet spannend meer om te gaan, het is al weer vier jaar geleden. Je hoeft niet over me in te zitten, het gaat heel goed. Ik kan dit prima alleen af en je hoeft echt niet mee, want het is maar een routinecontrole. En daar heb ik er al zoveel van gehad!’

Met die woorden probeerde ik een uur geleden mijn vrouw gerust te stellen. Of probeerde ik toch vooral mezelf gerust te stellen? ‘Ik laat mijn telefoon aanstaan en je belt meteen als je een slechte uitslag hebt’, had ze geantwoord. Mijn poging om gerust te stellen, overtuigde uiteindelijk niemand. In de auto op weg naar het ziekenhuis kreeg ik een vreemd gevoel in mijn buik. Hierdoor reed ik zelfs even verkeerd. En in de wachtkamer oncologie voel ik het weer. Naast me zie ik een leeftijdsgenoot zenuwachtig heen en weer lopen. Af en toe kijkt hij uit het raam. Ik zeg een schietgebedje voor hem op. Zou deze arme jongen ook wachten op de uitslag van een onderzoek?

Met beide handen houd ik een krant vast. Niet dat ik het nieuws lees, want daarvoor gaan mijn gedachten teveel alle kanten op. Alleen is het prettig om even aan de blikken van de anderen te ontkomen. ‘Wat doet die jonge vent hier?’, hoor ik ze denken. ‘Zou hij ook….de arme jongen.’

Even twijfel ik aan mijn eigen lichaam. Zou er dan toch iets zijn dat ik niet voel, maar dat wel… zou dat kunnen? ‘Hoe het ook is, ik ben van U, mijn God’, hoor ik in gedachten.

‘Meneer Alblas!‘. Ik schrik op en zie iemand in witte klederen. Het blijkt geen engel te zijn, maar een vriendelijke verpleegkundige. Meteen loop ik achter haar aan om te vertellen dat het goed met me gaat en dat ik heus niet ziek ben. Zou ik haar wél kunnen overtuigen?

Ds. Sijbrand Alblas

Vrees niet

Als we leven in angst, betekent dit dat we niet echt geloven in God? Mag je dat zeggen? Ik las het op een site van een kerk en dacht: ‘Dan hebben we in de Bijbel te maken met heel veel ongelovigen’. Vrees niet. Ik heb het nooit geteld, maar men zegt dat die uitdrukking 365 keer in de Bijbel staat. Je kunt er een heel jaar over lezen. Ze zeggen ook wel dat ‘Vrees niet’ het Elfde gebod is.

Is het wel een gebod? Of is het een geruststelling? Zoals een moeder dat ook kan doen als haar kind bang is en zegt: ’Je hoeft niet bang te zijn’. Angst behoort bij het leven. Angst als reactie op het gevaar dat dreigt. Een soort wapen dat elk mens heeft.

Ik zou onderscheid willen maken tussen gezonde en ongezonde angst. Normaal en abnormaal reageren. Voor het tweede heb je hulp nodig. Het eerste kent elk mens op zijn tijd. Als ik weer eens voor controle naar de dokter moet en hij mij zal gaan vertellen hoe het met de bloedwaarden staat, klopt mijn hart echt sneller. Het blijft spannend. Als je een paar keer een slechte uitslag gehad hebt in je leven ben je extra alert.

Wat mij helpt is het aanvaarden dat die angst ‘gewoon’ is. Ook voor gelovige mensen. Ik hoef me niet te verwijten dat ik in zo’n situatie te weinig of zelfs niet geloof. Ook al weet en geloof ik dat God met mij meegaat, toch kan ik wakker liggen om een uitslag die komt.

Gelukkig dat God elke dag, ook bij ‘gewone’ angst, tegen me zegt: ’Vrees niet’. Niet als een verwijt, maar als een bemoediging. Voor elke dag. En in elke situatie.

Ds. Arie van der Veer

Donnée (22): ‘Wat als mama er over een jaar niet meer is?’

csm_BEAM-over-leven-met-kanker_Donnee_4539b6a512

Als Donnée hoort dat haar moeder borstkanker heeft, staat de wereld even stil. Voor haar moeder houdt ze zich sterk, van binnen is ze bang. Want wat als ze er over een tijdje niet meer is? Lees het bijzondere haal van Donnée: over angst, chemo’s, een moeder zonder borst en nieuwe hoop.

