Overgeven

15761528_sDe uitslag van verschillende onderzoeken is binnen. Vandaag zal ik het weten. Misselijk van de zenuwen zit ik mijn tijd uit. ‘Mevrouw Prins?’ Haastig sta ik op, het uur der waarheid is aangebroken. ‘U hebt borstkanker met uitzaaiing in de lymfeklier’. Ongeloof en verbijstering nemen bezit van mij. Allerlei gedachten en emoties buitelen door elkaar heen. Mijn lijf reageert, misselijkheid voert de boventoon. Overgeven? Nee!

Een dag later: het besef van de boodschap sijpelt langzaam door. Mijn lijf staat strak van de spanning en naarmate de dag vordert komt mijn maag meer en meer in opstand. Overgeven? Ja!

Weken later. De eerste chemokuur zit in mijn lijf. Twee dagen lang een gevoel van misselijkheid. Dag drie: overgeven! Ja, de hele dag.

Een week later. Mijn lijf heeft de chemokuur verwerkt. In mijn lijf voert vermoeidheid de boventoon. Verzet en onwil nemen bezit van mij.

Overgeven? Nee!
Overgeven? Ja!

Want Jezus neemt de last van mij over. Ik sta er niet alleen voor!

©Nelleke Prins

Over de route en het doel…

Wie op vakantie gaat, praat liever over het doel, de plek waar je naar toegaat, dan over de soms lange weg er naar toe. Ga je bijvoorbeeld naar Zuid Europa, naar Spanje of Italië, dan is dat best een eind rijden. Lange files onderweg zijn geen uitzondering. Ga je met het vliegtuig, dan vertel je je kinderen van het mooie uitzicht onderweg en praat je niet alleen over hoe spannend soms het stijgen en dalen is en over zo’n luchtzak waarin het vliegtuig soms terecht kan komen. Of, als je ergens naar toe moet varen met een schip, dan praat je over de mooie dingen waar je onderweg van kunt genieten en niet alleen over eventuele golven als het plotseling toch gaat waaien en stormen. We hebben al die eventuele negatieve dingen er voor over en zien ze in het perspectief van het gewenste doel.

Zo is het ook met een operatie.

Als je daarover praat, ga je het natuurlijk vooral hebben over het gewenste resultaat. Je laat je opereren om geen pijn meer te hebben. Om een ziekte een halt toe te roepen. Daarover praat je en niet alleen over de pijn, de moeilijke dagen er voor en er na. Je weet het wel, maar het is niet verstandig om dat te beklemtonen of het alleen daarover te hebben.

Het gaat om het doel. Om het resultaat.

Zo kun je ook verschillend over het leven praten. Je kunt zuchten en steunen en blijven zeuren over alles wat mis ging, maar je kunt ook praten over alles wat goed is gegaan. Je kunt klagen over de opvoeding van de kinderen die heel zwaar is, maar ook vertellen hoe leuk het is om kinderen te hebben. Je kunt zeggen als je oud bent wat je allemaal niet meer kunt, maar je kunt ook aan een ander vertellen en jezelf voorhouden dat oud worden en oud zijn ook heel mooie kanten heeft.

En zo is het ook met het sterven.

Sterven is en blijft een vijand. Maar sterven is ook de doorgang tot een nieuw en een ander leven. Zonder pijn. Zonder strijd.

Weet je wat Jezus deed toen Hij begon aan Zijn laatste reis? De discipelen en volgelingen konden Zijn (in hun ogen) sombere gepraat nauwelijks meer aanhoren. Je leest in Marcus 10 dat ze onderweg achterop raakten. Jezus had de pas er goed in, maar zij liepen er een eind achteraan. Symbolisch voor hun gevoel. Ze moesten wel. En dan houdt Jezus even stil en vertelt van de route van Zijn leven.

Marcus: ‘Ze waren onderweg naar Jeruzalem en Jezus liep voor hen uit; de leerlingen waren ongerust en ook de mensen die hen volgden, waren bang. Hij nam de twaalf weer apart en vertelde hun wat hem zou overkomen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de Schriftgeleerden die Hem ter dood zullen veroordelen en Hem zullen uitleveren aan de heidenen. Ze zullen de spot met Hem drijven en Hem bespuwen en Hem geselen en doden, maar na drie dagen zal Hij opstaan.’

Marcus 10:32-34

Hij was realistisch over de route, maar ook heel duidelijk over de bestemming. Na drie dagen zal Hij opstaan. Leven is moeten sterven, maar voor wie gelooft ook met God leven en opstaan.

Ds. Arie van der Veer