“Het is 21:30 uur, vrijdagavond. De sfeer in huis is raar. Vooral mama kijkt alsof er iets niet goed is. Heeft iemand een ongeluk gehad? Ontslagen? Als mijn moeder begint te vertellen dat ze die dag naar de dokter is geweest, weet ik: dit is fout. Ze krijgt het niet over haar lippen en uiteindelijk spreekt mijn vader het uit. ‘Borstkanker’. Het is stil. Ik, mijn broer en zusjes weten niks uit te brengen. Daarna volgen de rationele vragen. Waar zit het precies? Hoe kwam je er achter? Dan besef ik het. Mijn moeder heeft borstkanker. De eerste traan rolt over mijn wang. Ik ben bang. Gek genoeg besef ik mij gelijk hoe gezegend ik ben. Mama staat hier niet alleen voor. We doen dit met z’n allen. We zijn samen.

Morgen gaat niet beter
De eerste week is heftig. Op zondag naar de kerk gaan is de eerste grote uitdaging. Wat als ik moet huilen? De dienst is mooi en confronterend tegelijk, want waar is God op dit moment voor ons? Een knuffel van één persoon na de dienst zorgt er bij mij voor dat ik mijn tranen niet meer in kan houden. Misschien gaat het morgen iets beter. Maar het gaat niet beter. Ik loop die dag gewoon stage. Als ik aan het einde van de dag probeer te rapporteren, heb ik geen idee wat er die dag is gebeurd. Het enige wat ik nog weet is dat een kind met ‘kanker’ schold. Diezelfde week horen we dat de enige uitzaaiing in de oksel zit. Deels een opluchting, maar toch ook niet. Alles is zo dubbel.

Het moment waarop mama voor het eerst haar kale hoofd laat zien is gek. Ze heeft haar haar laten afscheren om te voorkomen dat ze telkens plukken verliest. We moeten stiekem wel een beetje lachen om het mooie ronde hoofd van haar. Een kort moment waarop we het even kunnen verdragen. De weken die volgen staan in het teken van de chemokuren. Lichamelijk gaat de ene chemo beter dan de andere, vooral emotioneel heeft mama het zwaar.

In die tijd woon ik zo goed als thuis. ik loop vaak mama’s slaapkamer in. Zij huilt, ik luister en stel vragen. Op mijn manier probeer ik haar te helpen met haar gedachten en angsten. Als ik de kamer uitloop, schakelt mijn rationaliteit uit en komen mama’s angsten en gedachten bij mij binnen. Wat als ze er inderdaad over een jaar niet meer is? Ik ga twee keer met mama naar de chemotherapie. We praten veel terwijl het, zoals mama het noemt, gif door haar aderen stroomt. Het brengt ons als moeder en dochter dichtbij elkaar. Het is niet de manier die ik had gewild, maar het is waardevol.

Mijn moeder zonder borst
In de zomer wordt mama geopereerd. Een aantal weken later beginnen de bestralingen: het laatste onderdeel van de behandeling. Mama vraagt aan mij of ik een keer met haar mee zou willen. Natuurlijk wil ik dat. Dokteren leggen mama op een tafel. Terwijl zij hun werk doen, zie ik mijn moeder zonder borst. Het is confronterend, maar ik merk dat dit alweer iets minder bij mij binnen komt dan toen ik mama kaal zag. We lopen samen het ziekenhuis lachend uit, terwijl we lol hebben over de meest onnozele dingen.

Ongeveer een maand na het einde van alle behandelingen word ik wakker gebeld. Het is mama. Ze klinkt bezorgd en vraagt of ik naar huis wil komen. Ze heeft veel pijn in haar rug en maakt zich zorgen. Papa is op dat moment op trainingsweek en kan niet snel thuis zijn. Als ik de woonkamer binnenloop, zie ik mama op de bank liggen. Ik knuffel haar en ze huilt direct. Er gaat een schok door mijn lichaam. Het zal toch niet? We zitten een groot deel van de dag in het ziekenhuis voor onderzoeken. De arts durft geen zekerheid te geven en laat scans maken. Papa besluit om naar huis te komen. Na twee dagen horen we gelukkig dat alles toch goed blijkt te zijn. Mama zegt zelf: ‘Jongens, goed nieuws, ik heb alleen artrose.’ Over relativeren gesproken.

Je hoeft niet bang te zijn
Afgelopen tijd heb ik mij proberen vast te houden aan een tekst die ik als klein meisje voor mijn ouders zong in een toen moeilijke periode:

‘Je hoeft niet bang te zijn,
Al is er zorg of pijn,
De HEER zal als een muur,
Rondom je leven zijn.’

Een maand geleden liet iemand in de kerk het nummer ‘Blessings’ van Laura Story horen. Het nummer verwoordt voor mij perfect hoe vol van twijfel en angst wij als mens kunnen zijn en dat God ook juist door de ‘trials’ zijn ‘verborgen genade’ laat zien. Het enige wat wij hoeven te doen is onze ogen ervoor te openen.

‘We pray for wisdom, Your voice to hear
And we cry in anger when we cannot feel You near
We doubt Your goodness, we doubt Your love
As if every promise from Your Word is not enough
All the while, You hear each desperate plea

And long that we have faith to believe
‘Cause what if Your blessings come through raindrops
What if Your healing comes through tears
What if a thousand sleepless nights
Are what it takes to know You’re near
And what if trials of this life are Your mercies in disguise’

Inmiddels zijn we een jaar verder. Met mama gaat het goed. Ik vind het mooi om te zien hoe ze dingen weer oppakt en het ‘gewone’ leven weer ingaat. ‘Donnée, hoe gaat het nou eigenlijk met jou?’ Die vraag kreeg ik af en toe op een borrel van studentenvereniging NSEde of van vriendinnen. Nooit had ik een heel duidelijk antwoord. Inmiddels heb ik dat wel: Het gaat goed! Ik ben gezegend met een ijzersterk gezin, een genezen moeder, lieve vrienden en vriendinnen en bovenal een geweldig liefdevolle en trouwe hemelse Vader.”

Heb jij te maken (gehad) met kanker en wil je daar met andere christelijke jongeren over praten? Kom naar de ontmoetingsdag van ‘Als kanker je raakt – Young’ op zaterdag 28 mei in Katwijk. Info en opgeven via alskankerjeraakt.nl of young@alskankerjeraakt.nl.

Deze column is verschenen in de serie ‘Over leven met kanker’ op BEAM: www.eo.nl/beam.

Chaira (19): ‘Ik schrok me rot toen ik het woord kanker hoorde’

csm_BEAM-Over-leven-met-kanker_Chaira_97d837a4d2

Chaira was net 18 jaar toen er bij haar kanker werd ontdekt. Dat was een keiharde klap, maar het bracht haar ook veel: “Ik geniet nu echt veel meer van het leven.”

“Achttien jaar was ik geworden. Ik had net mijn rijbewijs gehaald. Er zat een plekje op mijn kaak dat steeds ging bloeden en dat werd een zwelling, dus zei de tandarts dat ik even naar de kaakchirurg moest. Na wat onderzoek bleken er kwaadaardige cellen in mijn kaak te zitten. Dat moest er ‘effe’ uit worden gehaald, vertelden ze me heel nonchalant. Toen ik in het ziekenhuis kwam, viel ineens het woord ‘kanker’. Ik schrok me rot.

Pas op de terugweg naar huis kwam het binnen: dit gaat over mij. Vanaf toen ging het in sneltreinvaart. Een week later volgden MRI-scans, puncties, röntgenfoto’s, de hele rataplan. Weer een week later ging ik onder het mes. Ik kreeg overal voorrang, want die kwaadaardige tumor in mijn kaak moest er zo snel mogelijk uit, net als een stuk kaakbot en een paar kiezen. Het was een heftige operatie en kon mijn mond amper nog opendoen. Mijn lippen waren tien keer zo dik, niet echt charmant.”

Buiten adem
“Ik moest opnieuw leren eten. Dat was een enorme strijd. Over een boterham deed ik een uur. Ik had trek en wilde eten, maar het lukte gewoon niet. In een week tijd viel ik zeven kilo af, dus kreeg ik flesjes met voeding. Er volgde nog een operatie, omdat het weefsel rondom mijn kaak nog niet helemaal gezond was. Doordat ik weinig voedsel binnenkreeg, had ik bijna geen energie. Liep ik een klein stukje, dan was ik al buiten adem. Ik sliep heel veel en kon twee maanden niet naar school. Tijdens het BEAM Festival zat ik sip op de bank thuis omdat ik niet kon gaan. Ik baalde enorm.

Dat ik kanker kreeg was voor mij een enorme klap en ik ben keihard stilgezet. Ik heb wel eens gedacht: ‘Waarom laat God dit gebeuren?’. Mensen vragen wel eens of ik boos ben op God. Dat ben ik zeker niet. Ook ben ik nooit bang geweest om dood te gaan. Dat ik zo snel kon worden behandeld, dat ik ontzettend veel kaartjes kreeg, dat geen van mijn vriendinnen me lieten vallen, dat ik na de operatie niet bestraald hoefde te worden en dat ik best snel ben hersteld: ik zie het als tekenen dat God voor mij zorgt. Er zit nog een heel groot gat in mijn mond en ik heb een prothese die ik vaak moet schoonmaken, dus ik word er nog dagelijks mee geconfronteerd. Gelukkig wordt het gat in mijn kaak dit jaar dichtgemaakt.”

Huilend in de auto
“Toen ik uit het ziekenhuis werd ontslagen zat ik huilend in de auto terug naar huis, omdat ik zo genoot van alles wat ik om me heen zag: de natuur, herfstbladeren aan de bomen, een roofvogel die over de auto vloog, de paarden langs de weg. Ik weet niet waarom ik deze rotziekte moest krijgen, maar ik besef dat het heel anders had kunnen aflopen.

Het klinkt misschien gek, maar ik ben dankbaar dat ik dit heb meegemaakt. Het heeft me zo veel gebracht. Ik ben nog weleens onzeker over mijn gezondheid en raak sneller in paniek als ik iets voel, maar ik geniet echt veel meer van de kleine dingen van elke dag. Dat is wat ik andere jongeren graag wil meegeven: neem het leven niet zoals het is, maar besef hoe mooi het is. Wees jezelf, doe wat je energie geeft, geniet van het leven. Snuif eens een keer extra die lucht op, geniet van die regendruppels op je huid.

Op Opwekking wordt ‘Our God’ van Chris Tomlin vaak gezongen. De woorden ‘And if our God is with us, than what can stand against’ hebben nu een hele andere lading voor mij gekregen. Ik heb zoiets van: kom maar op, de kanker is overwonnen, God staat achter me. Hij is bij me en sleurt me er doorheen. Hij weet wat het beste voor me is en wat er voor me klaarligt. Daar houd ik me aan vast.”

Heb jij te maken (gehad) met kanker en wil je daar met andere christelijke jongeren over praten? Kom naar de ontmoetingsdag van ‘Als kanker je raakt – Young’ op zaterdag 28 mei in Katwijk. Info en opgeven via alskankerjeraakt.nl of young@alskankerjeraakt.nl.

Deze column is verschenen in de serie ‘Over leven met kanker’ op BEAM: www.eo.nl/beam.

Myrthe (20): ”Ik dacht altijd dat hij beter zou worden”

csm_myrthe_bb04235730

Myrthe (20) was pas veertien toen ze hoorde dat haar vader kanker had. Negen maanden later overleed hij. Nu, na zes jaar, is de pijn er nog steeds: ”Ik zal nooit weten hoe het is om als twintigjarige een vader te hebben.”

”Op mijn veertiende kreeg mijn vader een hersentumor. Hij had last van uitvalsverschijnselen en ging naar de dokter voor onderzoek. Eerst dachten we dat het epilepsie zou zijn, want dat zit in de familie. Op de dag van de uitslag vertelden mijn ouders dat het kanker was. Mijn eerste gedachte was: ‘Okay.’ Het drong niet echt door, ik wist niet goed wat het inhield. Ik had kanker nooit van dichtbij meegemaakt.”

God huilt mee
”Het is snel gegaan voor mij. Als ik eraan terug denk, zijn er vlagen die ik mij herinner. Sommige stukjes ontbreken of zijn in die tijd langs me heen gegaan. Mijn vader heeft een half jaar thuis gelegen, hij was halfzijdig verlamd. Ik heb eigenlijk altijd gedacht dat hij beter zou worden, zelfs tot vlak voordat hij stierf. Ik bad of God mijn vader beter wilde maken hier op aarde. Ik had veel hoop, ik denk dat dat goed voor me is geweest, op die leeftijd. Een week voor zijn overlijden ging het zo slecht dat ik me afvroeg of het niet ergens egoïstisch was om te vragen of hij hier mocht blijven, terwijl hij zo ziek was en ernaar verlangde om naar God toe te gaan. Een week later overleed hij.

Mijn vader had gezegd dat we niet in het zwart mochten komen op de begrafenis. De auto’s waren wit, zoals hij dat wilde. Je vader begraven is heel zwaar, maar het was ook heel bijzonder. Toen we van de kerk naar de begraafplaats liepen, begon het een beetje te regenen. Het voelde alsof God met ons meehuilde en wilde laten zien dat het Hem ook verdriet doet. Het was heel, heel moeilijk om de kist definitief naar beneden te zien zakken. Dat was het zwaarste moment van de dag.”

Ik denk aan je
”Ik herinner mijn vader als een hele enthousiaste, vrolijke, sterke, grote, lieve vader. Heel aanwezig ook, hij bracht veel geluid met zich mee. Als hij thuiskwam, speelde hij altijd even een riedeltje op de piano. Mijn vader was gek op pianospelen. Als ik ergens een vleugel zie staan, moet ik meteen aan hem denken. En als ik pianospel hoor, raakt dat me. Dat hoor ik nooit meer van hem. Dan komt het even extra binnen hoe erg ik hem mis. Ik ben zelf ook muzikaal, dat heb ik van mijn vader. Ik zing en heb ooit geleerd om piano te spelen. Ik kan het waarschijnlijk nog, maar ik doe het niet meer. De drempel om dat op te pakken is te hoog.

Er was een soort onuitgesproken afspraak om mijn vader in gesprekken levend te houden. Mijn zusje was acht toen mijn vader overleed. Ook voor haar willen we herinneringen ophalen. We kunnen het er heel goed over hebben. Het vele praten en herinneringen ophalen helpen me om ermee om te gaan. Ik vind het nog steeds moeilijk om het verdriet toe te laten, omdat het echt heel veel pijn doet.

In het opwekkingslied ‘in het diepst de nacht’ zingen ze: ‘Waar bent U? In het diepst van mijn pijn roep ik het uit.’ Die momenten zijn er ook echt wel. Soms vraag ik me af: waarom? Ik zal het nooit echt begrijpen, maar ik weet dat God mij niet alleen laat. Hij heeft het ook niet gewild, dat stelt me gerust. Een liedje dat voorbij komt, een tekst die ik ergens zie of een zonnestraal op mijn huid doen me bedenken: ik hoef het niet alleen te doen, God laat mij niet los. Ook al voelt het niet altijd zo, Hij is er wel.

Mijn vader zei in zijn ziekteperiode dat hij een luikje boven zijn bed had waardoor hij naar de hemel kon kijken. Op het moment van zijn overlijden staarde hij naar dat luikje. Ik dacht: ‘Zou Jezus daar staan met zijn armen wijd open, zo van ‘kom maar’?’. Op momenten dat ik twijfel, denk ik daaraan.”

Gemis
”Ik zal nooit weten hoe het is om als twintigjarige een vader te hebben. Wat doet je vader dan? Ik denk dat het belangrijk is om te horen van je vader dat hij trots op je is, dat kan ik niet meer van hem horen. Ik mis ook dat ik ’s avonds op de bank tegen hem aan kan hangen. Ik kroop altijd bij hem op schoot. Ik heb geleerd om te genieten van kleine dingen, omdat ik weet hoe snel iets over kan zijn en dat niets vanzelfsprekend is.”

”Het verlies van mijn vader is er elke dag. Ik sta ermee op, ik ga ermee naar bed. Het is een deel van mij, het heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben. In zekere zin heeft het me ook sterker gemaakt. Ik hoop dat ik in de toekomst mijn levenservaring kan gebruiken in mijn werk met mensen. Ik wil graag iets doen met rouwbegeleiding met jonge kinderen. Als iemand hetzelfde meegemaakt heeft, voel je dat aan en heb je minder woorden nodig. Omdat ik dat zelf zo fijn vond, wil ik er ook zijn voor anderen.”

”Ik kwam laatst de tekst tegen: ‘echte troost is dat je verdriet mag bestaan’. Het is al zes jaar geleden, voor de wereld moet je je leven alweer opgepakt hebben. Deze tekst vertelde dat de pijn het verlies er mag zijn. Juist nu, ook na zes jaar.”

Tekst: Lola Brouwer

Heb jij te maken (gehad) met kanker en wil je daar met andere christelijke jongeren over praten? Kom naar de ontmoetingsdag van ‘Als kanker je raakt – Young’ op zaterdag 28 mei in Katwijk. Info en opgeven via alskankerjeraakt.nl of young@alskankerjeraakt.nl.

Deze column is verschenen in de serie ‘Over leven met kanker’ op BEAM: www.eo.nl/beam.